Παρακλητος

Παρακαλεω = oproepen in verschillende betekenissen: bijeenroepen, te hulp roepen, voor het gerecht roepen, aansporen, verzoeken. 105x

Parakleet of pleitbezorger is één van de functies van Jezus en van de Heilige Geest, zoals aangekondigd in Jesaja 50:8-9 en uitgewerkt in Romeinen 8:26-27, Romeinen 8:33-34. Vandaar dat Jezus de Heilige Geest kan aanduiden als een andere parakleet.

Johannes 14:16-17
En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.
Johannes 14:25-26
Dit heb Ik tot u gesproken, terwijl Ik nog bij u verblijf; maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb.
Johannes 15:26
Wanneer de Trooster komt, die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest der Waarheid, die van de Vader uitgaat, zal deze van Mij getuigen;
Johannes 16:7
Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden.
1 Johannes 2:1z
En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader Jezus Christus, de rechtvaardige;

Παρακλησις

Lukas 2:25z
en hij verwachtte de vertroosting van Israël, en de Heilige Geest was op hem.
Lukas 6:24
Maar wee u, gij rijken, want gij hebt uw vertroosting reeds.
Handelingen 4:36
En Jozef, die van de apostelen de bijnaam Barnabas gekregen had — wat betekent: zoon der vertroosting —, een Leviet, uit Cyprus afkomstig,
Handelingen 9:31z
en zij nam in aantal toe door de bijstand van de Heilige Geest.
Handelingen 13:15z
Mannen broeders, indien gij een woord van opwekking voor het volk hebt, spreekt het dan.
Handelingen 15:31
En toen zij die gelezen hadden, verblijdden zij zich over de bemoediging.
Romeinen 12:8a
wie vermaant [παρακαλεω], in het vermanen;
Romeinen 15:4-6
Al wat namelijk tevoren geschreven is, werd tot ons onderricht geschreven, opdat wij in de weg der volharding en van de vertroosting der Schriften de hoop zouden vasthouden.
De God nu der volharding en der vertroosting geve u eensgezind van hetzelfde gevoelen te zijn naar (het voorbeeld van) Christus Jezus, opdat gij eendrachtig uit één mond de God en Vader van onze Here Jezus Christus moogt verheerlijken.
1 Korinthiërs 13:4
2 Korinthiërs 1:3-7
2 Korinthiërs 7:4
2 Korinthiërs 7:7
2 Korinthiërs 7:13
2 Korinthiërs 8:4
2 Korinthiërs 8:17
Filippenzen 2:1
1 Thessalonicenzen 2:3
2 Thessalonicenzen 2:16
1 Timotheüs 4:13
Filemon 7
Hebreeën 6:18
Hebreeën 12:5
Hebreeën 13:22