De hellestraf is eeuwig

Deze straf is voor eeuwig.

2 Thessalonicenzen 1:9-10
Dezen zullen boeten met een eeuwig verderf, ver van het aangezicht des Heren en van de heerlijkheid zijner sterkte, wanneer Hij komt, om op die dag verheerlijkt te worden in zijn heiligen en met verbazing aanschouwd te worden in allen, die tot geloof gekomen zijn; want ons getuigenis heeft geloof gevonden bij u.
Judas 13z
Voor hen is de donkerste duisternis voor eeuwig weggelegd.

Het is dus een eeuwig vuur (Mattheüs 18:8z).

Mattheüs 25:41
Dan zal Hij ook tot hen, die aan zijn linkerhand zijn, zeggen: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is.
Marcus 9:43-49
En indien uw hand u tot zonde verleidt, houw haar af. Het is beter, dat gij verminkt ten leven ingaat, dan dat gij met uw twee handen ter helle vaart, in het onuitblusbare vuur, [waar hun worm niet sterft en het vuur niet wordt uitgeblust]. En indien uw voet u tot zonde zou verleiden, houw hem af. Het is beter, dat gij kreupel ten leven ingaat, dan dat gij met uw twee voeten in de hel geworpen wordt, [waar hun worm niet sterft en het vuur niet wordt uitgeblust]. En indien uw oog u tot zonde zou verleiden, ruk het uit. Het is beter, dat gij met een oog het Koninkrijk Gods binnengaat, dan dat gij met twee ogen in de hel geworpen wordt, waar hun worm niet sterft en het vuur niet wordt uitgeblust. Want een ieder zal met vuur gezouten worden.
Openbaring 14:11
En de rook van hun pijniging stijgt op in alle eeuwigheden, en zij hebben geen rust, dag en nacht, die het beest en zijn beeld aanbidden, en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt.
Openbaring 19:3z
En haar rook stijgt op tot in alle eeuwigheden.
Openbaring 20:9-10
En zij kwamen op over de breedte der aarde en omsingelden de legerplaats der heiligen en de geliefde stad; en vuur daalde neder uit de hemel en verslond hen, en de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, waar ook het beest en de valse profeet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheden.

Dit is dezelfde eeuwigheid als die van het eeuwige leven der rechtvaardigen.

Daniël 12:2
Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen.
Mattheüs 25:46
En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven.
Hebreeën 6:2z
van opstanding der doden en van een eeuwig oordeel;