Recht

Macht maakt geen recht; opgelegde wetten, ook door een democratisch besluit ingevoerde wetten, zijn niet vanzelf rechtvaardig.

Rechtvaardigheid onderscheidt zich van macht door de vrijwillige onderwerping van hen wie dat recht geldt. Als doordat die regelmacht hoog in de hiërarchie is te vinden overal dezelfde regels gelden, is er geen sprake van vrijwillige onderwerping, maar in tegendeel van dwang: er is immers geen keuzevrijheid. Een wereldregering kan daarom nooit rechtvaardig zijn.

Het rechtstekort is per definitie gelijk aan de kosten van onttrekking aan die rechtsmacht. De kosten van het opzeggen van een lidmaatschap zijn in het algemeen laag, dus aan leden opgelegde regels zijn — voor zover die leden de gevolgen dragen — rechtvaardig. De kosten van verhuizing naar een ander continent zijn hoog, dus continentwijde regels zijn onrechtvaardig.

Rechtvaardigheid is dus een volslagen ander begrip dan moraliteit, ethische juistheid. Moraliteit is geen politiek begrip (hoewel het in de politieke praktijk wel een belangrijke rol dient te spelen, naast bij voorbeeld economie).