Macht

Macht dient zo laag mogelijk in de hiërarchie te komen, om verschillende redenen.

Vrijheid
Laag gealloceerde macht leidt tot variatie en vrijheid. Mijn stem doet er op straatniveau wezenlijk toe, maar op landelijk niveau al nauwelijks meer — en mocht ik het werkelijk niet eens zijn met de beslissing van mijn straat, dan kan ik om de hoek gaan wonen, of zelfs met enige gelijkgezinden een „eigen” straatje bouwen of opkopen en daarin leven naar mijn wil of behoefte.
Veiligheid
Macht is gevaarlijk, en hoe hoger in de hiërarchie macht terecht komt, des te groter is die macht en dat gevaar. Wie op wijkniveau de macht heeft over, zeg, een politieëenheid, heeft minder macht dat wie op landelijk niveau de politie aanstuurt. En wie op wijkniveau misbruik maakt van zijn macht kan vanuit andere wijken gecorrigeerd worden, maar wie een landelijke of Europese politiemacht misbruikt is zeer moeilijk te stoppen.
Rechtvaardigheid
Zie hiervoor de pagina over recht.
Menselijkheid
Hoe groter het machtsgebied, des te mechanischer wordt er geredeneerd. Een generaal die zijn leven op het spel zal zetten om zijn buurmeisje uit een brandend huis te redden kan met groot gemak een aantal dorpen opofferen aan een tactisch doel. Hogere bestuurders nemen gemakkelijk beslissingen over groepen voor hen anonieme mensen die op individueel niveau onmenselijk zijn.
Efficiëntie
Lokale verschillen in de situatie vergen lokale verschillen in besturing, of maken op zijn minst uniform bestuur inefficiënt. In sommige milieus werkt een straffe hiërarchie, in andere een overlegmodel, en lokale macht kan gemakkelijk de beste vorm kiezen, en van vorm wisselen zonder bureaucratische overhead. Ook is rapportage naar boven, met alle kosten en stroperigheid van dien, onnodig. Tenslotte kunnen op een laag niveau zaken vaak informeel geregeld worden, hetgeen niet enkel goedkoper is, maar ook tot meer tevredenheid van de betrokkenen leidt.