Toezicht

Daarnaast is er een toezichtinstituut nodig, dat het recht handhaaft. Hieronder valt de rechter. Aan de betrokkenen in de rechtsspraak worden eisen gesteld: intelligentie, kennis van statistiek, en zo voort. Wellicht zijn deze eisen dezelfde als voor kamerleden. (Eventueel kan uit hen die aan die eisen voldoen een willekeurige jury gekozen worden die dan voldoende groot moet zijn om met grote waarschijnlijkheid een getrouwe afspiegeling van die groep te vormen. Politiek actieven kunnen nooit zitting hebben in een dergelijke jury, net zo min al die rechter of leider van één der non-politieke organen kunnen worden.)

Hieronder staan aantekeningen betreffende de aard van goede wetgeving.

Modulariteit
Recht moet modulair zijn. Als bewijs illegaal verkregen blijkt moet dat leiden tot bestraffing van de daarvoor schuldigen. Het moet geen invloed hebben op de rechtsgang van de onderhavige zaak. Met andere woorden: kwaliteit en rechtmatigheid van bewijs zijn orthogonaal en dienen onafhankelijk beschouwd te worden. Dit kan betekenen dat iemand succesvol zijn eigen vrijheid offert om een ander veroordeeld te krijgen.
Aansprakelijkheid
Wie grof schuldig is moet gestraft kunnen worden. Immuniteit moet een noodmaatregel zijn voor situaties waar gerede vrees bestaat dat ons rechtssysteem misbruik niet zal kunnen voorkomen. Dit geldt niet voor de gemiddelde ambtenaar, en die moet dan ook persoonlijk strafbaar kunnen zijn voor zijn handelen in functie.
  • Een verwijtbaar faillissement leidt tot gevangenisstraf evenredig aan de restschuld.
  • Ook rechters en openbare aanklagers worden bij grove rechtsschending gestraft.
Meldplicht
Het niet melden van fraude e.d. is rechtsobstructie, en dus strafbaar. Bij ambtenaren moet dit leiden tot direct eerloos ontslag. Melden kan bij het bureau loket.
Terugwenteling
Bij een veroordeling wordt automatisch het tenietdoen van alle onterecht genoten voordelen opgelegd, met rente: afstaan van verworven goederen, betaling voor genoten rechten, enz. Waar mogelijk komt deze betaling de benadeelden ten goede.

De Grondwet kent twee niveaus: het eerste geeft principes, het tweede uitwerkingen.

Eerste niveau
  • Bij publiek handelen mogen slechts relevante aspecten discriminerend zijn, in de mate waarin ze relevant zijn. (Dit vangt alle antidiscriminatieregels; de wet kan dit preciseren.)
  • Publieke instellingen volgen uit een door de wet gesteld doel, en zijn zo ingericht dat ze de zo gestelde doelen op de meest effectieve en efficiënte wijze bevorderen. (Als reclame niet als doel van de Kamerdebatten wordt gesteld zal dit waarschijnlijk leiden tot het verdwijnen van camera's en microfoons uit de Kamer.)
  • De overheid heeft tot doel die beslissingen te nemen die het volk als geheel zou hebben genomen als ‥
  • Er is een toetsing van wetten en besluiten aan de Grondwet. (Wellicht een taak voor een soort Eerste Kamer.)
Tweede niveau
  • Beschrijft de regeringsorganisatie.
  • Geeft uitgewerkte regeringsdoelen: economie, onderwijs, milieu, ‥
  • Verkiezingen zijn zó dat ze grotere aantallen gelijkstemmende kiezers meer macht geven. (Hieruit volgt evenredige vertegenwoordiging.)

Verdere gedachten.