Onherleidbaar complexe systemen

Darwin zelf erkende dit criterium: „Als kan worden aangetoond dat er een complex orgaan bestaat dat met geen mogelijkheid gevormd had kunnen worden door talrijke opeenvolgende kleine veranderingen, dan zou mijn theorie absoluut in elkaar storten”.

Het probleem met een dergelijke configuratie (een zogeheten „onherleidbaar complex systeem” of OCS) is dat het ofwel in één klap moet zijn ontstaan, en de kans daarop is onwaarschijnlijk klein, ofwel in stapjes moet zijn ontstaan, waarbij ieder stapje leidt tot een beter aangepast wezen.

In werkelijkheid worden op talloze plaatsen OCSen aangetroffen; ze worden onderscheiden in twee vormen (en de combinatie daarvan).

Een serieel OCS bestaat uit een ingewikkeld pad van signaal naar effect, waarbij het effect pas optreedt als het gehele pad aanwezig is. Een voorbeeld is het bloedstollingssysteem. Een ander voorbeeld is fotosynthese. De energie van het opgevangen licht wordt als in een estafette van molecuul op molecuul doorgegeven totdat het het synthesecentrum bereikt. Afwezigheid van één van die moleculen maakt dat het gehele systeem niet werkt. (Dit pad is nodig voor fijnregulatie. Zo wordt bij te fel zonlicht de energie langs een ander pad gestuurd dat niet bij de synthesemoleculen eindigt, om beschadiging van het synthesecentrum door vrije zuurstofradicalen te voorkomen.)

Een parallel OCS bestaat uit een groep samenwerkende delen, waarbij ieder deel noodzakelijk is voor het effect. Voorbeelden zijn de trilharen van sommige, en de roterende flagellen van andere zwemmende eencelligen.

DNA bezit aan de uiteinden een lus, een zogeheten telomeer, bestaande uit honderden identieke stukjes DNA. Bij iedere deling worden die telomeren korter, met als gevolg dat na een beperkt aantal delingen (zo'n 50 bij de mens) geen verdere deling meer mogelijk is. Een ingewikkeld enzym, telomerase, dat bestaat uit een nog niet geheel ontrafeld complex van samenwerkende eiwitten, kan de telomeren weer laten aangroeien, zodat voortdurende celdeling mogelijk wordt. Het enzym is actief in geslachtscellen, en (ten onrechte) ook in kankercellen. De stukjes DNA worden gemaakt door het zogeheten Cajal-lichaampje, een organel dat in veelvoud in de celkern voorkomt, en telomerase regelt de aanmaak en opbouw van het telomeer — zo zorgt het telomerase-onderdeel TCAB1 dat de aangemaakte stukjes DNA van het Cajal-lichaampje naar het telomeer verhuizen.

Welnu, DNA-reproductie is niet mogelijk zonder de complexe Cajal-lichaampjes, telomerase, en waarschijnlijk nog vele andere zaken, maar zonder langdurige reproductie konden die zaken nooit evolueren. RNA heeft ze niet nodig, dus er is geen reden dat ze ontstaan zouden zijn voor de ontwikkeling van het DNA.