terug­koppeling

Uiteindelijk ontstond er een cykel van katalysatoren, waarbij elk de vorming van de volgende stimuleerde. Dit kan een cykel van lengte één zijn geweest (een molecuul dat kopieën van zichzelf produceerde) of van lengte twee (een molecuul maakt een soort negatief van zichzelf; dat negatief maakt ook weer een negatief van zichzelf, dat is het oorspronkelijke molecuur), of van nog grotere lengte; in ieder geval is het effect dat de moleculen van deze cykel zich gaan vermenigvuldigen ten koste van andere: het worden replicatoren. (Dit is het moment waarop de neodarwinistische hypothese kan gaan werken.)

Dit is uiterst onwaarschijnlijk, want het vereist verschillende zaken.

Slechts onder een sterke anthropische hypothese lijkt dit redelijk.

((Het lijkt misschien niet alleen waarschijnlijk, maar zelfs noodzakelijk, met een Robinsonisatie-argument: als ieder molecuul een zekere katalyserende werking heeft, zal een willekeurig molecuultype A hetzij hetzelfde molecuultype A genereren, hetzij een ander type B. De keten aflopend zal, tenzij het totaal aantal molecuultypen oneindig is, een cykel gevonden worden.

Dit argument is echter chemisch zwak, om verschillende redenen.

))