terugkoppelingꜛ
Uiteindelijk ontstond er een cykel van katalysatoren, waarbij elk de vorming van de volgende stimuleerde. Dit kan een cykel van lengte één zijn geweest (een molecuul dat kopieën van zichzelf produceerde) of van lengte twee (een molecuul maakt een soort negatief van zichzelf; dat negatief maakt ook weer een negatief van zichzelf, dat is het oorspronkelijke molecuur), of van nog grotere lengte; in ieder geval is het effect dat de moleculen van deze cykel zich gaan vermenigvuldigen ten koste van andere: het worden replicatorenꜛ. (Dit is het moment waarop de neodarwinistische hypothese kan gaan werken.)
Dit is uiterst onwaarschijnlijk, want het vereist verschillende zaken.
- De katalyseproducten zijn zelf complex.
- Het katalyseproduct is zeer stabiel — maar kan wel door deze katalysator worden afgebroken, want replicatoren eten de oersoep leeg, dus concurrenten zijn de enige bron van bouwmateriaal.
- Een cykel wordt gevormd.
Slechts onder een sterke anthropische hypothese lijkt dit redelijk.
((Het lijkt misschien niet alleen waarschijnlijk, maar zelfs noodzakelijk, met een Robinsonisatie-argument: als ieder molecuul een zekere katalyserende werking heeft, zal een willekeurig molecuultype A hetzij hetzelfde molecuultype A genereren, hetzij een ander type B. De keten aflopend zal, tenzij het totaal aantal molecuultypen oneindig is, een cykel gevonden worden.
Dit argument is echter chemisch zwak, om verschillende redenen.
- De meeste molecuultypen zijn slechts zwak katalytisch, en veroorzaken behalve onder zeer specifieke omstandigheden geen molecuulvorming. Als dat niet zo was zou de gehele wereld één bruisende chemische reactie zijn, waarin leven onmogelijk was.
- De meeste molecuultypen zijn aspecifiek katalytisch: ze hebben op allerlei reacties enige invloed, zonder een voorkeur voor de productie van één specifiek molecuul.
- De meeste katalylische reacties zijn destructief: ze produceren kleinere moleculen uit grotere.
- Er zijn zeer veel mogelijke chemische reacties, maar slechts weinige daarvan beginnen met moleculen die in de gemodificeerde oersoep aangetroffen kunnen worden. Moleculen die in die context onmogelijke reacties katalyseren zijn practisch gesproken inert.
- Eventuele ketens die wel aangetroffen worden betreffen moleculen die te eenvoudig zijn voor verdere stappen. Een typisch voorbeeld is kristalvorming: een bepaalde rangschikking van moleculen veroorzaakt meer van diezelfde rangschikking. Zo kan in een verzadigde oplossing van zouten één bepaalde zoutsoort neerslaan als er een kristal van die soort toegevoegd wordt, waardoor die bepaalde ionen samenkomen om neer te slaan.
))