Lichamelijke begeerte

Wij moeten aan dergelijke slechte begeerten niet voldoen.

Galaten 5:16
en voldoet niet aan het begeren van het vlees.
1 Petrus 4:2
om niet meer naar de begeerten van mensen, maar naar de wil van God de tijd die nog rest in het vlees, te leven.

Maar de Bijbel gaat een stap verder. Niet slechts moeten we aan die begeerten niet voldoen, ook moeten wij in dergelijke begeerten niet leven.

1 Thessalonicenzen 4:5
niet in hartstochtelijke begeerlijkheid, zoals ook de heidenen, die van God niet weten,
(Letterlijk: passie van verlangen.)
1 Petrus 2:11
Geliefden, ik vermaan u als bijwoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen uw ziel;

Wij moeten ze dus al helemaal niet opwekken.

Romeinen 13:14z
en wijdt geen zorg aan het vlees, zodat begeerten worden opgewekt.

Integendeel, dergelijke begeerten moeten wij doden.

Galaten 5:24
Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.
Efeziërs 4:22
dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten,
Kolossenzen 3:5
Doodt dan de leden, die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die niet anders is dan afgoderij,

(Hierboven ging het nog steeds om επιθυμεω en επιθυμια.)

Ascese lijkt wel vroom, maar is het niet, want het wekt begeerten op en houdt die levend.

Romeinen 8:13z
maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven.
(Wij mogen en moeten die werkingen dus doden, en de begeerte niet voort laten duren.)
Kolossenzen 2:8
Ziet toe, dat niemand u medeslepe door zijn wijsbegeerte en door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten en niet met Christus,
Kolossenzen 2:20-23
Indien gij met Christus afgestorven zijt aan de wereldgeesten, waartoe laat gij u, alsof gij in de wereld leefdet, geboden opleggen: raak niet, smaak niet, roer niet aan; dat alles zijn dingen, die door het gebruik teloorgaan, zoals het gaat met voorschriften en leringen van mensen. Dit toch is, al staat het in een roep van wijsheid met zijn eigendunkelijke godsdienst, zijn nederigheid en zijn kastijding van het lichaam, zonder enige waarde (en dient slechts) tot bevrediging van het vlees.
1 Timotheüs 4:1-5
Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen, door de huichelarij van leugensprekers, die in hun eigen geweten gebrandmerkt zijn, het huwelijk verbieden en het genot van spijzen, welke God toch geschapen heeft om met dankzegging te worden gebruikt door de gelovigen, die tot erkentenis der waarheid gekomen zijn. Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets daarvan is verwerpelijk, als het met dankzegging aanvaard wordt: want het wordt geheiligd door het woord Gods en door gebed.
(Let op dit „gebrandmerkt”: zelf hebben ze een schuldgevoel, zoals de vleesweigeraars, en nu willen ze dat wetticisme ook aan anderen opleggen.)
1 Timotheüs 4:7z-8
Oefen u in de godsvrucht. Want de oefening van het lichaam is van weinig nut, doch de godsvrucht is nuttig tot alles, daar zij een belofte inhoudt van leven, in heden en toekomst.

Wij kunnen vaak heel simpele maatregelen nemen om een verkeerde begeerte tot rust te brengen.

1 Korinthiërs 7:5
Onthoudt dat elkander niet, tenzij met onderling goedvinden en voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan het gebed, maar om daarna weder samen te komen, opdat niet de satan u verzoeke wegens uw gemis aan zelfbeheersing.
1 Korinthiërs 7:9
Indien zij zich echter niet kunnen beheersen, laten zij dan trouwen. Want het is beter te trouwen dan van begeerte te branden.