Maar ik ervaar niets!

God belooft zich te openbaren aan wie Hem oprecht zoeken. Oprecht zoeken betekent tot het besef gekomen zijn dat ik het nodig heb voor Hem te leven, dat een leven zonder Hem geen waarde of betekenis heeft — als Hij niet bestaat is er niets om voor te leven. Natuurlijk bereiken wij, onvolmaakte mensen, dat besef nooit volledig, maar wie enkel uit een houding als nieuwsgierigheid, angst of plichtsbesef „zoekt” moet niet verbaasd zijn als God het spelletje niet meespeelt. Een jongen die een meisje zoekt, niet om harentwil maar om zichzelf, moet ook niet verbaasd zijn als zij niet op zijn avances ingaat. Gelukkig houdt God ook rekening met onze toekomstige houding — zie bij voorbeeld Zijn handelen met Abraham of Saulus van Tarsus.

Tegenwerping (Christelijke ervaring ontbreekt):
Ik heb het Christendom geprobeerd, maar ik ervaar niets.
Antwoord:
In de zin van gevoelens belooft God dat ook niet. De voorwaarde is de bereidheid Gods wil te doen (en niet, bijvoorbeeld, te voldoen aan menselijke verwachtingen), en het gevolg kennis (en niet gevoelens of verlangens).
Sommige Christenen hebben geen overtuiging, maar klampen zich vast aan het waar-zijn van wat ze meegekregen hebben. Voor zulke mensen kan het heel gezond zijn een kritische studie te doen naar de waarheid, met de belofte vooraf dat ze die gevonden waarheid, welke die ook zal blijken te wezen, zullen volgen. Wie dat niet aandurft geeft daarmee aan niet de waarheid te willen, maar de veiligheid van een gesloten wereldbeeld — en met die houding kan men gemakkelijk veel zegen mislopen. (Een Moslim of Hindoe met die houding zal bijvoorbeeld Christus mislopen.)
Tegenwerping (Antwoord ontbreekt):
God geeft mij geen antwoord.
Antwoord:
Dat is mogelijk, bij voorbeeld als Hij meent dat wij dat antwoord niet hoeven te hebben. Vaak echter wordt Zijn antwoord niet herkend. Hij kan toegang geven tot de Bijbel die het antwoord bevat; het antwoord kan „Neen” of „Nog niet” zijn of een voor ons onverwschte vorm aannemen; het kan uit een onverwachte bron komen; of nog andere redenen kunnen maken dat wij het antwoord niet direct als zodanig (h)erkennen.
Tegenwerping (Christendom faalt):
Ik ben jaren Christen geweest, maar ben uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat ik mezelf voor de gek hield.
Antwoord:
Dat kan, men kan zichzelf op allerlei manieren voor de gek houden. Een persoonlijke relatie met Jezus fingeren is daar één van. Met de kennis van die zelfmisleiding is het dan wel onjuist te zeggen dat men Christen was: men meende Christen te zijn.
Tegenwerping (God moet Zich maar openbaren):
Als God wil dat ik in Hem geloof moet Hij maar beter Zijn best doen Zich aan mij bekend te maken. Ik heb een openbaring nodig voordat ik door allerlei hoepels ga springen.
Antwoord:
En als de politie wil dat je je aan de wet houdt moet ze die wet maar nadrukkelijker etaleren — het is een mogelijke houding, maar wel één die gemakkelijk kan leiden tot een leven in de cel. Een relatie aan te gaan met God is wellicht de enige manier Hem te leren kennen, of zelfs maar iets over Hem te weten te komen, en het is niet erg slim die deur op voorhand dicht te gooien. Wie een hert wil zien moet zich al moeite getroosten, en iemand die zou stellen dat hij pas in herten zou geloven als er één bij hem zou aanbellen nemen we terecht niet serieus. Wij hebben er meer belang bij de waarheid omtrent God te leren kennen dan God er belang bij heeft zich aan ons op te dringen — precies zoals wij er meer belang bij hebben te weten of er politie is en welke wetten die handhaaft dan die politie er belang bij heeft zich aan ons voor te stellen. God zoeken is redelijker dan Hem niet zoeken.
God wil overgave — koud geloof zonder overgave maakt enkel schuldiger (Jakobus 2:19) —, en een goede God zal mensen die niet bereid zijn tot overgave niet met de extra schuld opzadelen die geloof met zich meebrengt.
((Verder nog te doen.))

((Te doen.))

We kunnen God enkel „overkleed met Jezus” ontmoeten, want Hij is heilig, en wij zondaars. Dat verklaart veel van de divine hiddenness. Als we Jezus' leer willen doen (ook al falen we) zullen we weten of die van God komt (Johannes 7:17) — en kunnen we die overkleding krijgen.