Onvoldoende berouw?

De combinatie „volmaakt berouw” is bijna zelfstrijdig: wie onvolmaakt is kan geen volmaakt berouw hebben, en wie volmaakt is heeft niets om berouw over te hebben. Iks schreef „bijna”, want wie eenmaal in Jezus volmaakt geworden is zou in theorie een volmaakt berouw kunnen hebben. Hier op aarde zitten we echter nog met ons ongeregenereerde lichaam (2 Korinthiërs 12:21), en straks in de hemel zal alle traan gedroogd worden. Misschien komt een moment van volmaakt berouw tussen die twee perioden.

Tegenwerping (Berouw ontbreekt):
De eerste stap in bekering is berouw hebben van mijn zonden, en dat heb ik niet of nauwelijks.
Antwoord:
Natuurlijk niet. We leven als gevallen mensen, tot geen enkel goed in staat — hoe zouden we dan in staat zijn waarlijk berouw te hebben? Als dat een voorwaarde was zou Jezus' offer voor niets zijn geweest. Het gaat ook hier, zoals steeds, om een wilsbesluit: het feit dat iemand — hoe onvolledig ook — zich om wil keren toont aan dat hij berouw heeft van zijn huidige weg. Als daar gevoelens van verdriet om wat men gedaan heeft bijkomen is dat meegenomen, maar meestal zijn de gevoelens van rouw om wat men opgeeft groter, en gelukkig komen gevoelens pas achteraan in het treintje.