De schepping

De meeste antieke theologen, zoals Aurelius Augustinus, geloofden in een schepping van het gehele tijd-ruimtecontinuüm. God schiep niet het begin van een zelf-doorlopende wereld, maar schiep de gehele wereldgeschiedenis, het einde samen met het begin en alles daartussen.

Tegenwerping (Eeuwig heelal):
Misschien heeft het universum eeuwig bestaan, en is er geen schepping geweest.
Antwoord:
Inderdaad heeft een eeuwig universum, immanent gezien, geen schepping. Transcendent gezien ligt dat echter anders.
Ook als het heelal eeuwig bestaan heeft behoeft het een verklaring. Een filmrol stelt een wereld met een geschiedenis voor, en als die film een begin heeft is dat de immanente schepping van die geschiedenis. Maar een oneindige rol zonder begin heeft niet minder — eerder meer — een verklaring nodig dan een eindige, en die verklaring is in transcendente zin een schepping.
Tegenwerping (Schepping inferieur):
Als God de Schepper is, is hij een zeer onvolmaakte schepper. Ontwerpfouten in levende wezens (zoals de slokdarm achter de luchtpijp, of het geboortekanaal door de bekkenopening), een universum waarin haast nergens leven mogelijk is, heil dat een ingreep in de wereld vergde, noem maar op.
Antwoord:
Te doen:
  1. Om de (on)volmaaktheid van de schepping te kunnen beoordelen is een waarderingsmaatstaf nodig: volgens die en die maatstaf is dit of dat onvolmaakt. Maar wie zegt dat dat de maatstaf is die de Ontwerper aanlegt? Een estheet en een veiligheidsinspecteur zullen wellicht heel anders oordelen over een zuil in een ruimte. ((Het slagersdilemma: de hygiënedienst eist een gladde vloer, de veiligheidsdienst een slipvaste ribbelvloer.))
  2. Wij leven in een gevallen wereld, die niet primair overeenkomt met de geschapen wereld. Secundair kan de val deel uitmaken van de schepping, zoals een tragische gebeurtenis deel uit kan maken van een goed verhaal, maar de kwaliteit van de wanhopige situatie na die gebeurtenis is niet de kwaliteit van het verhaal.

((Hier dienen ook de theorieën van John McTaggart Ellis McTaggart behandeld te worden. Het verschil tussen A-theorie en B-theorie is het verschil tussen immanente en transcendente beschouwing van de tijd.))

Tegenwerping (Buitenaards leven mogelijk):
Buitenaards leven is mogelijk, en gezien het enorme aantal sterren, zelfs waarschijnlijk. Is Jezus ook voor die wezens gestorven?
Antwoord:
Als er zulk leven is, en dit leven is intelligent, bewust, wilsvrij en moreel, en het heeft gezondigd door voor een veroordelende wet te kiezen, en God heeft voor hen geen andere redding verschaft — ja, dan denk ik dat we, gezien Gods goedheid, mogen verwachten dat Jezus' kruisdood ook voor hen heeft betaald. Dat zijn echter nogal wat condities.

((Te doen.))

Er zijn veel vragen over buitenaards leven, en ook beweringen als: „daar gaat het Christendom”, alsof de Bijbel zou leren dat er wel, of juist geen, fysiek leven buiten deze aarde bestaat.

„Divine conservation”. Thomas van Aquino contrasteerde de smid die een hoefijzer maakt met de musicus die muziek maakt. Eenmaal gemaakt kan het hoefijzer bestaan zonder de smid, maar de muziek houdt op te zijn als de artiest ophoudt te scheppen. God is als de musicus.

Rabbi Bachja ben Asjer: „Want deze dagen waren niet als mensendagen, maar zij waren de dagen waarvan de onmeetbare jaren gevormd waren, in net zo'n betekenis als het vers (Job 36:26): ‚Ziet, Gods macht overstijgt onze kennis: het aantal van Zijn jaren is onmeetbaar’, en er staat (Job 10:5): ‚Zijn Uw dagen de dagen des mensen?’ en (Psalmen 102:27): ‚Uw jaren hebben geen einde’.”

Genesis 1 is geschreven vanuit Gods standpunt, en hoeft (ook relativistisch) niet de tijd als ervaren door een hypothetische waarnemer op aarde weer te geven. Hypothetisch vooral voor de eerste paar dagen. Mogelijk is Gods immanente tijd die van het gehele, uitdijende, heelal.