De relationele visieꜛ: Vijandschapꜛ

De mens is vijand van God geworden, en verzoeningꜛ kan dat ongedaan maken.

Tegenwerping (Verzoeningeisendꜛ God):

Een bloedeisendꜛ God is wraakzuchtigꜛ, een kwaadaardig Godꜛ. Waarom kan Hij zich niet zonder bloedofferꜛ laten verzoenen?

Antwoord:

Oh, maar God hoeft niet verzoend te worden, wij mensen moeten dat. Hij staat niet kwaadaardigꜛ tegenover ons, maar wij tegenover Hem (Kolossenzen 1:20-21). God verzoent niet Zichzelf met de wereld, maar de wereld met Hem (Romeinen 11:15; 2 Korinthiërs 5:19; 1 Johannes 2:2), en wij moeten ons laten verzoenen (2 Korinthiërs 5:20). Hij had ons lief (Romeinen 5:8) toen wij Zijn vijanden waren (Romeinen 5:10).

Als ik vrede wil met iemand die een geladen pistool op mij richt moet eerst dat pistool onschadelijk gemaakt worden — en dat is wat Jezus' offer doet: het wapen van de zonde onschadelijk maken. Wij weigeren dat wapen af te leggen (op te houden met zondigen), en dus moest de actie van Gods kant komen.

Tegenwerping (Partijdigꜛ God):

God verkiest sommigen en verwerpt anderen — dat is partijdigheid. En smoesjes als dat Hij niet verwerpt, enkel „niet verkiest” helpen niet, want hij weet de consequenties, en Hij maakt nog steeds onderscheid.

Antwoord:

Die idee berust op een verkeerd begrip van predestinatieꜛ of voorbeschikkingꜛ. Bij God is geen aanzien des persoons. Als Hij ons vraagt even heilig te zijn als Hij (1 Petrus 1:15) vertelt Hij ons ook de liefde voor allen boven de broederliefde (liefde voor de uitverkorenen) te stellen (2 Petrus 1:7).

((Te doen. Uitverkiezing naar voorkennis.))