Jezus' opstanding

En dan komt die herrijzenis — het grote breekpunt tussen Christenen en niet-Christenen. (Het erkennen van de opstanding en tegelijk ontkennen van Jezus' God-zijn is weliswaar een logisch houdbare positie, maar wel een die tal van andere vragen oproept.)

Als die apostelen en getuigen dan niet bewust liegen, moet ofwel de opstanding werkelijk plaats hebben gevonden, ofwel er heeft iets anders plaatsgevonden dat kan verklaren waardoor zoveel mensen ten diepste van een opstanding overtuigd raakten. En let wel, het gaat hier om mensen die de dood van hun idealen al geaccepteerd hebben, en die in veel gevallen ook grote moeite hebben de berichten van de opstanding te geloven.

Zo'n alternatieve verklaring moet alle punten dekken.

Jezus' claims
Tot in het oog van de dood heeft Jezus Zijn aanspraken volgehouden. Als de opstanding niet echt is, moeten dat dus leugens zijn geweest.
Het lege graf
Het verdwijnen van het lijk
De Joden zouden als dat mogelijk was geweest zeker het lijk van Jezus hebben geproduceerd om de apostelen te weerleggen. Maar de Joden geloven het verhaal van de wachters, en gaan niet eens kijken.
De verschijningen van Jezus
Na Zijn kruisiging.
De wonderen
De engelen bij het graf, het plotseling verschijnen en verdwijnen van de verheerlijkte Jezus, en de hemelvaart.
Het opstandingsgeloof
Herlevingen maakten deel uit van het Joodse geloof (bijvoorbeeld 1 Koningen 17:22) — en zowel Jezus als de apostelen brachten mensen terug tot leven —, maar zulke mensen stierven dan later weer. Opstandingen vóór de eindtijd maakten in het geheel geen deel uit van het Joodse geloof. Toch geloofden de apostelen niet in een herleving, maar in een opstanding.
Het apostolisch enthousiasme
De discipelen waren zowel hun leider als hun idealen kwijt — en ze hadden net gezien dat op hun leer de doodstraf stond.
Tegenwerping (Geestelijke opstanding):
Er wordt gesproken over een „geestelijk lichaam”.
Antwoord:
((Te doen: de terminologie duidt op een vleselijke opstanding, en dat was ook de verwachting in die tijd. Als een niet-vleselijke opstanding geleerd was zou dat heel expliciet geschreven zijn, om tegen die verwachting in te gaan. Geloofsvijanden maken een vleselijke opstanding belachelijk, en gebruiken andere woorden voor een geestelijk leven na de dood.))
Tegenwerping (Paulus leert onvleselijke opstanding):
Kijkend naar de vroegste getuigenissen (de brieven van Paulus) blijkt de vleselijke opstanding onPaulinisch.
Antwoord:
Deels eerder dan zijn brieven zijn Paulus' toespraken in Handelingen 13:29-31, Handelingen 17:31, Handelingen 23:6. Het contrast tussen „begraven” en „opwekken”, de verwijzing naar de opgestane Jezus als „een man” — dat duidt op een vleselijke opwekking.
Het is waar dat Paulus in zijn brieven geen reden heeft een lijdens­geschiedenis te schrijven, dus allerlei details bespreekt hij niet, maar wat hij schrijft veronderstelt zonder meer een vleselijke opstanding — bij voorbeeld het argument in 1 Korinthiërs 6:13-14, of de symmetrie tussen sterven en herleven in 1 Korinthiërs 15:22. In 1 Korinthiërs 15:4 gebruikt hij εγειρω, ontwaken, het weer terugkeren in de toestand van vóór het inslapen. In Romeinen 8:11 stelt hij duidelijk dat aan onze sterfelijke lichamen leven zal worden gegeven. En hij kende natuurlijk Jesaja 26:19.
((Te doen: niet ontkleden maar overkleden: 1 Korinthiërs 15:53-54; 2 Korinthiërs 5:2-4; ‥))
Tegenwerping (Nodeloze herrijzenis):
Ook zonder die onnodige opstanding zou het Christendom ontstaan kunnen zijn. Kijk hoe irrationeel de volgelingen van Sabbatai Zevi in hem bleven geloven, zelfs na diens bekering tot de Islam!
Antwoord:
((Te doen. Er is een hemelsbreed verschil tussen „hopen tegen de klippen op”, zoals de diep vernederde en beschaamde Sabbatisten deden, en de triomfante verkondiging door de eerste Christenen. De Sabbatisten durfden vaak niet voor hun geloof uit te komen, en maakten zeker geen bekeerlingen na Zevi's apostatie. Er is ook een verschil tussen een akt die verklaarbaar en omkeerbaar was (schijnbekeringen om hun leven te redden waren maar al te bekend uit de recente Joodse geschiedenis, en Zevi bleef Joodse riten volgen na zijn veronderstelde bekering) en een schijnbaar onherroepelijke executie die tegelijk een teken van God's vervloeking was.))
Tegenwerping (Vrouwen ongeldige getuigen):
Volgens de Talmoed (Babylon Bava Qamma 88a, vgl.Mishna Sjevoe'ot 1:4, Rosj haSjanah 1:8) kunnen vrouwen helemaal geen geldige getuigen zijn. Daarmee valt hun getuigenis van het lege graf, en de ontmoeting van Maria met de opgestane Jezus.
Antwoord:
Enkel voor wie het met die Talmoedische uitspraak eens is. Vanuit breder gezichtspunt is dit juist een zeer sterk argument voor authenticiteit van het verhaal: wie een verhaal zou verzinnen zou nooit vrouwen voor die getuigenrol gekozen hebben! En natuurlijk zijn die vrouwen niet de enige getuigen, zoals Paulus ook aangeeft in 1 Korinthiërs 15:5-8 — een opsomming waar hij als talmoedgeleerde ook inderdaad die vrouwen uit weglaat.
Tegenargument (Jezus' beschermde eer):
De opstanding was verzonnen om de eer van de geliefde meester, Jezus, te redden. De apostelen stierven liever dan dat zij de naam van hun meester zouden besmeuren — zoals ouders soms de gevangenis ingaan voor iets wat hun kind gedaan heeft, of omgekeerd. Paulus en latere aanhangers geloofden werkelijk in de opstanding.
Antwoord:
((Te doen. Het eer­argument kan de stervens­bereidheid verklaren, maar niet de evangelisatiedrang (anders dan van Paulus). Er zijn talloze niet-proselyterende religieuze groepen, en Jezus zelf had Zijn werk nadrukkelijk beperkt tot Israël.))

((Te doen.))

Dit beantwoorden.

Jezus' verblijf in het graf gedurende de sabbat is een parallel met de sabbatsrust na de zevende scheppingsdag. Het feit dat geen van de auteurs dit opmerkt pleit voor authenticiteit. Vrijdag herschiep Hij de mens, zaterdag rustte Hij, en zondag leefde Hij in een weer voltooide herstelde schepping.