Misschien heeft Jezus wel hulp gehad, bijvoorbeeld van Jozef van Arimathea en Nicodemus die bij de graflegging nog tekenen van leven bespeurden. De eerste zou ook rijk genoeg geweest zijn om de soldaten op wacht om te kopen.
Antwoord:
Hulp van de discipelen heeft Hij niet gehad — dat zou in tegenspraak zijn met de aanname hier dat die niet bewust logen bij hun verkondiging. Er zijn dan weer twee mogelijkheden: de ontsnapping was afgesproken werk, of een eenzijdige actie van de „hulptroepen”.
Als er een afspraak met Jezus was gemaakt kan dat moeilijk voor de kruisiging gebeurd zijn, want toen was er sprake van vrijspraak of dood, maar niemand kon vooraf het uiterst onwaarschijnlijke geval van schijndood voorzien (tenzij de hele kruisiging nep was, en alle Romeinse soldaten in het complot zaten — en zelfs dan, onder de ogen van de toekijkende Joden‥). Dus die afspraak moet tijdens de graflegging gemaakt zijn. Jezus moet voldoende bijgekomen zijn om samenhangend te kunnen praten, en dat zonder dat de vrouwen die daarbij waren ook maar iets merkten. Een persoon die bijkomt begint normaliter te bewegen en te steunen als hij bij zinnen begint te komen, en de vrouwen waren constant in de buurt.
Misschien zagen Jozef en Nicodemus levenstekenen, maar hielden ze dat verborgen voor iedereen uit angst dat de Romeinen Jezus alsnog zouden doden. Ze schoven een steen voor het graf (Marcus 15:46z), maar kwamen later terug om Hem er weer uit te halen.
Antwoord:
Dit is een combinatie van de „gestolen lijk”-hypothese en de schijndoodhypothese, en verklaart als zodanig zowel het lege graf als enigszins de verschijningen. Enigszins, omdat verschillende bezwaren tegen de schijndoodhypothese blijven bestaan: de inschattingsfout van de omstanders, de onwaarschijnlijkheid van het overleven van de kruisiging en de onverklaarbaar snelle genezing. De wonderen blijven hiermee ook onverklaard. Het karakterprobleem wordt zwaarder, doordat we niet meer uit kunnen gaan van een Jezus die Zijn leven op een leugen baseerde, maar op een Jezus die geloofde God te zijn, en nu opeens bereid is mee te doen aan een enorme zwendel.
Maar als Jezus een goddelijkheidspsychoseꜛ of messiascomplexꜛ had geloofde Hij misschien zelf wel dat Hij gestorven en weer opgestaan was.
Antwoord:
Ofwel Hij werd al voor Zijn kruisiging door deze mensen gemanipuleerd, ofwel die manipulatie ontstond pas na Zijn kruisiging.
In het eerste geval: (1) Met welk doel zou men Hem die kruisdood in hebben willen jagen? (2) Hoe onwaarschijnlijk, zowel een manipulatie als een schijndood+genezing-binnen-drie-dagen!
In het tweede geval: waarom zouden mensen opeens besluiten Hem zo te manipuleren (wie had er voordeel van?), en hoe wisten ze dat Hij daar gevoelig voor was. Hadden ze voor Zijn kruisiging al niet in Hem geloofd? Of geloofden ze zelf in een opstanding?