De achtergronden van Jezus' dood

Philo van Alexandrië (unde?): „Rulers who conduct their government as they should and do not pretend to honour but do really honour their benefactors make a practice of not punishing any condemned person until those notable celebrations in honour of the birthdays of the illustrious Augustan house are over. [‥] I have known cases when on the eve of a holiday of this kind, people who have been crucified have been taken down and their bodies delivered to their kinsfolk, because it was thought well to give them burial and allow them the ordinary rites. For it was meet that the dead also should have the advantage of some kind treatment upon the birthday of the emperor and also that the sanctity of the festival should be maintained.”

Suetonius (Augustus 13:1-2) laat duidelijk zijn afkeer merken over het feit dat Augustus een begrafenis weigerde aan Brutus. Als zelfs een dergelijke verrader een begrafenis toekwam zal duidelijk zijn hoe algemeen dit begraven was. Philo (Flaccum 10:83-84) beschrijft ook dat het in Egypte de gewoonte was de lijken van gekruisigden aan de familie te geven ter begrafenis, en spreekt zijn afkeer uit over Flaccus die dit niet toelaat, maar juist extra wreedheden begaat. Cicero (Verrem 2:5:45, #119) klaagt over een gouverneur in Sicilië die zó corrupt was dat hij verwanten liet betalen voordat ze de lijken mochten hebben ter begrafenis.

De evangelisten leggen met tal van details de nadruk op het illegale van de veroordeling door de Joodse Raad. Geen wonder: die wilden Hem ook niet legaal veroordelen en dan stenigen, maar hem afschuiven op de Romeinen, op een moment dat niemand bij de veroordeling wilde zijn om zich niet te verontreinigen voor het Pascha. Ze waren veel te bang voor het volk — de les der Maccabeeëers hadden ze niet vergeten.