Kerkelijke geschriften

De kerk heeft altijd geschriften voortgebracht die niet tot het Nieuwtestamentisch corpus behoren: brieven, handboeken, preekteksten, noem maar op. In het bijzonder de vroegste van deze geschriften hebben getuigeniswaarde omtrent Jezus.

Brief van Barnabas
60 na Christus. Een poging uit de Schriften (het Oude Testament) de Christelijke leer te bewijzen.
Didachè
60-65 na Christus. Practische aanwijzingen omtrent het kerkelijk leven: liturgie, rondtrekkende predikers, bisschoppen en diakenen, gebeden.
Eerste brief van Clemens aan Korinthe
75 na Christus.
Tweede brief van Clemens
75 na Christus. Dit is geen brief, maar veeleer een preekschets.
Fragment van Quadratus
100 na Christus. Een door Eusebius geciteerde alinea uit een verder verloren gegaan apologetisch werk, waarvan ene Quadratus in 125 of 126 een exemplaar aan keizer Hadrianus heeft overhandigd. Dat feit levert al een uiterste datum, maar de inhoud van de alinea, die zegt dat het werk van Jezus nog steeds controleerbaar is doordat de paar laatsten van de door Hem genezenen en uit de dood opgewekten nog steeds in leven zijn, brengt deze datum nog verder terug.

Uit de tweede eeuw hebben we getuigen van het vroege Christenleven.

Zeven Brieven van Ignatius
uiterlijk 117 na Christus (Bisschop Ignatius van Antiochië is tussen 110 en 117 de marteldood gestorven). Naast zes echte brieven aan verschillende gemeenten en één aan Bisschop Polycarpus van Smyrna zijn er ook valse en bewerkte brieven overgeleverd. Ignatius kende brieven van Paulus.
Herder van Hermas
120 na Christus. Vijf visioenen, twaalf geboden en tien gelijkenissen die Hermas ontvangen zou hebben.
Twee Brieven van Polycarpus
130 na Christus. Traditioneel beschouwd als één lange brief, maar nu als twee samengevoegde kortere, beide aan de Filippenzen. De eerste brief noemt de brieven van Ignatius.
De Exegese van Papias
150 na Christus. Een uitlegging van de woorden van Jezus in vijf delen door Papias, waarvan fragmenten als citaat bewaard zijn gebleven.
Brief aan Diognetus
160 na Christus.
Paschahomilie van Melito van Sardes
Melito van Sardes160 na Christus.
Geschriften van Hegesippus de Nazarëer
180 na Christus. Verloren op acht door Eusebius behouden fragmenten na.
Diatesseron van Tatianus
180 na Christus. Een evangeliënharmonie, dat wil zeggen de vier evangeliën verwerkt tot één doorlopend verhaal.
Liederen
Ook zijn enige oude hymnen en liederen uit de (eerste of) tweede eeuw overgeleverd, zoals de ten onrechte zo genoemden Oden van Salomo, het Danslied (bewaard in de Handelingen van Johannes), verschillende Christushymnen, het Bruiloftslied (bewaard in de Handelingen van Thomas).