Bezwaren tegen de leerstellingen

Tegenwerping (Ongelukkigmakend Christendom):
Het Christendom maakt ongelukkig, want het verbiedt gelukkigmakende behoeftebevrediging.
Antwoord:
Het is afdoende aangetoond dat behoeftebevrediging boven een redelijk minimum niet gelukkiger maakt. Mensen met dure auto's, mensen die de vrije liefde bedrijven, noem maar op, zijn niet gelukkiger dan anderen. Wel maken ze anderen ongelukkiger — een arme die tussen de armen woont is gelukkiger dan een die woont naast een rijke die hem niet helpt.
Daartegenover staat dat het helpen van anderen wel wezenlijk gelukkiger maakt — alweer aangetoond met zowel psychologische experimenten als sociologische onderzoeken (bijvoorbeeld onder vrijwilligers).
Tegenwerping (Christendom oneerlijk):
Adams zonde is niet de mijne, maar ik wordt wel gestraft voor die zonde.
Antwoord:
Op een zekere abstracte wijze gezien is dat laatste waar, maar wat wij aan lijden ondergaan is geheel het gevolg van onze eigen zondigheid (Romeinen 5:12z). ((Lijden van kleine kinderen uitwerken.))
Tegenwerping (Ethiek niet universeel):
Christelijke ethiek is gebaseerd op een heilig boek dat niet algemeen aanvaard wordt. Naturalistische ethiek is gebaseerd op onze aard en ontwikkeling, zaken die wel door allen gedeeld worden. Daarom is de laatste wel algemeen afeisbaar, en de eerste niet.
Antwoord:
((Te doen.))
Tegenwerping (Annihilationisme):
Misschien vernietigt God de bozen wel gewoon, zonder eeuwig lijden.
Antwoord:
Dat zou onrechtvaardig zijn, want die bozen verwerpen Gods goedheid, en moeten dus precies de straf betalen die hun toekomt. Een oneindige straf voor eindige mensen betekent een eeuwig durende straf. Het is natuurlijk wel mogelijk dat God nog een optie biedt die zowel rechtvaardig als liefdevol is, maar „gewoon vernietigen” zal dat niet zijn. En tegen de vrije wil van die bozen in zal het ook niet zijn.
Tegenwerping (God eerzoekend):
Een God die steeds geprezen wil worden is niet verheven.
Antwoord:
God vraagt niet om eer en lofprijs — dat doen mensen, bijvoorbeeld in de psalmen. Oud-strijders vragen ook niet geprezen te worden; de dankbare bevolking wil dat. God vroeg Exodus 29:39-42 en kreeg 1 Kronieken 23:30.

((Te doen.))

Hoe kan iemand hopen dat het Christendom waar is als het een hel leert?