Confligeren Christelijk geloof en wetenschap?

”Conflicten tussen wetenschap en geloof zijn het gevolg van misverstaan van de Bijbel.” — Moses ben Maimon

((Dit deel is nog geschreven als tegenargument („wetenschap weerlegt Bijbel”). Het moet positief herschreven worden, met de tegenargumenten elders.))

In de loop van de geschiedenis hebben theologen talloze malen verklaringen of beschrijvingen gegeven die later onhoudbaar bleken. Dat hebben ze gemeen met wetenschapsmensen: naarmate onze kennis vordert moeten achterhaalde inzichten herroepen worden. Maar vreemd genoeg zijn dergelijke gebeurtenissen meestal gezien als een triomf voor de wetenschap, maar als een klap, soms zelfs een doodssteek, voor het geloof.

Dat onze kennis in de loop van de tijd door onderzoek zou toenemen is een Bijbels gegeven:

Daniël 12:4
Maar gij, Daniël, houd de woorden verborgen, en verzegel het boek tot de eindtijd; velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen.

In veel gevallen helpt die nieuwe kennis ons, God en het geloof beter te begrijpen. De ontdekking van de vrouwelijke eicel maakte dat men eindelijk begreep aan welk wonder gerefereerd werd met het „zaad deponeren” in Hebreeën 11:11. Toen François Prévost het herkauwen van de haas ontdekte werden eindelijk Leviticus 11:6 en Deuteronomium 14:7 begrijpelijk. In beide gevallen moesten eerdere, onjuiste, verklaringen van deze passages ingetrokken worden, maar werd achteraf gezien het geloof beter gefundeerd.

Soms gaat het om kennis die tijdelijk verloren is geweest. Het inzicht van Jean Buridan (1300-1358) dat de aarde een bol was die in de lege ruimte om zijn as draaide (en de steun van Nicolas d'­Oresme (1323-1382), die bezwaren weerlegde, onder meer door uit te leggen waarom die aard­rotatie geen wind veroorzaakte) hielp bij het begrijpen van Job 26:7z. Sinds de oudheid was al bekend dat de aarde een bol was die in de leegte hing, maar het inzicht dat ze om haar as draaide was in West-Europa verloren gegaan met de val van het West-Romeinse rijk. De archeologische ontdekking van het Hethietenrijk gaf op vergelijkbare wijze een grondslag aan wat tot die tijd voor Christenen een zaak van geloof, en voor hun tegenstanders een sprookje was geweest.

Soms lijkt een wetenschappelijke ontdekking lijnrecht tegen de Bijbelse leer in te gaan. Dit is overigens een vrij zeldzaam verschijnsel: veel vaker gaat een ontdekking tegen een bepaalde interpretatie van de Bijbelse leer in, en dat is de reden dat al die zogenaamde doodssteken nooit tot het overlijden van het Christelijk geloof hebben geleid. Integendeel! De ontdekking van de ware aard van het vulkanisme hielp het volksgeloof de wereld uit dat men hier met hellepoorten te maken had, en maakte een meer spiritueel denken omtrent de hel mogelijk — terwijl de wetenschap dat de werkelijke hel erger was dan de vulkaan maakte dat het emotionele beeld zijn nut behouden bleef.

Maar in die zeldzame gevallen dat er een werkelijke directe tegenspraak lijkt te bestaan weet de gelovige uit eeuwen kerkelijke ervaring dat uiteindelijk een nog verder voortschrijdend inzicht de twee altijd weer verzoent. Ook dit komt overeen met de algemene wetenschappelijke ervaring. Ooit stonden Isaac Newton (1642-1727) en Christiaan Huygens (1629-1695) lijnrecht tegenover elkaar, de een bewerend dat licht een stroom van deeltjes was, en de ander volhoudend dat het een golfverschijnsel was. Pas de quantentheorie verzoende die twee op het eerste gezicht strijdige inzichten, met het werk van Louis de Broglie in 1924.

Iets vergelijkbaars heeft gespeeld met betrekking tot de bewegingen van de aarde en de hemellichamen. Ooit stonden theologen, met hun bewering dat de zon om de aarde draaide, tegenover natuurkundigen die beweerden dat de aarde om de zon draaide. Tegenwoordig weten we dat dit slechts een kwestie van standpunt is, en dat beide partijen evenzeer gelijk of ongelijk hebben: afhankelijk van het doel van het model is het het handigst de ene of de andere (of nog een andere) zienswijze aan te nemen, en het is overduidelijk dat voor het communiceren van de Bijbelse geloofswaarheden aan veelal ongeschoolden het geocentrisme het handigst is, en voor het berekenen van planeetbanen het heliocentrisme.

Een paar eeuwen onduidelijkheid zijn geen ongewoon verschijnsel, en de gelovige of wetenschapsman met historisch besef weet dat velen onderzoek zullen doen, en dat de kennis zal vermeerderen.