Heeft „God is goed” betekenis?

Tegenwerping (Goedheid van God betekenisloos):
De bewering „de transcendente geest is goed” is een lege opmerking, want die geest bepaalt zelf wat wij goed vinden.
Antwoord:
God bepaalt inderdaad wat wij onder „goed” verstaan, maar dat maakt de opmerking nog niet helemaal betekenisloos. Die geest is patroon, wetgever, en iemand is goed als wetgever als hij goede wetten geeft; wetten die, indien nagevolgd, leiden tot goed gedrag. In die zin is die geest goed, want zijn wetten leiden tot de ons gegeven idee van goedheid.
Verder heeft het woord „goed” een betekenis, onafhankelijk van waar die betekenis vandaan komt. Sommige zaken zijn goed, andere zijn dat niet. Derhalve heeft de zin „De transcendente geest is goed” ook een betekenis — hooguit zou men kunnen stellen dat die geest noodzakelijkerwijze goed was, omdat de idee van een niet-goede transcendente geest logisch strijdig zou zijn. Maar ook de zin „De transcendente geest is noodzakelijk goed” is niet betekenisloos.
Tenslotte wordt „goed” in twee betekenissen gebruikt: iets is goed als het aan zijn doel beantwoordt, maar iets is goed voor iets anders als het dat andere aan zijn doel doet beantwoorden. Een moordenaar kan goed voor zijn mes zijn, of een moeder voor haar kind. Op dezelfde wijze kan een transcendente geest goed voor ons zijn.
Tegenwerping (Vreselijke goedheid):
Omdat God de maatstaf van goedheid is, is hij niet gebonden aan de ons opgelegde ethische regels. Hij zou kunnen eisen onschuldige mensen te martelen, en dat zou dan goed zijn.
Antwoord:
((Te doen: in zo'n wereld zouden wij met afschuw de veronderstelling uiten dat God onschuldigen zou kunnen belonen. Onschuldige mensen bestaan natuurlijk niet. Zie verder hier, en voor het Christelijke antwoord hier.))

((Het volgende hoort onder de tab „God”.))

Het houden van Gods wetten is niet gemakkelijk. Toch heeft God zelf, in Jezus, die wetten volmaakt gehouden. In die zin was Jezus volmaakt goed.

Tegenwerping (Goed anders voor God):
Bij ons impliceert goedheid rechtvaardigheid en liefde, maar net als onze logica niet voorbij de limiet voortgezet mag worden, mogen onze normen dat ook niet. Goedheid kan voor een transcendente geest iets volslagen anders betekenen.
Antwoord:
Willen wij in deze wereld kunnen vertrouwen op die geest, dan moet die in onze betekenis goed zijn. Of „goed” op het niveau van die geest betekenis heeft, en zo ja, welke, is een interessante vraag, maar staat los van de eis aan een aanvaardbaar wereldbeeld gesteld.

((We moeten onderscheid maken tussen Gods ontische goedheid (die wij niet beoordelen kunnen) en Zijn economische goedheid. Zou God martelen kunnen voorschrijven? Potentieel op twee manieren: volgens de zedepijl (en dan zou het waarlijk goed zijn), of in tegenspraak met die pijl (en dan zou het slecht zijn). Subtiliteit: wij kennen die pijl niet precies, dus het doden van de Midianieten lijkt voor ons tegen die pijl in te gaan. Algemener: God is economisch goed als al zijn handelen/ingrediëren op ons niveau volgens de zedepijl is. De incarnatie laat ons dus Gods goedheid zien — en Moslims hebben zo iets niet.))