Het Messiaans geheimꜛ
Waar geloof komt niet door menselijke woorden.
- 1 Korinthiërs 2:5
- opdat uw geloof niet zou rusten op wijsheid van mensen, maar op kracht van God.
Jezus wil niet dat Zijn Messias-zijnꜛ doorverteld wordt; Hij wil geen getuigenis van mensen.
- Mattheüs 16:20
- Toen verbood Hij met nadruk zijn discipelen aan iemand te zeggen: Hij is de Christus.
- Marcus 8:29-30
- En Hij vroeg hun: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben? Petrus antwoordde en zeide: Gij zijt de Christus. En Hij verbood hun nadrukkelijk met iemand hierover te spreken.
- Lukas 9:20-21
- Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben? Petrus antwoordde en zeide: De Christus Gods. En Hij vermaande hen nadrukkelijk en beval hun dit niemand te zeggen.
Daarom wijst Jezus het getuigenis van Johannes de Doperꜛ ook af
- Johannes 1:19-27
- En dit was het getuigenis van Johannes, toen de Joden uit Jeruzalem priesters en Levieten tot hem zonden om hem te vragen: Wie zijt gij? En hij beleed en ontkende het niet; en hij beleed: Ik ben de Christus niet. En zij vroegen hem: Wat dan? Zijt gij Elia? En hij zeide: Ik ben het niet. Zijt gij de profeet? En hij antwoordde: Neen. Zij zeiden dan tot hem: Wie zijt gij? Wij moeten toch antwoord geven aan hen, die ons gezonden hebben; wat zegt gij van uzelf? Hij zeide: Ik ben de stem van een die roept in de woestijn: Maakt recht de weg des Heren, gelijk de profeet Jesaja gesproken heeft. En er waren sommigen afgezonden uit de Farizeeën. En zij vroegen hem en zeiden tot hem: Waarom doopt gij dan, indien gij de Christus niet zijt, noch Elia, noch de profeet? Johannes antwoordde hun en zeide: Ik doop met water; midden onder u staat Hij, van wie gij niet weet, Hij, die na mij komt, wiens schoenriem ik niet waardig ben los te maken.
- Johannes 5:33-34
- Gij hebt tot Johannes gezonden en hij heeft van de waarheid getuigd; maar Ik behoef het getuigenis van een mens niet, doch Ik zeg dit, opdat gij behouden wordt.
Jezus wil namelijk dat wij niet door het napraten van mensen, maar door de werking Gods overtuigd worden.
- Mattheüs 17:16-17
- Simon Petrus antwoordde en zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God! Jezus antwoordde en zeide: Zalig zijt gij, Simon Barjona, want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemelen is.
- Lukas 10:21-22
- Terzelfder tijd verblijdde Hij Zich door de Heilige Geest en zeide: Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, doch aan kinderkens geopenbaard. Ja, Vader, want zo is het een welbehagen geweest voor U. Alle dingen zijn Mij overgegeven door mijn Vader en niemand weet, wie de Zoon is, dan de Vader, en wie de Vader is, dan de Zoon, en wie de Zoon het wil openbaren.
- Johannes 6:45
- Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen door God geleerd zijn. Een ieder, die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, komt tot Mij.
- Galaten 1:11-12
- Want ik maak u bekend, broeders, dat het evangelie, hetwelk door mij verkondigd is, niet is naar de mens. Want ik heb het ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring van Jezus Christus.
- Efeziërs 2:8
- Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God;
- 1 Johannes 5:20a
- Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht gegeven heeft om de Waarachtige te kennen;
Ook tekenen die Zijn Messiasschap bewijzen mogen daarom niet doorverteld worden.
- Mattheüs 17:9
- En terwijl zij van de berg afdaalden, gebood Jezus hun, zeggende: Vertelt niemand dit gezicht, voordat de Zoon des mensen uit de doden is opgewekt.
- Marcus 9:9
- En terwijl zij van de berg afdaalden, verbood Hij hun, dat zij iemand zouden vertellen, hetgeen zij gezien hadden, voordat de Zoon des mensen uit de doden zou zijn opgestaan.
Ook boze geesten mogen geen getuigenis van Hem afleggen.
- Marcus 1:23-25
- En terstond was er in hun synagoge een mens met een onreine geest en hij schreeuwde luid, zeggende: Wat hebt Gij met ons te maken, Jezus van Nazaret? Zijt Gij gekomen ons ons te verdelgen? Ik weet wel, wie Gij zijt: de heilige Gods. En Jezus bestrafte hem zeggende: Zwijg stil en ga uit van hem.
- Marcus 1:34
- En Hij genas velen, die ernstig ongesteld waren door allerlei ziekten, en vele boze geesten dreef Hij uit en Hij liet de geesten niet toe te spreken, omdat zij Hem kenden.
- Marcus 3:11-12
- En de onreine geesten wierpen zich voor Hem neder, telkens als zij Hem zagen, en zij schreeuwden, zeggende: Gij zijt de Zoon van God. En herhaaldelijk verbood Hij hun Hem bekend te maken.
- Lukas 4:33-35
- En in de synagoge was iemand met een boze, onreine geest en hij schreeuwde met luider stem: Ha, wat hebt Gij met ons te maken, Jezus van Nazaret? Zijt Gij gekomen om ons te verdelgen? Ik weet wel, wie Gij zijt: de heilige Gods. En Jezus bestrafte hem en zeide: Zwijg stil en vaar uit van hem. En de boze geest wierp hem in het midden neer en voer van hem uit zonder hem enig kwaad te doen.
- Lukas 4:41
- Van velen voeren ook boze geesten uit, roepende en zeggende: Gij zijt de Zoon van God. En Hij bestrafte hen en liet hun niet toe te spreken, omdat zij wisten, dat Hij de Christus was.
Zijn genezingen verkondigen zijn Messiasschap.
- Jesaja 35:4-7
- Zegt tot de versaagden van hart: Weest sterk, vreest niet; zie, uw God zal komen met wraak, met de vergelding Gods; Hij zal komen en Hij zal u verlossen. Dan zullen de ogen der blinden geopend en de oren der doven ontsloten worden; dan zal de lamme springen als een hert en de tong van de stomme zal jubelen want in de woestijn zullen wateren ontspringen en beken in de steppe, en het gloeiende zand zal tot een plas worden en het dorstige land tot waterbronnen; waar de jakhalzen verblijven en legeren, zal gras met riet en biezen zijn.
- Jesaja 42:6-7
- Ik, de Here, heb u geroepen in gerechtigheid, uw hand gevat, u behoed en u gesteld tot een verbond voor het volk, tot een licht der natiën: om blinde ogen te openen, om gevangenen uit de kerker te leiden, uit de gevangenis wie in duisternis gezeten zijn.
En die mogen daarom ook niet doorverteld worden. (Dit gebeurt overigens wel.)
- Mattheüs 12:15z-16
- En velen volgden Hem en Hij genas hen allen, en Hij verbood hun ten strengste Hem bekend te maken,
De ogen der blinden worden geopend‥
- Mattheüs 9:28-30
- En toen Hij het huis was binnengegaan, kwamen de blinden tot Hem, en Jezus zeide tot hen: Gelooft gij, dat Ik dit doen kan? Zij zeiden tot Hem: Ja, Here. Toen raakte Hij hun ogen aan en zeide: U geschiede naar uw geloof. En hun ogen gingen open. En Jezus verbood hun ten strengste en zeide: Ziet toe, niemand mag dit weten!
- Marcus 8:23-26
- En Hij vatte de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp, en Hij spuwde in zijn ogen, legde hem de handen op en vroeg hem. Ziet gij iets? En hij zag op en zeide: Ik zie de mensen, want ik zie hen als bomen wandelen. Vervolgens legde Hij weder de handen op zijn ogen, en hij zag duidelijk en was hersteld. En hij zag voortaan alles scherp. En Hij zond hem naar huis en zeide: Ga het dorp zelfs niet in.
De oren der doven worden ontsloten‥
- Marcus 7:35-36a
- En zijn oren werden geopend en terstond werd de band zijner tong los en hij sprak goed. En Hij gebood hun het niemand te zeggen.
Zelfs doden staan op‥
- Marcus 5:41-43
- En Hij vatte de hand van het kind en zeide tot haar: Talita koem, hetgeen betekent: Meisje, ik zeg u, sta op! En het meisje stond onmiddellijk op en het kon lopen; want het was twaalf jaar. En zij ontzetten zich terstond bovenmate. En Hij gebood hun nadrukkelijk, dat niemand dit te weten zou komen en zeide dat men haar te eten zou geven.
- Lukas 8:54-56
- Maar Hij vatte haar hand en riep, zeggende: Kind, sta op! En haar geest keerde terug en zij stond dadelijk op en Hij beval, dat men haar te eten zou geven. En haar ouders stonden versteld, maar Hij verbood hun tot iemand te spreken over hetgeen geschied was.
- Zie ook
- Lukas 7:14-15, Johannes 11:43-44.
In het geval van melaatsheid geschiedt het wonder evenzeer aan de priester als aan de patiënt.
- Mattheüs 8:2-4
- En zie, een melaatse kwam tot Hem en viel voor Hem neder, zeggende: Here, indien Gij wilt, kunt Gij mij reinigen. En Hij strekte de hand uit en raakte hem aan en zeide: Ik wil het, word rein. En terstond werd hij rein van zijn melaatsheid. En Jezus zeide tot hem: Zie toe, dat gij het aan niemand zegt, maar ga heen toon u aan de priester en offer de gave, die Mozes heeft voorgeschreven, hun tot een getuigenis.
- Marcus 1:42-44
- En terstond verliet hem de melaatsheid en hij werd rein. En met een strenge vermaning zond Hij hem terstond weg, en Hij zeide tot hem: Zie toe, dat gij niemand iets zegt, maar ga heen, toon u aan de priester en offer voor uw reiniging hetgeen Mozes heeft voorgeschreven, hun tot een getuigenis.
- Lukas 5:13-14
- En Hij strekte de hand uit, raakte hem aan en zeide: Ik wil het, word rein. En terstond verliet hem de melaatsheid. En Hij gebood hem het aan niemand te zeggen, maar (zeide Hij) ga heen, toon u aan de priester en breng het offer voor uw reiniging, gelijk Mozes voorgeschreven heeft, hun tot een getuigenis.