Eerdere vrijspraak van Paulus

Lukas meldt nauwkeurig welke eerdere bestuurders Paulus al vrij hebben laten begaan.

Handelingen 17:5-9
Maar de Joden werden afgunstig en namen enkelen van het minste straatvolk te hulp, veroorzaakten een oploop, en brachten de stad in rep en roer; en zij stormden op het huis van Jason aan met de bedoeling hen voor de volksvergadering te brengen. Maar toen zij hen niet vonden, sleurden zij Jason en enige broeders voor de stadsbestuurders, en schreeuwden: Dezen, die de wereld in opschudding gebracht hebben, zijn ook hier gekomen, en Jason heeft hen in zijn huis opgenomen. En zij handelen allen in strijd met de geboden van de keizer door te beweren, dat er een andere koning, Jezus, is. En zij maakten de bevolking en de stadsbestuurders, die dit hoorden, ongerust. Doch toen dezen van Jason en de anderen een borgtocht hadden ontvangen, lieten zij hen vrij.
Handelingen 18:12-16
Maar toen Gallio landvoogd van Achaje was, keerden zich de Joden als een man tegen Paulus en brachten hem voor de rechterstoel, en zeiden: Deze tracht de mensen te overreden om God op onwettige wijze te vereren. En toen Paulus op het punt stond zijn mond te openen, zeide Gallio tot de Joden: Indien er sprake was van enige onrechtmatigheid of misdrijf, zou ik u, o Joden, uit de aard der zaak ontvankelijk verklaard hebben; maar nu het geschillen zijn over een woord en namen en de wet, die bij u geldt moet gij het zelf maar uitmaken; hierover wil ik geen rechter zijn. En hij joeg hen van zijn rechterstoel weg.
Handelingen 19:37
Want gij hebt deze mannen opgebracht, zonder dat zij tempelrovers zijn, of onze godin lasteren.