Het gebed

God wil gebeden worden in waarheid; het bidden moet niet zijn om de mensen.

Mattheüs 23:5-7a
Al hun werken doen zij om in het oog te lopen bij de mensen, want zij maken hun gebedsriemen breed en hun kwasten groot, zij houden van de eerste plaats bij de maaltijden en van de erezetels in de synagogen, en van de begroetingen op de markten en om door de mensen rabbi genoemd te worden.
Marcus 12:38-39
En Hij zeide in zijn onderwijs: Wacht u voor de schriftgeleerden, die gesteld zijn op het wandelen in lange gewaden en op begroetingen op de markten, en op erezetels in de synagogen en eerste plaatsen bij de maaltijden, die de huizen der weduwen opeten en voor de schijn lange gebeden uitspreken: dezen zullen een zwaarder oordeel ontvangen.
Lukas 20:46-47
Wacht u voor de schriftgeleerden, die gesteld zijn op het wandelen in lange gewaden en houden van begroetingen op de markten, erezetels in de synagogen en eerste plaatsen bij de maaltijden; die de huizen der weduwen opeten en voor de schijn lange gebeden uitspreken: dezen zullen een zwaarder oordeel ontvangen.

Men moet in een toestand zijn waarin men kan bidden.

1 Petrus 3:7
Desgelijks gij, mannen, leeft verstandig met uw vrouwen, als met brozer vaatwerk, en bewijst haar eer, daar zij ook medeërfgenamen zijn van de genade des levens, opdat uw gebeden niet belemmerd worden.
1 Petrus 4:7z
Komt dus tot bezinning en wordt nuchter, opdat gij kunt bidden.

Bidden kan tot de Vader, maar specifiek ook tot Jezus:

Johannes 14:14
Handelingen 7:59-60
1 Korinthiërs 1:2
1 Johannes 5:14-15
Openbaring 22:20

((Te doen: Aparte pagina maken, en verwijzing van Drieëenheid daarheen.))