Commentaar op het boek der Psalmen
Feitelijk is Psalmen een bundel van vijf liedboeken. De titel „Psalmen van David”ꜛ was wellicht de titel van het eerste boek, dat inderdaad waarschijnlijk enkel psalmen van David bevat.
De Bijbel is het woord van God aan de mens, maar Psalmen is tegelijk het woord van de mens aan God, en dat is te merken. Vanzelfsprekend put de mens, in zijn pogingen God te loven, uit zijn culturele bagage. We vinden daarom allereerst zowel in vorm als inhoud veel terug wat we ook bij omringende volkeren aantreffen.
Verder laat God beweringen toe die op de wijze waarop de zanger ze bedoelde onjuist kunnen zijn. De negatieve inspiratie garandeert dat ze op een hoger niveau wel juist zijn. Zo wordt bijvoorbeeld slechts in psalmen en liederen (2 Samuël 22:14) de gewone donder als Gods stem begrepen. God spreekt eenmaal met Mozes onder begeleiding van donder, bliksem en bazuingeschal (Exodus 19:19), maar de donder zelf als stem van God is een menselijke gedachte. Vergelijk de voorzichtige benadering van Job (Job 26:14) met Elihu's baude bewering (Job 37:2).
Kanttekeningen.
- Psalmen 68:5
- Door de vlakten: dezelfde consonantentekst kan worden gelezen als: op de wolken. Vergelijk Deuteronomium 33:26, Psalmen 104:3 en Jesaja 19:1.
- Psalmen 119:105
- Naar verluidt bonden Joden die ʼs nachts moesten trekken kleine olielampjes op hun sandalen, om bij het neerzetten van de voet te kunnen zien of ze niet op een distel of schorpioen trapten. Dat licht gaf dus zekerheid voor de huidige, maar geen zicht op de volgende stap.