Was er geen graflegging?

Als de begrafenisverslagen onbetrouwbaar zouden zijn zijn er meer tegenwerpingen mogelijk.

Tegenwerping (Onwaarschijnlijke begrafenis):
Gekruisigden werden in een gemeenschappelijke grafkuil gegooid. Dit was de verantwoordelijkheid van de Joodse Raad, om te voldoen aan de eis uit Deuteronomium.
Antwoord:
Dat zou vast ook gebeurd zijn, als Jozef niet snel gehandeld zou hebben. De Joden konden het lichaam krijgen omdat de Romeinen in vredestijd de Joodse gewoonten respecteerden. Als Jozef niet of later gekomen zou zijn zouden andere Joden het lichaam al weggenomen en in een massagraf gedumpt hebben — en die anderen zouden dan hebben kunnen getuigen tegen de opstanding, en dat, zoal niet spontaan dan toch wel tegen een beloning, zeker ook gedaan hebben, bij voorbeeld op de eerste Pinksterdag.
Er zijn veel ossuaria waarin spijkers met calciumresten gevonden zijn — een teken van kruisiging. Dat toont aan dat die lijken geïdentificeerd konden worden, en dus niet in een massagraf verdwenen waren. Als ze in eerste instantie in een massagraf begraven zijn hebben anderen hen later alsnog individueel begraven. Googlen naar afbeeldingen van „Yehohanan” toont een voorbeeld van een hiel met spijker waaraan nog splinters hout, gevonden in een ossuarium.
Het betrof hier maar drie lichamen (waarvan slechts Jezus geen gebroken benen had), dus identificatie na opgraving op de eerste weekdag zou geen problemen hebben opgeleverd.
Maar zelfs als het lichaam in een grafkuil gegooid en niet meer opgegraven was zouden de vrouwen de locatie waargenomen en naderhand met een symbolische begrafenis (een steentje neerleggen) geëerd hebben. Een opstandingsverhaal zou ook dan weerlegd zijn — door de niet-open kuil.

Hier volgen enige citaten uit antieke teksten over kruisigen en begraven.

Digesta, Ulpianus, Over de plichten van de Proconsul, Book IX, 1
„The bodies of those who are condemned to death should not be refused their relatives; and the Divine Augustus, in the Tenth Book on his life, said that this rule had been observed. At present, the bodies of those who have been punished are only buried when this has been requested and permission granted; and sometimes it is not permitted, especially where persons have been convicted of high treason. Even the bodies of those who have been sentenced to be burned can be claimed, in order that their bones and ashes, after having been collected, may be buried.”
Josephus, Tegen Apion, Book II.30
However, there are other things which our legislator ordained for us beforehand, which of necessity we ought to do in common to all men; as to afford fire, and water, and food to such as want it; to show them the roads; not to let any one lie unburied.
Josephus, Joodse Oorlog 4.317
The Idumeaens (a group of foreigners that Josephus considers impious and evil) „actually went so far in their impiety as to cast out their dead bodies without burial, although the Jews are so careful about burial rites that even malefactors who have been sentenced to crucifixion are taken down and buried before sunset”
Leven van Josephus, 420-421
and when I was sent by Titus Caesar with Cerealius, and a thousand horsemen, to a certain village called Thecoa, in order to know whether it were a place fit for a camp, as I came back, I saw many captives crucified; and remembered three of them as my former acquaintance. I was very sorry at this in my mind, and went with tears in my eyes to Titus, and told him of them; so he immediately commanded them to be taken down, and to have the greatest care taken of them, in order to their recovery; yet two of them died under the physician's hands, while the third recovered.

((Elders te doen.))

Legato ad Gaium, Philo van Alexandrië
(the Jews) „appealed to Pilate to redress the infringement of their traditions caused by the shields and not to disturb the customs which throughout all the preceding ages had been safeguarded without disturbance by kings and by emperors”
Flavius Josephus, Joodse Oorlog Book 2,6
So now riches flowed in to Agrippa by his enjoyment of so large a dominion; nor did he abuse the money he had on small matters, but he began to encompass Jerusalem with such a wall, which, had it been brought to perfection, had made it impracticable for the Romans to take it by siege; but his death, which happened at Cesarea, before he had raised the walls to their due height, prevented him. He had then reigned three years, as he had governed his tetrarchies three other years. He left behind him three daughters, born to him by Cypros: Bernice, Mariamne, and Drusilla, and a son born of the same mother, whose name was Agrippa: he was left a very young child, so that Claudius made the country a Roman province, and sent Cuspius Fadus to be its procurator, and after him Tiberius Alexander, who, making no alterations of the ancient laws, kept the nation in tranquillity.