Samenhangꜛ
Één techniek om de betrouwbaarheid van (historische en juridische) getuigenissen vast te stellen is de coherentieꜛ. Als een verhaal een uitvoerig en realistisch beeld schept, met details die slechts aan ingewijden bekend hadden kunnen zijn, en verschillende van die details controleerbaar en waar blijken te zijn, dan maakt dit het gehele verhaal waarschijnlijk.
Welnu, de evangeliën scheppen zo'n beeld van het eerste-eeuwse Palestina (en Handelingen ook van andere delen van het Romeinse Rijk). We leren feiten omtrent historische personen (de leden van de familie Herodes, Pontius Pilatus, Agrippa), omtrent groepen en partijen (Farizeeën, Sadduceeën, herodianen, zeloten), de religieuze organisatie (schriftgeleerden, priesters, de tempelorganisatie, hoe het toeging in synagogen), de mentaliteit van bevolkingsgroepen (Judeeërs, Galileeërs, Samaritanen), economische verhoudingen (arme fella's, pachters en buitenlandse eigenaren, dagloners, de religieuze en seculiere belastingstelsels), noem maar op. Deze feiten schetsen een overtuigend en samenhangend geheel van de toestanden in die tijd en in die plaats — zoiets verzint men niet. En dan, daarenboven, blijken die details die controleerbaar zijn (bijvoorbeeld uit Josephus) ook juist te zijn. Deze gehele huishouding werd grondig en voorgoed vernield in 70 na Christus, en daarom is het zeker dat de auteurs feiten weergaven die werkelijk waren waargenomen.
Ook de persoon van Jezus wordt op zo'n coherente manier beschreven. Hij is uniek — we kunnen niemand van hetzelfde „type” aanwijzen, en toch zijn Zijn daden en uitspraken altijd „typisch Jezus” — niet in de zin dat Hij Zich voorspelbaar zou gedragen (zoals bijvoorbeeld Tijl Uylenspiegel, of Pietje Bell), maar juist in Zijn steeds weer in gunstige zijn boven de voorspelbaarheid uitrijzen. Ook zijn er geen traditionele verhalen aan Zijn persoon gehangen, zoals we dat met vele volkshelden zien (de verhalen van Tijl Uylenspiegel zijn deels dezelfde als die van Naschreddin Hodja).
Als één getuige een dergelijke prestatie zou leveren zou dat nog als een geval van geniale fantasie kunnen worden afgedaan, maar in het Nieuwe Testament bezitten we verslagen van verschillende getuigen, die samen zowel van de Palestijnse toestanden als van Jezus dit samenhangende, en waar controleerbaar juiste, beeld schetsen, terwijl ze elkaar op details schijnen tegen te spreken. Ook dit laatste is belangrijk, want het toont aan dat de eenheid geen gevolg van een redactor is.
((Te doen.))
Paul's appearance chronology does not match Luke's (or any other Gospel). Acts has Paul going right to Jerusalem after his conversion, but Paul says he waited three years. Acts has Paul going to Jerusalem five times, Paul says he went three times. Paul says he had only been to Jerusalem once prior to appearing before the council, Acts says he had been there twice. Acts has Paul present at the stoning of Stephen, but Paul says his face was still unknown in Judea until after his conversion. Acts has Paul still observing Jewish law, sacrificing at the Temple and condoning circumcision for conversion, all of which contradict everything Paul says he stands for in his own letters. Paul says in Acts that the Pagans don't know there is only one God, in Romans, he says they;ve always known it.
The Gospel of John refers three times to Christians being expelled from Jewish synagogues and says it happened during the life of Jesus. This is not something that happened until about 85 CE. A witness would never think it happened within the life of Jesus.