Bovennatuurlijke machten

Sommige geloven betreffen het bestaan van eindige bovennatuurlijke machten. Het kan dan gaan om polytheïsme (veelgodendom), om dualisme (tweegodendom), om één eindige god (henotheïsme, niet te verwarren met het monotheïsme!), om animisme (het geloof in talloze geesten die plaatsen en voorwerpen bewonen), of om nog andere vormen.

Van een godenpaar kan er in principe één transcendent zijn.

Talloze godsdiensten kennen een collectie eindige goden, zoals de Griekse (Zeus, Hera, ‥) of de Germaanse (Wodan/Odin, Donar, ‥), of bovennatuurlijke eindige machten, zoals de Romeinse (Jupiter, Minerva, ‥). Deze goden en machten leven binnen het heelal, en zijn daar dus niet de grond van — eventuele scheppingsmythen betreffen altijd het organiseren, en niet het tot aanzijn brengen van de materie. Daarmee hebben deze levensovertuigingen dezelfde problemen als alle immanente posities.

Het is evenzeer problematisch die machten te zien als verklaring voor de betrouwbare rede of andere kennis a priori — dat verschuift immers het probleem alleen maar (en leidt tot een potentieel oneindige regressie). Hoe weten die machten dat hun rede betrouwbaar is, dat hun visie van de wereld juist is? Zij hebben immers die rede noch die wereld geschapen. En al zouden ze dat op de één of andere wijze kunnen weten, hoe kan ik dan weten dat zij dat weten, en niet slechts pretenderen te weten?

In veel gevallen verandert het eventuele bestaan van dergelijke bovennatuurlijke machten niet zo heel veel aan de problemen, ten minste voor wie het bestaan van andere geesten al erkende. In zoverre dergelijke geesten lichaamsloos zijn, of natuurwetten kunnen breken, vergen ze een hoeveelheid extra verklaring.

Een grammaticale noot: in een immanente context is „god” een soortnaam: al erkennen sommige geloven slechts het bestaan van één god, er is niets contradictoirs aan het bestaan van meer goden, en vele religies geloven daar ook in. Volgens de Nederlandse spellings- en stelregels wordt dan het lidwoord gebruikt, en geen hoofdletter: Zeus is een god.

((Te doen.))

Anthony Garrard Newton Flews parabel van de tuinman is geldig voor immanente machten.

Veel vereerders van immanente goden erkennen ook de Schepper-God als hoger dan die. Zie de eed der Isismysten die zich indrukwekkend richt op de Schepper die, in overeenstemming met de Bijbelse informatie, hemel en aarde (Genesis 1:7), duister van licht (Genesis 1:4), en zo voort, scheidde — en dan toevoegt: „En ik zweer ook bij de goden die ik vereer” (R.­Merkelbach, ZPE 55, 73). Zie ook het geloof in Schepper en zondeval in Afrikaanse religies.