Bedieningenꜛ en gavenꜛ
Bedieningen zijn functies die vervuld worden door mensen met een specifieke geestesgaveꜛ.
- Handelingen 13:1
- Nu waren er te Antiochië in de gemeente aldaar profeten en leraars, namelijk: Barnabas, Simeon, genaamd Niger, Lucius van Cyrene, Manaen, de zoogbroeder van Herodes, de viervorst, en Saulus.
- 2 Timotheüs 1:11
- En ik ben daartoe aangesteld als verkondiger, apostel en leraar.
De functie van herder behoort wellicht bij het ambt van opziener.
Binnen die functies bestaat een rangorde. God geeft die gaven namelijk tot opbouw van de gemeente. Daarvoor is profetie het meest geschikt, en de tongengave, die voor ongelovigen bedoeld is, het minst.
- 1 Korinthiërs 14:1-3
- Jaagt de liefde na en streeft naar de gaven des Geestes, doch vooral naar het profeteren. Want wie in een tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand verstaat het; door de Geest spreekt hij geheimenissen. Maar wie profeteert, spreekt voor de mensen stichtend, vermanend en bemoedigend.
- 1 Korinthiërs 14:5
- Ik wilde wel, dat gij allen in tongen spraakt, maar liever nog, dat gij profeteerdet. Wie profeteert, is meer dan wie in tongen spreekt, tenzij hij het ook uitlegt, zodat de gemeente stichting ontvangt.
Zonder vertaling is in de gemeente de tongenspreker de enige die het begrijpt, en dus gesticht wordt: het gesprokene blijft onvruchtbaar voor de gemeente. Paulus noemt de tongengaven dan ook consequent als laatste in de lijstjes van gaven.
- 1 Korinthiërs 12:8-10
- Want aan de een wordt door de Geest gegeven met wijsheid te spreken, en aan de ander met kennis te spreken krachtens dezelfde Geest; aan de een geloof door dezelfde Geest en aan de ander gaven van genezingen door die ene Geest; aan de een werking van krachten, aan de ander profetie; aan de een het onderscheiden van geesten, en aan de ander allerlei tongen, en aan weer een ander vertolking van tongen.
- 1 Korinthiërs 12:28
- En God heeft sommigen aangesteld in de gemeente, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, verder krachten, daarna gaven van genezing, (bekwaamheid) om te helpen, om te besturen, en verscheidenheid van tongen.
- 1 Korinthiërs 12:29-30
- Zijn zij soms allen apostelen? Allen profeten? Allen leraars? Allen krachten? Hebben soms allen gaven van genezing? Spreken soms allen in tongen? Vertolken zij soms allen?
Ook in de lijst van mogelijke bijdragen aan de dienst staan de tongen achteraan.
- 1 Korinthiërs 14:26
- Hoe staat het dan, broeders? Telkens als gij samenkomt, heeft ieder iets: een psalm of een lering of een openbaring of een tong of een uitlegging; dat alles moet tot stichting geschieden.
Dit is meteen een goede test voor Geestesgaven: zijn ze geschikt om te dienen? Gaven zijn namelijk maar tijdelijke hulpmiddelen waarmee we onze dienende liefde handen en voeten kunnen geven.
- 1 Korinthiërs 12:31
- Streeft dan naar de hoogste gaven. En ik wijs u een weg, die nog veel verder omhoog voert.
- 1 Korinthiërs 13:8
- De liefde vergaat nimmermeer; maar profetieën, zij zullen afgedaan hebben; tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben.