Deelgeesten

Binnen de menselijke geest kunnen „deelgeesten” optreden.

Numeri 5:14
en wanneer dan de geest der jaloersheid over hem komt, zodat hij jaloers wordt ten aanzien van zijn vrouw, terwijl zij zich verontreinigd heeft, of wanneer de geest der jaloersheid over hem komt, zodat hij jaloers wordt ten aanzien van zijn vrouw, terwijl zij zich niet verontreinigd heeft,
Numeri 5:30
of als over een man de geest der jaloersheid is gekomen, zodat hij jaloers is ten aanzien van zijn vrouw; hij zal de vrouw voor het aangezicht des Heren stellen en de priester zal heel deze wet op haar toepassen.
Deuteronomium 34:9
Jozua nu, de zoon van Nun, was vol van de geest der wijsheid, want Mozes had zijn handen op hem gelegd. Daarom luisterden de Israëlieten naar hem en deden zoals de Here Mozes geboden had.
1 Koningen 22:22-23
Hij antwoordde: ik zal heengaan en een leugengeest worden in de mond van al zijn profeten. Toen zeide Hij: gij moet hem verleiden, en gij zult er ook toe in staat zijn; ga heen en doe het. Nu dan, zie, de Here heeft een leugengeest gegeven in de mond van al deze profeten van u, en de Here heeft onheil over u besloten.
2 Kronieken 18:21-22
Hij antwoordde: Ik zal heengaan en tot een leugengeest worden in de mond van al zijn profeten. Toen zeide Hij: gij moet hem verleiden en gij zult er ook toe in staat zijn; ga heen en doe het. Nu dan, zie, de Here heeft een leugengeest gegeven in de mond van deze profeten van u, en de Here heeft onheil over u besloten.
Jesaja 11:2
En op hem zal de Geest des Heren rusten, de Geest van wijsheid en verstand, de Geest van raad en sterkte, de Geest van kennis en vreze des Heren;
Hosea 4:12
Mijn volk raadpleegt zijn hout, en zijn staf moet het voorlichten. Want een geest van ontucht doet hen dwalen, zodat zij zich in ontucht aan hun God onttrekken.
Hosea 5:4
Hun daden gedogen niet, dat zij zich bekeren tot hun God. Want een geest van ontucht woont in hen, en de Here kennen zij niet.
Lukas 13:11
En zie, er was een vrouw, die reeds achttien jaren een geest van zwakheid had en verkromd was en zich in het geheel niet kon oprichten.
1 Korinthiërs 4:21
Wat wilt gij? Moet ik met de roede tot u komen, of met liefde en in een geest van zachtmoedigheid?
Galaten 6:1
Broeders, zelfs indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt gij, die geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op uzelf; gij mocht ook eens in verzoeking komen.
Zie ook
Lukas 9:39.