Liefde als criterium

De liefde is de test waardoor de Christen kan weten dat hij inderdaad bij God hoort.

Johannes 13:35
Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander.
2 Petrus 1:5-8
Maar schraagt om deze reden met betoon van alle ijver door uw geloof de deugd, door de deugd de kennis, door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de volharding de godsvrucht, door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde (jegens allen). Want als deze dingen bij u aanwezig zijn en overvloedig worden, laten zij u niet zonder werk of vrucht voor de kennis van onze Here Jezus Christus.
1 Johannes 2:10
Wie zijn broeder liefheeft, blijft in het licht en in hem is niets aanstotelijks;
1 Johannes 3:14a
Wij weten, dat wij overgegaan zijn uit de dood in het leven, omdat wij de broeders liefhebben.
1 Johannes 4:12z
indien wij elkander liefhebben, blijft God in ons en zijn liefde is in ons volmaakt geworden.

Sterker nog, het is het bewijs van zijn zoonschap. Andersom geldt ook, overigens.

1 Johannes 5:2-3a
Hieraan onderkennen wij, dat wij de kinderen Gods liefhebben, wanneer wij God liefhebben en zijn geboden doen. Want dit is de liefde Gods, dat wij zijn geboden bewaren.

En negatief: haat is een teken dat wij nog in de duisternis zijn.

2 Petrus 1:9
Want bij wie zij {= de deugden met als hoogste de liefde} niet zijn, die is verblind in zijn bijziendheid, daar hij de reiniging van zijn vroegere zonden heeft vergeten.
1 Johannes 2:9
Wie zegt in het licht te zijn en zijn broeder haat, die is in de duisternis tot nu toe.
1 Johannes 2:11
maar wie zijn broeder haat, is in de duisternis en wandelt in de duisternis en hij weet niet waar hij heengaat, want de duisternis heeft zijn ogen verblind.
1 Johannes 3:14z-15
Wie niet liefheeft, blijft in de dood. Een ieder, die zijn broeder haat, is een mensenmoorder en gij weet, dat geen mensenmoorder eeuwig leven blijvend in zich heeft.
1 Johannes 4:8a
Wie niet liefheeft, kent God niet,
1 Johannes 4:20
Indien iemand zegt: Ik heb God lief, doch zijn broeder haat, dan is hij een leugenaar; want wie zijn broeder, die hij gezien heeft, niet liefheeft, kan (ook) God, die hij niet gezien heeft, niet liefhebben.