Uitvoerꜛ
Er is ook een instituut Uitvoer nodig dat de genomen beslissingen implementeert.
- Ook dit instituut moet onafhankelijk zijn, dus niet bestaan uit gekozen leden. Het besloten beleid dient zuiver en neutraal ingevoerd te worden, en niet door politieke belangen (zoals een populariteitswens) te worden bijgesteld.
- Het moet consequent terugkoppelen naar het invoerinstituut.
- Zo veel mogelijk moet functioneel, niet politiek verdeeld worden. Derhalve zijn er geen departementen, maar bureaus voor zaken als:
- Verslaglegging en controle;
- Informatievoorziening;
- Inkoop en aanbesteding;
Het instituut Uitvoer heeft een hoofd dat in bijzondere gevallen („ingrijpen”ꜛ) de coördinatie van het beleid op zich neemt. ((Zie ook het staatshoofd.))
Het instituut Uitvoer kan zelfstandig opereren, dat wil zeggen: zonder afhankelijkheid van de Volksvertegenwoordiging. Als er om wat voor reden dan ook geen werkende Volsvertegenwoordiging is (bijvoorbeeld: ze is met reces, ontbonden, of gegijzeld) bestuurt Uitvoer aan de hand van de bestaande wet- en regelgeving.