Het opschrijven

Tegenwerping (tekstuele impliceert geen factuele juistheid):
De tekst van „Pinkeltje” ligt ook met grote zekerheid vast. Dat maakt de daarin beschreven avonturen van Pinkeltje nog niet waar.
Antwoord:
Dat klopt. Om de juistheid van een getuigenis te controleren zijn er andere technieken.
Hier onderscheiden we externe criteria en interne criteria.

De vier evangeliën schetsen ons een overtuigend en samenhangend beeld van een complexe persoonlijkheid — Jezus. Dit is heden ten dage als niet eenvoudig (zoals auteurs beamen), en was in de context waarin de evangeliën ontstaan zijn nagenoeg onmogelijk: de traditie zulks maar te pogen ontbrak, en voorbeelden naar het leven ontbraken ook — want de geschetste Jezus was uniek, en leefde vanuit een beginsel dat niemand anders aanhing. Dat betekent dat Jezus bestaan moet hebben, maar ook dat Hij inderdaad een natuur en karakter als het geschetste moet hebben gehad. Als Jezus in werkelijkheid een charlatan, of een vrijheidsstrijder was geweest had Hij niet model kunnen staan voor die beschrijvingen.

Integraal deel van het leven van Jezus waren de wonderen die Hij deed. Ook zonder die wonderen zou Jezus niet geweest zijn zoals Hij beschreven wordt, en dus niet model hebben kunnen staan voor die beschrijvingen.

De evangelieschrijvers zijn dus getrouw geweest in het optekenen van de handelingen van Jezus — wat hen a priori tot hoogst betrouwbaar bij het optekenen van andere feiten maakt.