Aanhalingen omtrent het huwelijk

Man en vrouw zullen tot één vlees zijn

Genesis 1:27
En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen.
Genesis 2:24
Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zij zullen tot één vlees zijn.
Genesis 5:1z-2
Ten dage, dat God Adam schiep, maakte Hij hem naar de gelijkenis Gods; man en vrouw schiep Hij hen, en Hij zegende hen en noemde hen ‚mens’ ten dage, dat zij geschapen werden.
Mattheüs 19:4-5
Hij antwoordde en zeide: Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper hen van den beginne als man en vrouw heeft gemaakt? En Hij zeide: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot één vlees zijn.
Marcus 10:6-8
Maar van het begin der schepping heeft Hij hen als man en vrouw gemaakt; daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, en die twee zullen tot één vlees zijn. Zo zijn zij niet meer twee, maar één vlees.
1 Korinthiërs 6:16z
Want, zegt Hij, die twee zullen tot één vlees zijn.
Efeziërs 5:31
Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn.

De scheidbrief (de verzen uit Deuteronomium, Jesaja en Jeremia zijn de enige vier voorkomens van het Hebreeuwse „keriythuth”, ‚scheiding’).

In tegenstelling tot de aanhalingen omtrent het één vlees zijn, gaat het hier om verdraaiingen van de tekst door de Farizeeën.

Deuteronomium 24:1-4
Wanneer iemand een vrouw genomen en gehuwd heeft, dan zal, — als hij haar geen genegenheid toedraagt, omdat hij iets onbehoorlijks aan haar gevonden heeft, en hij een scheidbrief geschreven en haar die overhandigd heeft, waarna hij haar uit zijn huis heeft weggezonden; en als zij dan uit zijn huis vertrokken, haars weegs gegaan en de vrouw van een ander geworden is; en als dan de laatste man een afkeer van haar krijgt, een scheidbrief schrijft, haar die overhandigt en haar uit zijn huis wegzendt; of als de laatste man, die haar tot vrouw genomen heeft, gestorven is — dan zal de eerste echtgenoot, die haar weggezonden heeft, haar niet opnieuw tot vrouw mogen nemen, nadat zij verontreinigd is geworden; want dat is een gruwel voor het aangezicht des Heren; gij zult geen zonde brengen over het land dat de Here, uw God, u ten erfdeel geven zal.
Mattheüs 5:31
Er is ook gezegd: Al wie zijn vrouw wegzendt, moet haar een scheidbrief geven.
(Dit is traditie, geen Mozaïsche Wet.)
Mattheüs 19:7
Zij zeiden tot Hem: Waarom heeft Mozes dan bevolen een scheidbrief te geven en haar (daarmede) weg te zenden?
(Dat heeft Mozes niet bevolen: hij zegt slechts wat verboden is als het eenmaal gebeurd is.)

Een indirecte verwijzing is te vinden in het Evangelie naar Marcus:

Marcus 10:4
Zij zeiden: Mozes heeft toegestaan een scheidbrief te schrijven en haar (daarmede) weg te zenden.
(Jezus vroeg naar wat Mozes geboden had, en de Farizeën antwoorden wat Mozes toegestaan zou hebben. Maar zelfs dat is onjuist: Mozes staat het schrijven van een scheidbrief nergens toe!)

Er zijn nog twee Oudtestamentische passages waarin God Zelf over een scheidbrief spreekt.

Jesaja 50:1
Zo zegt de Here: Waar toch is de scheidbrief uwer moeder, waarmede Ik haar verstoten heb? Of wie van mijn schuldeisers is het, aan wie Ik u verkocht heb? Zie, om uw ongerechtigheden zijt gij verkocht en om uw overtredingen is uw moeder verstoten.
Jeremia 3:8-9
Maar Ik zag, toen Ik Afkerigheid, Israël, ter oorzake van haar echtbreuk, verstoten en haar de scheidbrief gegeven had, dat haar zuster, Trouweloze, Juda, zich niet liet afschrikken, maar heenging en eveneens ontucht pleegde; en door haar lichtvaardig gepleegde ontucht ontwijdde zij het land; ja, zij bedreef overspel met steen en met hout.