Het quantenvacuümꜛ
Één van de grootste ontdekkingen van de afgelopen halve eeuw is dat lege ruimte energie, en dus massa, heeft. Naast wiskundige en natuurkundige wetten blijkt het ook iets te hebben waar die wetten op van toepassing kunnen zijn: onder meer uitgestrektheid voor de wiskunde, en massa/energie voor de natuurkunde. Lege ruimte staat heel ver van niets af.
Ook is het voor zover wij weten instabiel: het zal op sommige momenten deeltjes produceren. Ook worden deeltjes geabsorbeerd, maar met deeltjes is ruimte geen quantenvacuüm, dus dat aspect valt niet onder dit onderwerp. (Als wij zouden weten dat het quantenvacuüm stabiel was zouden we over dezelfde staat van dat vacuüm verschillende waarden weten die we volgens het onbepaalbaarheidsprincipe niet samen kunnen weten.
- Tegenwerping (Heelal uit nietsꜛ):
- In 1982 heeft Alexander Vilenkinꜛ in „Creation of universes from nothing”ꜛ beschreven hoe een heelal uit niets kan ontstaan.
- Antwoord:
- Het werk van Vilenkin is zeer interessant, maar het ontstaan van iets uit niets is onmogelijk, en als het al kon zou het onbeschrijfbaar zijn, omdat de beginsituatie, „niets”, onbeschrijfbaar is. Er is letterlijk niets waar die beschrijving van uit zou kunnen gaan, en de eerste stap zou daarom enkel kunnen zijn het poneren van iets dat op een gegeven moment ontstaat.
- Wat Vilenkin in werkelijkheid doet is beschrijven hoe een heelal zou kunnen ontstaan uit een bepaalde („symmetrische”) vacuümtoestand waarin tijd en heel bepaalde natuurkundige wetten gelden. Dat Vilenkin die toestand als „literally nothing” beschrijft is een bron van veel verwarring.