Bewustzijnꜛ
Één van de grote problemen binnen het naturalisme betreft het bewustzijn. Feitelijk zijn er twee zaken te verklaren: ten eerste het bestaan (en ontstaan) van bewustzijn op zich, en ten tweede de (veronderstelde en onbewijsbare) correlatie van ons bewustzijn met een buitenwereld.
Ergens qualia behandelen. Een quale is niet hetzelfde als zijn eventuele neuronale substraat: pijn is iets anders dan neuronale activiteit — zelfs dan de activiteit die die pijnbeleving opwekt.
- Tegenwerping (Bewustzijn reduceerbaarꜛ):
- Totdat Einstein kwam meende men ook dat stof en energie niet tot elkaar te reduceren waren, of dat zwaartekracht iets wezenlijk anders was dan versnelling. Het feit dat wij de overeenkomst niet zien wil niet zeggen dat die er niet is.
- Antwoord:
- Al die zaken waren al beschrijfbaar, en wat Einstein deed was gelijkheden opstellen waar, bijvoorbeeld, massa aan de ene, en energie aan de andere kant voorkwam („E=mc²”ꜛ). Voor bewustzijn zullen wij dat nooit kunnen, want dat is niet naturalistisch beschrijfbaar. We zouden natuurlijk wel een willekeurige letter kunnen gebruiken (zeg, „B”) en daarvan zeggen dat die bewustzijn voorstelde, maar dan nog blijft onbeschrijfbaar wat die B dan doet. Einstein, en natuurkundigen vóór hem, wisten heel goed hoe ze die „E” en „m” correct in formules moesten gebruiken.
- Tegenwerping (Bewustzijn verklaarbaarꜛ):
- Er zijn allerlei kandidaatverklaringen voor bewustzijn. Ook al is geen van die kandidaten de juiste, op een dag zullen we de juiste wel vinden.
- Antwoord:
- Neen, onder naturalisme zullen we dat niet. Al zou er een verschijnsel X zijn dat bewustzijn veroorzaakt, dan kunnen wij dat nooit nagaan — want „nagaan” zou betekenen: bewustzijn correleren met dat verschijnsel, en dat vergt het anderszins vaststellen van bewustzijn. Een wereldbeeld waarin X bewustzijn veroorzaakt kan dan ook niet houdbaar zijn, tenzij het een niet-naturalistische informatiebron heeft.
- Als X bewustzijn veroorzaakt, dan is de situatie „X zonder bewustzijn” hetzij coherent, hetzij incoherent. Indien incoherent, wat is de tegenspraak (bij voorbeeld met natuurwetten) dan? Indien coherent, wat maakt dan dat X bewustzijn veroorzaakt?
Bewustzijn uit activiteitspatronen (geïntegreerde-informatietheorieꜛ (IITꜛ), φꜛ, synchrone 40-Hzgolven) kan niet bepalen tot hoever het bewustzijn reikt (is dit één groot veld of zijn het aaneenliggende kleinere?)
- Tegenwerping (Geest vergaat bij hersendoodꜛ):
- Geestesactiviteit is heel nauw gekoppeld aan hersenactiviteit, dus met de hersenen vergaat ook de geest. Daarom is de leer van een leven na de dood onredelijkꜛ.
- Antwoord:
- Inderdaad, gegeven het naturalisme (en dus het niet-bestaan van een transcendente geest) is dit een redelijke veronderstelling.
- Voor de transcendentist is de situatie geheel anders, omdat voor hem de geest zijn grond vindt in de droom van de hogere geest, en wat er gebeurt bij het sterven hangt dus van het verhaal van die droom af. Het verband tussen lichaam en geest bestaat enkel in zoverre de hogere geest dat denkt. Denk aan het verhaal van de naturalist die niet in een leven na de dood geloofde, en toen hij stierf ontwaakte — zijn gehele leven als naturalist was een droom geweest.
((Te doen.))
Een gelijkstelling van bewustzijn met een breintoestand is niet analytisch. Wat maakt die breintoestand tot iets bewusts? De naturalist kan zich, op straffe van dualisme, niet beroepen op een geestelijke (d.w.z. niet-natuurkundige) eigenschap die materie zou hebben. Hetzelfde probleem treedt op bij „de breintoestand veroorzaakt het bewustzijn. Welke causaliteit is dat?
Saul Kripkeꜛ zag nog een probleem: waar een bewering als „Water = H₂O” noodzakelijk is, lijkt een bewering als „Fysieke toestand X is bewustzijn” contingent. Als het noodzakelijk was zouden alle eigenschappen van bewustzijn verklaarbaar moeten zijn uit de natuurkundige toestand — en dat lijkt niet zo te zijn. En als die relatie contingent is, is bewustzijn op zijn hoogst concomitant met, en niet gelijk aan, die toestand.