Groeit op zeer kalkrijke plaatsen, vooral op oude muren en ruïnes.
Naamgeving
Van Latijn „herba parietaria”, ‚muurkruid’ < „parietarius”, ‚muur-’ < „paries”, ‚muur’, naar de standplaats.
Engels: pellitoryꜛ.
Geschiedenis
Keizer Trajanus (98 — 117) liet zoveel opschriften met zijn naam op openbare gebouwen aanbrengen, dat hij de bijnaam „herba parietaria”, ‚muurkruid’ kreeg.
Latijn „cannabis”, ‚hennep’ (niet gevonden) < Grieks „kannabis”, ‚hennep’ < Skythisch / Tracisch „kannabis”, ‚hennep’.
De Nederlandse naam is een onafhankelijke Germaanse ontlening aan de taal der Scythen en Thraciërs.
Engels: hempꜛ.
Laat-Latijn „humulus”, ‚hop’ < Middelnederlands „hommel”, ‚hop’.
De Nederlandse naam is wellicht verwant met „hoop”, ‚stapel’, en verwijst dan naar de manier waarop de takken als een hoop dooreengroeien.
Engels: hopꜛ.