Flavius Josephus over Jezusꜛ
De passage in Antiquitates 18:3.3 ¶63-64 (dus iets vóór deze passage) is omstreden, omdat er waarschijnlijk door Christenen aan gesleuteld is. In de ons overgeleverde vorm luidt zij als volgt.
„In die tijd leefde Jezus, een wijs man — als men hem nog een mens noemen mag. Hij heeft namelijk wonderbare werken volbracht. Hij was een leraar van mensen die graag de waarheid leren kennen. En vele Joden, maar ook vele Grieken heeft Hij voor Zich gewonnen. Hij was de Christus. En toen Pilatus Hem op aanklacht van de voornaamste mannen veroordeeld had tot de kruisdood, zijn degenen die Hem tevoren beminden niet van Hem heengegaan. Want op de derde dag verscheen Hij weer levend aan hen, zoals de profeten Gods van Hem getuigd hadden, terwijl deze tevens vele andere wonderbare dingen over Hem hadden voorspeld. En nog tot op de huidige dag is het volk der Christenen, zoals ze naar Hem werden vernoemd, niet uitgestorven.”
Volgens sommigen is de tekst in de overgeleverde vorm duidelijk hybride. Eerst „wijs man”, en dan „de Christus”, en tenslotte weer het (nog steeds) „niet uitgestorven”. Volgens hen gaat het bij de delen „als men hem nog een mens noemen mag”, „Hij was de Christus” en „Want op de derde dag verscheen Hij weer levend aan hen, zoals de profeten Gods van Hem getuigd hadden, terwijl deze tevens vele andere wonderbare dingen over Hem hadden voorspeld” om kanttekeningen van een Christelijke copiïst die in de tekst zelf terecht zijn gekomen.
Een andere plausibele suggestie komt van Henry Saint John Thackerayꜛ, die wijst op twee zaken: ten eerste dat kleine zinnetjes in de ons overgeleverde handschriften van Josephus vaak zijn weggevallen, en ten tweede dat de Griekse woorden αηθης (vreemd) en αληθης (waar) erg op elkaar lijken, en dat een Christelijke overschrijver gemakkelijk een leesfout of een vermeende correctie had kunnen maken. De oorspronkelijke tekst zou dan als volgt zijn geweest.
„In die tijd leefde Jezus, een wijs man. Hij heeft namelijk wonderbare werken volbracht. Hij was een leraar van mensen die graag vreemde dingen leren kennen. En vele Joden, maar ook vele Grieken heeft hij voor Zich gewonnen. Hij was de zogenaamde Christus. En toen Pilatus hem op aanklacht van de voornaamste mannen veroordeeld had tot de kruisdood, zijn degenen die hem tevoren beminden niet van hem heengegaan. Want op de derde dag — zo zeiden zij — verscheen hij weer levend aan hen, zoals de profeten Gods van hem getuigd hadden, terwijl deze tevens vele andere wonderbare dingen over hem hadden voorspeld. En nog tot op de huidige dag is het volk der Christenen, zoals ze naar hem werden vernoemd, niet uitgestorven.”
Deze tekst moet dan begrepen worden in de context van die tijd, waarin keizer Domitianusꜛ de Christenen genadeloos vervolgde, en veel lezers dus wel geïnteresseerd waren wie die Jezus dan wel mag zijn geweest. Voor hen was dat zinnetje „En hij was nou die zogenaamde Christus waarover jullie de laatste tijd steeds horen” — en dat maakt de terugverwijzing „Jezus, de zogenaamde Christus” in de Jakobuspassage begrijpelijk.
((Te doen.))
Het boek is in zowel in het Grieks als in het Arabisch overgeleverd. De Arabische versie heeft:
At this time [the time of Pilate] there was a wise man who was called Jesus. His conduct was good and (he) was known to be virtuous. And many people from among the Jews and the other nations became his disciples. Pilate condemned him to be crucified and to die. But those who had become his disciples did not abandon his discipleship. They reported that he had appeared to them three days after his crucifixion, and that he was alive; accordingly he was perhaps the Messiah, concerning whom the prophets have recounted wonders.
Hetzij de Christenen hebben toegevoegd, hetzij de Moslims weggenomen. Zolang er onzekerheid bestaat zullen we van het zwakste getuigenis uit moeten gaan.