Προσκυνησιςꜛ
In de Bijbel komt nagenoeg alleen het werkwoord voor, „προσκυνεω”ꜛ („aanbidden”ꜛ); éénmaal, in Johannes 4:23, komt „προσκυνητης”ꜛ („aanbidder”ꜛ) voor. Hieronder worden alle voorkomens geciteerd.
Het woord „προς-κυνεω” betekent letterlijk „toe-kussen”, en duidt de handeling van het zich op de grond werpen en voeten of zomen kussen aan, die onderwerping en eerbiedige erkenning als meester betekent. Het is het beeld dat met een ander woord in Psalm 2 wordt opgeroepen.
- Psalmen 2:12
- Kust de zoon, opdat hij niet toorne en gij onderweg niet te gronde gaat, want zeer licht ontbrandt zijn toorn. Welzalig allen die bij Hem schuilen!
Προσκυνησις is uitsluitend aan God voorbehouden, want God deelt Zijn eer niet.
- Mattheüs 4:8-10
- Wederom nam de duivel Hem mede naar een zeer hoge berg en hij toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid, en zeide tot Hem: Dit alles zal ik U geven, indien Gij U nederwerpt en mij aanbidt. Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan! Er staat immers geschreven: De Here, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen.
- Lukas 4:5-8
- En hij voerde Hem op een hoogte en toonde Hem al de koninkrijken der wereld in een ogenblik tijds. En de duivel zeide tot Hem: U zal ik al deze macht geven en hun heerlijkheid, want zij is mij overgegeven, en ik geef haar wie ik wil. Indien Gij mij dan aanbidt, zal zij geheel van U zijn. En Jezus antwoordde en zeide tot hem: Er staat geschreven: Gij zult de Here uw God, aanbidden en Hem alleen dienen.
- Handelingen 10:25-26
- En toen het geschiedde, dat Petrus binnentrad, kwam Cornelius hem tegemoet, viel hem te voet en bewees hem hulde. Maar Petrus richtte hem op en zeide: Sta op, ik ben zelf ook een mens.
- Openbaring 19:10
- En ik wierp mij neder voor zijn voeten om hem te aanbidden, maar hij zeide tot mij: Doe dit niet! Ik ben een mededienstknecht van u en uw broederen, die het getuigenis van Jezus hebben; aanbid God! Want het getuigenis van Jezus is de geest der profetie.
- Openbaring 22:8-9
- En ik, Johannes, ben het, die deze dingen hoorde en zag. En toen ik ze gehoord en gezien had, wierp ik mij neder voor de voeten van de engel, die ze mij toonde, om te aanbidden. Maar hij zeide tot mij: Doe dat niet! Ik ben een mededienstknecht van u en van uw broederen, de profeten, en van hen, die de woorden van dit boek bewaren; aanbid God!
Drie verwijzingen naar προσκυνεω beschrijven bijzondere situaties:
- Mattheüs 18:26
- De slaaf wierp zich neder als smekeling en zeide: Heb geduld met mij en ik zal u alles betalen.
- Marcus 15:19
- En zij sloegen Hem met een riet op het hoofd en bespuwden Hem en zij vielen op de knieën en bewezen Hem hulde.
- Openbaring 3:9
- Zie, Ik geef sommigen uit de synagoge des satans, van hen, die zeggen, dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar liegen; zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen en zich nederwerpen voor uw voeten, en erkennen, dat Ik u heb liefgehad.
In het eerste vers aanbidt de slaaf uit de gelijkenis zijn heer, die staat voor God; in het tweede is de aanbidding een spotten met Jezus; en in het derde is het Jezus zelf die aan ongelovigen de eer afdwingt.
(Uitwerken: vergelijk ook het voeten kussen bij de zalving van Jezus.)