Het argument van Anselmus

Anselmus geeft in zijn Monologium een argument in drie stappen, dat sterk leunt op het Platonisme van Aurelius Augustinus. Gegeven het bestaan van ideeën (universalia) volgt het bestaan van God als hoogste idee (universale) van waarheid, schoonheid, goedheid, en zo voort.

  1. Schoonheid, goedheid, waarheid bestaan in graden. Welnu, de idee is de hoogste graad, waarin de dingen gebrekkig participeren.
  2. De idee is alomtegenwoordig, want in enige mate aanwezig in alle zaken.
  3. Schoonheid, goedheid, waarheid bestaan in uiteenlopende vormen. Welnu, de idee is algemeen, „abstract”, onderliggend aan die verscheidenheid.

Daarmee voldoet die idee aan de criteria waaraan we God kunnen herkennen.