Gelijkheid

Een beginsel van de democratie is „One man, one vote”: iedereen heeft een even grote stem. Als we dit principe serieus willen nemen, moeten we maatregelen nemen om te voorkomen dat sommigen zich meer macht toeëigenen. Alles wat een oude, bedlegerige, laagopgeleide Islamitische negerin niet kan doen, mag een ander niet doen. Dus zijn er twee opties:

  1. We stellen ons oudje in staat dingen te doen (bijv.: we zorgen voor vervoer tijdens verkiezingen).
  2. We verbieden anderen het te doen (bijv. kamerleden beïnvloeden door lobbyen, of door brieven naar kamerleden te schrijven).

De juiste vorm van politieke beïnvloeding is: de bevolking overtuigen (bijvoorbeeld door cursiefjes als dit), zodat de bevolking bij de volgende verkiezingen op de juiste mensen stemt.

Het principe „One man, one vote” is strijdig met een districtenstelsel: in een districtenstelsel hebben groepen die fysiek bijeenwonen een grotere macht. Vissers kunnen in het havendistrict de meerderheid vormen, en zo een vertegenwoordiger in het parlement krijgen, terwijl imkers, hoewel er daar mogelijk meer van zijn, door hun verspreid wonen nergens een meerderheid kunnen krijgen en dus onvertegenwoordigd blijven.