Het varkenꜛ
Het zwijnꜛ is een onrein dier.
- Leviticus 11:7
- Ook het zwijn, omdat het wel gespleten hoeven, ja zelfs geheel doorkloofde hoeven heeft, maar niet herkauwt; onrein zal het voor u zijn.
- Deuteronomium 14:8
- Ook het zwijn, omdat het wel gespleten hoeven heeft, maar niet herkauwt; onrein zal het voor u zijn. Van hun vlees zult gij niet eten en hun aas zult gij niet aanraken.
Sterker nog, het varken is voor de Joden het onreine dier bij uitstek, en daardoor een symbolische verwijzing naar onreinheid en heidenen.
- Jesaja 65:4
- die in de graven zitten en op verborgen plaatsen overnachten; die vlees van zwijnen eten en in wier vaatwerk verfoeilijk voedsel is;
- Jesaja 66:3a
- Wie een stier slacht, verslaat een mens; wie een schaap offert, breekt een hond de nek; wie spijsoffer brengt, (offert) zwijnebloed; wie wierook ten gedenkoffer ontsteekt, prijst een afgod.
- Jesaja 66:17
- Zij, die zich heiligen en reinigen, om achter de ene man in het midden naar de hoven te gaan, die zwijnevlees eten, gruwelijke beesten en muizen, zullen tezamen verdwijnen, luidt het woord des Heren.
Zo wordt het gebruikt om de diepte van de ellende van de verloren zoon aan te duiden: onrein in een heidens land, en nog minder dan de varkens daar.
- Lukas 15:15-16
- En hij trok er op uit en drong zich op aan een der burgers van dat land en die zond hem naar het veld om zijn varkens te hoeden. En hij begeerde zijn buik te vullen met de schillen, die de varkens aten, doch niemand gaf ze hem.
Dit beeld maakt ook de kracht uit van het bekende spreekwoord.
- Mattheüs 7:6
- Geeft het heilige niet aan de honden en werpt uw paarlen niet voor de zwijnen, opdat zij die niet vertrappen met hun poten en, zich omkerende, u verscheuren.
Zo wordt ook gesuggereerd dat de Gadarenenꜛ/Gerasenenꜛ heidenen zijn.
- Mattheüs 8:30-32
- Nu werd er ver van hen een grote kudde zwijnen gehoed. De boze geesten smeekten Hem en zeiden: Indien Gij ons uitdrijft, laat ons dan in de kudde zwijnen varen. En Hij zeide tot hen: Gaat heen! Zij voeren uit en gingen in de zwijnen; en zie, de gehele kudde stormde langs de helling de zee in en zij kwamen om in het water.
- Marcus 5:11-13
- Nu werd daar bij de berg een grote kudde zwijnen gehoed. En zij smeekten Hem, zeggende: Zend ons in de zwijnen, dat wij daarin varen. En Hij stond het hun toe. En de onreine geesten gingen uit en voeren in de zwijnen; en de kudde, ongeveer tweeduizend, stormde langs de helling de zee in en zij verdronken in de zee.
- Marcus 5:16
- En die het hadden gezien, verhaalden hun, hoe het met de bezetene gegaan was en ook van de zwijnen.
- Lukas 8:32-33
- Nu werd op de berg een talrijke kudde zwijnen gehoed; en zij smeekten Hem, dat Hij hun zou toestaan daarin te varen. En Hij stond het hun toe. En de geesten voeren uit die mens en voeren in de zwijnen en de kudde stormde langs de helling het meer in en verdronk.
Er is nog een aanwijzing voor de veronderstelling dat het hier om heidenen ging.
- Marcus 5:18-19
- En toen Hij in het schip ging, smeekte de bezetene Hem, dat hij bij Hem mocht blijven. Doch Hij stond het hem niet toe, maar Hij zeide tot hem: Ga naar uw huis tot de uwen en bericht hun al wat de Here in zijn ontferming u gedaan heeft.
- Lukas 8:38-39
- En de man, van wie de boze geesten uitgevaren waren, verzocht Hem bij Hem te mogen blijven. Maar Hij liet hem heengaan en zeide: Keer terug naar uw huis en verhaal al wat God u gedaan heeft. En hij ging de gehele stad door verkondigen al wat Jezus hem gedaan had.
Jezus wil dat Zijn Messiasschap geheim blijft, maar tegen het bekend worden van Zijn daden heeft Hij geen bezwaar. Welnu, slechts een heiden zou geestdriftig over Jezus' daden kunnen vertellen zonder op zijn minst te suggereren dat Hij de Messiasꜛ zou kunnen zijn.