Abrogatieꜛ
Koranverzen spreken elkaar nogaleens tegen. Er is specifiek grote tegenspraak tussen de Mekkaanse en de Medinische periode — de vroege soera's zijn redelijk compatibel met het Joodse en Christelijke geloof; de laatste zeker niet.
Enige veranderingen:
- Macht en aanzien voor Mohammed
- In Mekka is Mohammed slechts een waarschuwer; in Medina wordt hij zèlf een machtsfactor, iemand die gehoorzaamd wil worden en eerbied eist.
- Gewelddadigheid
- Wetten betreffende de heilige oorlog Soera 2:256, Soera 9:3-5, Soera 2:217, Soera 47:4, Soera 8:39 (zeker)
- Vijandschap met Joden en Christenen
- De gebedsrichting Soera 2:142-144 (zeker)
- Abraham als voorloper.
- Was Mohammed in Mekka nog de eerste profeet die ooit naar de Arabieren gezonden was, in Medina hebben Abrahamꜛ en Ismaëlꜛ opeens in Mekka gewoond, en zijn zelfs de bouwers van de Ka'abaꜛꜛ — zodat Mohammed de laatste in een eerbiedwaardige lijn van profeten is.
Om deze verandering te kunnen rechtvaardigen is er de abrogatie (die zelf weer strijdt met de eeuwigheid van Gods Woord, en ook met de onveranderlijkheid van het verleden): Soera 2:106. Hier ligt een verband met de claim dat Torah en NT corrupt zouden zijn.
De Koran is veranderd (Soera 13:39, Soera 16:101): Mohammed heeft verzen vervangen, mansoekhꜛ door nasikhꜛ — de intrekkingswetꜛ. Enige zekere voorbeelden volgen — bij gebrek aan documentatie zijn er nog honderden onzekere plaatsen.
De intrekkingsleerꜛ is uniek onder de grotere religies.
Enige andere zekere aanpassingen:
- De verdeling van erfenissen Soera 4:7, Soera 4:11
- Het nachtgebed Soera 73:2, Soera 73:20
- De straf op overspel Soera 4:15-16, Soera 24:2
- Vergelding na misdaad Soera 2:178, Soera 5:48, Soera 17:33
De lijst met geabrogeerde verzen behandelen.