Jezus
((Te doen:))
De algemeen, ook door niet-Christenen erkende hoge morele standaard van Jezus.
Zijn nederigheid in combinatie met extravagante claims.
- Hij claimde God te zijn — in uitgerekend de ene cultuur in de oudheid waarin die claim onacceptabel was: de Joodse. Het was niet Zijn Messiasclaim die Hem in problemen bracht — vele anderen hebben die titel geclaimd.
- Hij claimde zondeloos te zijn — terwijl Hij scherper dan wie ook de zonde herkende, zelfs in diens meest verborgen en minimale vormen.
In dat opzicht zien we iets interessants bij Jezus, namelijk Zijn totaal gebrek aan zondebesef — terwijl men, hoe hoger men ethisch stijgt, des te meer beseft hoe slecht men wel niet is‥ Hiervoor zijn twee mogelijke verklaringen: hetzij Hij loog op dit punt, hetzij Hij meende werkelijk zondeloos te zijn. In dat laatste geval: hetzij Hij was zo'n ontaarde dat Hij Zijn zondigheid niet besefte (maar wel blijk gaf van een uiterst gevoelig zondenbesef waar het anderen betrof), hetzij Hij was werkelijk zondeloos. Een leugenaar is ook ethisch slecht, dus de keuze is: immoreel of zondeloos.
Ook de discipelen, die zo lang zo nauw met Hem samenleefden en zelf uiteindelijk zo'n gevoelig moreel besef hadden, hebben tot het bittere einde toe volgehouden dat Hij zonder zonde was. „Wie overtuigt Mij van zonde?” — niemand, zelfs valse getuigen niet.
(Zie ethiek.)
((Jezus sprak Hebreeuws: Handelingen 26:14, en de woordspelingen: brood/vlees, wijn/bloed, banim/abanim, bericht/vlees (Johannes 1:14), ‥))