Gebeds­verhoring

Tegenwerping (Onredelijke gebedsverhoring):
De leer van verhoring van gebeden is beperkt: God is niet vrij in het verhoren van gebeden, om verschillende redenen.
  • Vaak hangt zo'n verhoring samen met feiten van vóór het gebed. Als ik naar het station ren en bid dat de trein een paar minuten vertraging mag hebben, en dat blijkt ook zo te zijn, is dat dan een gebedsverhoring? En als ik later van de conducteur leer dat die vertraging komt doordat er een uur eerder een wisselprobleem was in Maastricht?
  • Er zijn zoveel tegenstrijdige gebeden. Soms direct: de boer bidt om regen, de vakantieganger om droog zonnig weer, maar vaak ook indirect: de winkelier bidt om veel klanten, de reiziger om lege wegen.
  • ((Te doen: andere al dan niet door robinsonisatie oplosbare eisen.))
Antwoord:
Zij w de complete toestand van de wereld, door ruimte en tijd heen, en G(w) de verzameling gebeden (smeek­beden, want het gaat hier niet om aanbidding, lofprijzing, schuld- of geloofsbelijdenis, of de talloze andere vormen van gebed) die in de wereld w zijn geuit. Gebeden zijn predicaten: een gebed g ∈ G(w) is verhoord als g(w) waar is.
Laten we aannemen dat er een criterium V(g, w) is dat aangeeft of God gebed g in wereld w wil verhoren. Wij kunnen dat criterium wellicht niet kennen of uitrekenen, maar God wel. Men kan zich voorstellen dat het onder meer afhangt van de toestand van de bidder en de aard van de vraag — maar de tegenwerping claimt dat het noodzakelijk moet afhangen van zaken als welke andere gebeden er zijn, welke andere doelen God heeft, of het tijdstip waarop het gebed gepleegd is, waardoor Gods vrijheid beperkt zou worden.
Het uiteindelijke antwoord daarop luidt natuurlijk dat God voorbij de limiet bestaat, en dus niet door dergelijke zaken gebonden is, maar de dekpuntstheorie staat ons toe te laten zien dat God zelfs binnen de limiet meer vrijheid heeft dan hier gesuggereerd wordt.
Gebedsverhoring betekent dat V(g, w) → g(w) (het omgekeerde geldt natuurlijk niet, want er zijn talloze zaken waar in de wereld waar nooit voor gebeden is, zoals details van het kernfusieproces in Betelgeuze), en wij moeten laten zien dat de volgende ∀g∈G(w): V(g,w) → g(w) mogelijk is. God is de Schepper, dus Hij is vrij in het kiezen van w — als extreem geval kan God een wereld kiezen waarin geen gebeden voorkomen. Maar laten we uitgaan van een wereld die verenigbaar is met onze ervaring E — dat levert de volgende eis:
∃w: E(w) ∧ ∀g∈G(w): V(g,w) → g(w)

((Te doen.))

Dekpunts­argument. Robinsonisatie (elders?) uitleggen; aannemelijk maken dat een rijk systeem nagenoeg altijd een groot aantal oplossingen heeft. De wereld heeft veel meer parameters, zoals de begintoestand van ieder elementair deeltje, dan gebeden, en nagenoeg al die parameters worden niet beperkt door E. Misschien is de reden voor die enorme hoeveelheid levenloze ruimte wel precies dat daaruit precies die deeltjes de aarde bereiken die veroorzaken dat de juiste gebeden verhoord worden, doordat ze chaotische processen sturen.))