De pronomieꜛ
Een pronomie of syndoxꜛ is een uitspraak met meer dan één waarheidsdekpuntꜛ. Omdat de waarheidswaardenruimteꜛ maar twee punten kent heeft zo'n zin twee dekpunten: waar en onwaar.
Het eenvoudigste voorbeeld is de waarheidssprekerspronomieꜛ zin „Deze zin is waar”: als we aannemen dat hij waar is zegt hij terecht dat hij waar is, en als we aannemen dat hij onwaar is liegt hij dat hij waar is.
Een pronomie geeft ons geen reden een wereldbeeld te verwerpen, maar ook niet om het te aanvaarden. Verdere feiten kunnen de keuze beperken en bepalen welke interpretatie van de pronomie gevolgd moet worden, maar dat kan slechts op zinvolle wijze als die verdere feiten onafhankelijk van de pronomie zijn. Anders krijgen we situaties zoals Jean Buridansꜛ „godsbewijs”:
- God bestaat.
- Geen van deze twee uitspraken is waar.
Haskell Curryꜛ heeft dit vereenvoudigd in Curry's paradoxꜛ (geen echte paradox): „Als deze zin waar is bestaat God.”.
((Te doen.))
Er is vast een meer courante term dan „pronomie”. Die vinden en gebruiken. Er zijn complexen van pronomieën die meer dan twee mogelijke oplossingen hebben. Niet ieder ondergespecificeerd stelsel is een pronomie — de zelfreferentie aan de waarheidswaarde moet de bron van de vrijheid zijn.
- Tegenwerping (Ongeldig godsbewijsꜛ):
- Maar het grote argument van dit boek is: „als ik iets kan weten bestaat God”, en dat is gewoon een subtielere vorm van Currys paradox.
- Antwoord:
- Feitelijk is mijn stelling zelfs nog sterker: „als ik iets kan weten in het Christendom waar”.
- ((Te doen. Mijn argument wordt inhoudelijk bewezen, niet door een lus waarin er geen mogelijke evaluatieordening meer is. Dat inhoudelijke bewijs omvat onder meer het boomargument.))
Voorbeeld geven:
((Te doen.))
„Deze zin is niet onwaar.”