Is een naturalistisch bewustzijn betrouwbaar?
Het evolutionair naturalisme leidt tot een transcendent tegenargument, want het geeft mij geen basis te vertrouwen dat mijn bewustzijn iets met enige werkelijkheid te maken heeft. Effectieve structuren ontstaan door evolutie; wat niet voldoet verdwijnt, en samen met willekeurige veranderingen leidt dat tot verbetering. Laat dat zo zijn — maar een bewustzijn dat geen invloed heeft op het gedrag is niet onderworpen aan dat mechanisme. Ons gedrag (inclusief eventueel ons virtueel bewustzijn) moge steeds betrouwbaarder worden, op ons reëel bewustzijn werken geen evolutionaire krachten.
Dat betekent dat er geen enkele correlatie behoeft te zijn tussen onze belevingen en een eventuele werkelijkheid, en dat wij dus in het bijzonder geen enkele reden hebben te geloven dat een wereld waarin evolutie mogelijk is bestaat.
((Als bewustzijn op enigerlei wijze superveniënt is aan ons brein, dan is de gekronkelde wijze waarop ons brein is georganiseerd haast een garantie dat ons bewustzijn niet overeenkomt met de werkelijkheid. Het wegvluchten voor een tijger kan net zo goed het bewustzijn van een dalende toon en de geur van zoute haring teweegbrengen als dat van een dier, gevaar en rennen — of andersom.))
((Te doen.))
Hetzij bewustzijn heeft causale invloed, hetzij niet. Zo niet, dan is er geen verklaring voor enige overeenkomst tussen bewustzijnsinhoud en werkelijkheid. Zo wel, dan zijn (wil evolutie de betrouwbaarheid van onze gewaarwordingen kunnen verklaren) blijkbaar verschillende vormen van bewustzijn bij hetzelfde substraat mogelijk, zodat de evolutie daaruit kon kiezen. Dat maakt de vraag naar de bron van bewustzijn acuut — de optie van een directe relatie met de essentiële onderliggende structuur valt dan af, en een meer accidentele relatie wordt waarschijnlijk. Misschien volgt bewustzijn uit functioneel weinig belangrijke quantale eigenschappen van de zenuwcelwand, zodat de evolutie door te spelen met de samenstelling van die wand een overeenkomst kon bewerkstelligen?
Om de betrouwbaarheid van onze gewaarwordingen, rede, en zo voort te kunnen bepalen zouden we die gewaarwordingen moeten vergelijken met de werkelijkheid. Wij hebben echter geen toegang tot die werkelijkheid (zo die al bestaat), en kunnen dus zelfs geen eerste begin met zo'n bepaling maken. Immanuel Kantꜛ had gelijk met zijn bewering dat zelfs ruimte en tijd niet gegeven zijn buiten onze beleving. Sterker nog: er is zelfs geen mogelijkheid onze beleving van het eigen denken te controleren — en het is a priori waarschijnlijk dat evolutie weinig gelegenheid heeft gehad dat aspect van ons beleven betrouwbaar te maken.
- Tegenwerping (Weten nodig voor overlevenꜛ):
- Overleven vergt wetenꜛ. Als onze overtuigingen teveel afwijken van de werkelijkheid zullen we niet overleven. Het feit dat we bestaan toont aan dat we accuraat weten.
- Antwoord:
- Dat is onjuist — ons gedrag moet adequaat zijn, maar ons weten is volgens het naturalisme epifenomenaal. Wij zouden als een machteloos staatshoofd in een schijnwereld kunnen leven terwijl het staatsapparaat de zaken regelt. Wij zouden kunnen menen te schitteren tijdens een soiree, terwijl ons lichaam (als wij al iets van dien aard hebben) adequaat in een strijd op leven en dood verwikkeld is.
- Sterker nog, daar ons bewustzijn zich ontwikkeld heeft zonder enige invloed op ons overleven zou het extreem toevallig zijn als de producten ervan ook maar iets met de werkelijkheid te maken hebben. We weten al dat we vaak dromen — dat onze belevingen losgekoppeld zijn van de werkelijkheid —; waarom zouden we denken dat ze dat ooit niet zouden zijn?
- Tegenwerping (Bewustzijn biedt evolutievoordeelꜛ):
- Bewustzijn geeft een evolutievoordeelꜛ.
- Antwoord:
- In een mechanistisch wereldbeeld is dat niet juist, want alles wat een mechanisme met bewustzijn kan doen, kan het ook zonder bewustzijn doen. Om effect te hebben dat bewustzijn invloed op het lichaam hebben, zodat het zich anders gaat gedragen. De gewone versies van de evolutietheorie gaan er echter vanuit dat er juist geen geest is die stuurt wat er hier op de wereld gebeurt.
- ((Verder nog te doen. Zie ook de theorie van de wederzijdse beïnvloeding.))