Is de schepper een cynische god?

Tegenwerping (God cynisch):
Misschien is God onbetrouwbaar, spiegelt hij ons enkel een hemel voor om ons te doen lijden, of vertelt hij ons sprookjes omtrent hoe de wereld in elkaar zit. En daarmee ontstaat voor de Christen een probleem, want mijn wereldbeeld kan wel verklaren waarom de Christen in een goede God gelooft (dat is een wrede grap van de sadistisch)e god, maar de Christen kan andersom niet verklaren, want zijn goede God zou mij nooit een vals beeld van een wrede god geven.
Antwoord:
Dat kan, maar als wereldbeeld is het onhoudbaar, omdat het ons geen basis geeft voor vertrouwen in onze eigen overtuigingen, inclusief deze overtuiging. Het leidt daarmee tot rationeel nihilisme. We kunnen ons dit dus wel afvragen (en eventueel weerleggen), maar we kunnen het niet in redelijkheid geloven.
Overigens is, zoals we zullen zien, een dergelijk geloof voor de Christen wel te verklaren uit de zondeval, als werk van de duivel, maar de Christen maakt een sterkere claim: niemand gelooft dit redelijk. De schrijver Clive Staples Lewis heeft hiermee geworsteld na de dood van zijn vrouw, die eerst op wonderbaarlijke wijze genezen leek. Hij zag geen goed in wat er gebeurd was. Uiteindelijk merkte hij dat juist deze vertwijfeling hem liet ontdekken dat zijn geloof onzuiver was (het liet namelijk die vertwijfeling toe), en dat er dus toch goed zat in wat er gebeurd was. Zijn worsteling is beschreven in een dagboek dat later gepubliceerd is onder de titel „A Grief Observed”.
((Nogmaals nalezen en nauwkeuriger hier beschrijven.))
Tegenwerping (God wreed):
Misschien wil god juist dat we de waarheid kennen opdat we des te meer lijden. Dan zou hij ons een betrouwbare rede geven.
Antwoord:
((Te doen.)) Wil hij dan dat we weten dat hij wreed is, of niet? Zo ja, waarom weten we dat dan niet? En zo neen, dan wil hij ons dus de waarheid niet laten kennen, en is onze rede — juist op het punt van ons wereldbeeld, waarop het hier aankomt — onbetrouwbaar.
Tegenwerping (God sluw):
Misschien is God weliswaar wreed, maar dooft hij ons ethisch gevoel zodat we het niet zo beleven. Ons ethisch besef kan intact blijven, evenals onze rede, zodat het wereldbeeld met die god aanvaardbaar blijft.
Antwoord:
Hieronder zou vallen een god die een onschuldige persoon laat lijden — bij voorbeeld een god die Jezus zou scheppen om die voor onze zonden te laten lijden.
((Te doen.))
Tegenwerping (God een geloofbare leugenaar):
Ik vind mezelf behoorlijk redelijk, en ik kan wel geloven in een god die liegt — in ieder geval gemakkelijker dan dat hele Christelijke verhaal.
Antwoord:
Niemand (behalve de solipsist) kan van zichzelf bepalen of hij redelijk is; dat kan enkel een soevereine geest. Wie iets bewijsbaar onredelijks gelooft is niet redelijk, en lijdt of doet aan zelfmisleiding — overigens een heel algemene toestand.
Verderop zullen we zien hoe het Christendom deze algemene zelfmisleiding verklaart.

((Te doen.)

Toevoegen: kwaad is posterieur aan goed.

Als een moreel verwerpelijke god onze moraliteit heeft gemaakt, hoe betrouwbaar is die laatste dan? Hoe kan een slechte god wezens maken die moreel hoger staan dan hijzelf? En wat betekent „moreel hoogstaand” in een door een slechte god geschapen universum? In die context is de claim dat die god moreel slecht is betekenisloos, want de maatstaf ontbreekt. De observering reduceert dan tot „mijn besef van goed is ongelijk aan dat van god” — maar zegt dat dan iets over gods of over ons besef? Het zou kunnen betekenen: gods gedrag strookt niet met de zedepijl.

Een eerste wezen heeft geen eigenschappen met mate — dus een slechte god is volslagen slecht. Dan zijn er argumenten nodig om de goedheid in dit leven te verklaren, analoog aan het probleem van het kwaad bij een goede God.