Skeptisch theïsmeꜛ
Skeptisch theïsme is de positie dat wij als eindige creaturen niet kunnen verwachten in te zien of zelfs maar te kunnen begrijpen wat het grotere goed zou kunnen zijn waarom God bepaald kwaad toelaat. Figuren in onze dromen, of karakters in een boek, zullen ook normaliter niet weten wat het grotere goed van hun wedervaren is. Dat grotere goed is zelfs vaak in het geheel niet in de droomwereld te vinden, maar in de hogere wereld.
- Tegenwerping (Verlammend skeptisch theïsmeꜛ):
- ls God goed is, moet ieder kwaad hier een afdoende reden hebben: dat kwaad moet dienen tot een groter goed — anders zou God wel ingegrepen hebben. Maar dan moeten wij dat kwaad dus niet verhinderen, want dat zou tegen Gods plan ingaan en het totale goed verminderen.
- Antwoord:
- Dat volgt niet, om verschillende redenen.
- Het argument is zelfweerleggend, want volgens dezelfde redenering zouden we kunnen „bewijzen” dat we juist wel moeten handelen. God laat dat handelen immers toe, dus is een wereld waarin we het kwaad wel verhinderen beter dan één waarin we dat niet doen.
- Misschien heeft God wel ingegrepen, door ons in een positie te brengen waarin wij dat kwaad kunnen verhinderen. Als wij dat dan niet doen gaan we tegen Gods wil in. Skeptisch theïsme gaat over feitelijk, actueel kwaad, en een beslissing tot ingrijpen gaat over mogelijk, potentieel kwaad.
- Mogelijk is de waarde van dat potentiële kwaad nu juist dat wij het verhinderen, niet actueel laten worden.
- Volgens de meeste transcendente wereldbeschouwingen heeft God ons een morele wet gegeven waaraan wij ons te houden hebben. Als die wet zegt dat we moeten ingrijpen moeten we ingrijpen.
- Het feit dat het bestaan op zich van kwaad een groter goed dient wil nog niet zeggen dat iedere instantie van dat kwaad dat doet. Ouders kunnen in het verzelfstandigen van hun kind voldoende reden zien het bepaalde verantwoordelijkheden over te dragen — maar dat wil niet zeggen dat diens keuze te gaan roken een groter goed dient — ze zullen wellicht de buur die met het kind praat en het overhaalt weer met roken te stoppen zeer dankbaar zijn.
- Tegenwerping (Gods onkenbare wilꜛ):
- Volgens het skeptisch theïsme weten wij niet welk groter goed God met een kwaad beoogt. Inderdaad, misschien wil Hij wel dat wij ingrijpen — maar misschien wil Hij ook juist wel dat wij niet ingrijpen. De verlamming blijft dus bestaan.
- Antwoord:
- Goed is goed en kwaad is kwaad — uit het feit dat wij Gods beweegredenen, het antwoord op de vraag „Waartoe?”, niet weten volgt niet dat wij God wil voor ons, het antwoord op de vraag „Wat moet ik doen?”, niet kennen. Dat zijn twee volkomen verschillende zaken.
- Sterker nog: het skeptisch theïsme is een theorie over het in deze wereld aangetroffen kwaad — een theorie dus uitgaat van het feit dat wij zulk kwaad aantreffen. Maar slechts als wij goed van kwaad kunnen onderscheiden kunnen wij kwaad aantreffen, dus de theorie vooronderstelt dat wij dat kunnen. Als wij dat kunnen, en een verklaring behoeven waarom God niet ingrijpt, weten wij ook wanneer wij (bij wie we geen verborgen beweegredenen veronderstellen) dienen in te grijpen.
- Tegenwerping (Skeptisch theïsme fnuikt wetenꜛ):
- De meerderheid der mensen hier op aarde hangt een onjuist wereldbeeld aan. Blijkbaar vindt God dat het beste — Hij geeft hun niet de middelen de waarheid te vinden, maar wel de overtuiging dat ze die gevonden hebben. Maar dan is het zeer waarschijnlijk dat ook u en ik, met al ons gezoek en gepieker, een verkeerd wereldbeeld aanhangen. Onze rede is fundamenteel onbetrouwbaar, om een reden die slechts God weet.
- Antwoord:
- ((Te doen. Voor Christenen geldt het antwoord uit presuppositie: anderen kennen die waarheid ook.))