Bâmâh

Bâmâh wordt meestal vertaald met hoogte. Het duidt een hoge plaats met religieuze lading aan.

2 Samuël 22:34
die mijn voeten maakt als die der hinden en mij op mijn hoogten doet staan;
Job 9:8
Hij spant geheel alleen de hemel uit, en Hij schrijdt voort over de hoogten der zee.
Psalmen 18:34
die mijn voeten maakt als die der hinden en mij op mijn hoogten doet staan;
Jesaja 14:14
ik wil opstijgen boven de hoogten der wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen.
Jesaja 58:14
dan zult gij u verlustigen in de Here en Ik zal u doen rijden over de hoogten der aarde en u doen genieten het erfdeel van uw vader Jakob, want de mond des Heren heeft het gesproken.
Amos 4:13
Want zie, Hij, die de bergen formeert en de wind schept, en de mens te kennen geeft wat zijn overleg is, die de dageraad tot donkerheid maakt, en voortschrijdt over de hoogten der aarde; Here, God der heerscharen, is zijn naam.
Micha 1:3
Want zie, de Here gaat uit van zijn woning, en Hij daalt neder en treedt op de hoogten der aarde.
Habakuk 3:19a
De Here Here is mijn kracht; Hij maakt mijn voeten als die der hinden, Hij doet mij treden op mijn hoogten.

Zo kan het woord bijvoorbeeld de tempelberg aanduiden.

Jeremia 26:18
De Morastiet Micha was als profeet werkzaam in de dagen van Hizkia, de koning van Juda, en hij zeide tot het ganse volk van Juda: Zo zegt de Here der heerscharen: Sion zal als een akker worden omgeploegd, en Jeruzalem zal worden tot steenhopen, ja, de tempelberg tot woudhoogten.
Micha 3:12
Daarom zal om uwentwil Sion als een akker worden omgeploegd, en Jeruzalem zal worden tot steenhopen, ja de tempelberg tot woudhoogten.

Maar meestal wordt er een offerhoogte mee bedoeld.