De verscheidenheid aan wereldbeelden

De eenvoudigste verklaring van de grote verscheidenheid aan wereldbeelden, en de relatieve impopulariteit van het naturalisme, is dat de meeste mensen niet goed nadenken, of over de verkeerde informatie beschikken. Dit antwoord ondermijnt echter sterk het vertrouwen in de rede, en daarmee de mogelijkheid redelijk in dit wereldbeeld te geloven.

Tegenwerping (Naturalistische rede betrouwbaar):
Als ik een verrekijker vind bezit ik opeens informatie over verre locaties die anderen niet hebben. Ik kan mensen uitnodigen door die kijker te kijken, en wie dat doet deelt in mijn betrouwbare informatie. Dat de meerderheid niet door die kijker gekeken heeft maakt de informatie van de minderheid niet onbetrouwbaar. Hetzelfde geldt voor het naturalistische wereldbeeld. De meerderheid heeft daar geen goede kennis van, maar dat maakt de conclusies van de minderheid nog niet onbetrouwbaar. Kennis van logica leidt tot betrouwbare inzichten betreffende algemene denkfouten die de meerderheid niet deelt — ondermijnt dit het vertrouwen in de logica?
Antwoord:
Voor een zuivere naturalist wel, ja. Op welke grond zou die dat vertrouwen in die verrekijker, of in de logica, moeten stoelen? Meer dan inductie is voor haar niet mogelijk, en betreffende het naturalistisch wereldbeeld op zich is geen inductie mogelijk.

((Er zijn twee problemen: een fundamenteel, dat onder meer het inductieprobleem zelf omvat, en een practisch, dat empirische contrôle van het naturalistische wereldbeeld niet mogelijk is. In dit antwoord lopen die dooreen.))

((Te doen, wellicht op een eigen pagina.))

Tegenwerping (Geloof een memetische parasiet):
In The roots of religion (het enige waardevolle hoofdstuk van The GOD delusion) poogt Richard Dawkins religieuze overtuigingen te verklaren als zich succesvol vermenigvuldigende memen.
Antwoord:
((Te doen.))
Die verklaring kan juist zijn, op de wijze waarop alle ideeën memen zijn. Natuurlijke selectie heeft twee kanten: absoluut en differentieel. In absolute zin worden die memen verbreid die niet uitgeroeid worden — en uitroeiing vindt onder meer plaats door weerlegging. Daardoor hebben ware, of op zijn minst onweerlegbare memen een voordeel. Differentieel hebben memen die strijden met succesvolle memen een nadeel. Bijeengenomen betekent dat dat als X bewijsbaar is, memen die X poneren een voordeel hebben, en memen die een Y poneren die niet samengaat met X een nadeel.
Het Christendom heeft wetenschap (en veel kunst) voortgebracht, en die wetenschap harmonieert met het Christelijk geloof — de twee vormen één memeplex. Door verdere evolutie van die wetenschap ontstond iets dat strijdt met het Christendom; wat is de waarde en het gezag van dat iets?

Geloof in eeuwig leven is niet zelfversterkend: de meeste religies hebben een zeer negatief beeld van het leven na de dood, of het nu als schim of door reïncarnatie is. Waarom is er geen mutatie opgetreden die annihilatie, of een luilekkerland leerde?

Altruïsme is geen verkeerd uitpakkende zorg voor eigen genen, tit-for-tat-groep, of iets dergelijks. Wij herkennen en waarderen altruïsme juist aan het niet toepasselijk zijn van zulke voordelen. Anderen helpen is hoogstaander dan de eigen kinderen helpen, en geven aan wie niet terug kan geven hoogstaander dan geven aan wie dat wel kan (Lukas 14:12-14).