Ik zie niet in hoe het doodmartelen van een onschuldige man mij kan helpen. Mahatma Mohandas Karamchand Gandhiꜛ en Martin Luther Kingꜛ zijn ook goede mensen die gedood zijn om waar zij voor stonden. Kan hun dood mij redden?
Antwoord:
De verschillende zienswijzen hieronder pogen dat enigszins inzichtelijk te maken. Van belang is echter dit: niet het hoe, maar het dat is belangrijk. Misschien zien wij niet in hoe het slikken van een pil, of een verblijf in de bergen ons kan genezen, maar gelukkig hangt die genezing niet af van ons geloof (het is geen placebo) maar van de medisch-biologische werkelijkheid.
Het is zonder meer aanvaardbaar — ja, zelfs aanbevelenswaardig — de werkzaamheid van Jezus' kruisdood op Gods gezag aan te nemen, net zoals het, als men een arts eenmaal als kundig en betrouwbaar heeft leren kennen, goed is diens gezag boven het eigen medisch inzicht te stellen.
Dat wil niet zeggen dat we niet mogen en moeten trachten te begrijpen wat er speelt. Niet voor niets geeft de Bijbel ons allerlei beelden. We moeten daarbij wel blijven bedenken dat die beelden, gemaakt voor ons begripsniveau, noodzakelijk vereenvoudigingen zijn, zoals een onderwijzer een atoom voorstelt als een soort micro-zonnestelsel.
Een eerste theoriestap is deze: Jezus deed voor ons (en deed ons voor) wat wij zelf hadden moeten doen maar niet konden/wilden/dorsten. Een tweede is deze: Redding vergt het opgeven van onze zondige zelfwil, en ons volkomen onderwerpen aan God. Welnu, een zondaar kan dat niet, en een zondeloze hoeft dat niet, dus geen mens zal dat doen. Ook God kan dat zich onderwerpen niet als God — slechts door Zich te ontledigen kon Hij gehoorzaamheid leren.
Hieronder volgen enige belangrijke Bijbelse heilsbeeldenꜛ. Er zijn nog heel wat andere zienswijzen, die ik hier nog niet heb uitgeschreven (feitelijk is alleen de legale visie enigszins uitgewerkt).
Wij zijn ritueel onrein, en Jezus is ons zondofferꜛ (Jesaja 53:10); de tempelritus kan ons niet waarlijk reinigen. Jezus' bloed kan dat wel (Titus 2:14; 1 Johannes 1:7; Openbaring 1:5; Openbaring 7:14), en na Zijn dood stopt daarom al gauw de tempelritus. Één van de beelden binnen het doopsymbool verwijst naar deze reiniging. Nauw verwant met het beeld van materiële onreinheidꜛ is dat van rituele onreinheidꜛ (Hebreeën 9:14; Hebreeën 13:12).
Wij worden bedreigd door Gods toorn jegens de zonde — maar Jezus bedekt ons met Zijn bloed, zodat die toorn ons niet raakt. Zelf deed Hij het omgekeerde, zodat die toorn Hem, de rechtvaardige, juist wel raakte.