Het Griekse lidwoordꜛ
Men kan zeggen dat de Grieken ons het lidwoord hebben geschonken. Het lidwoord is een verzwakt aanwijzend voornaamwoord, waaruit de locatieinformatie is verdwenen (dus „de” omvat „deze” en „die”, net zoals „er” „hier” en „daar” omvat).
((Te doen.))
Het Grieks kent slechts het bepaald lidwoord. Een onbepaalde zelfstandige eenheid staat eenvoudigweg zonder lidwoord.
De anafoorꜛ (het gebruik van het lidwoord om een zelfstandigheid te identificeren met iets eerder genoemds) is de meest voorkomende reden voor het lidwoord.
Herhaling van het lidwoord als een bijvoeglijke bepaling na het zelfstandig naamwoord komt.
Ieder type zinsdeel kan nominaal gemaakt worden door het te voorzien van een lidwoord. „το νυν”