Pontius Pilatus

Philo van Alexandrië (mogelijk een broer van de Alexander uit Handelingen 4:6; ca.20 B.C.— A.D;.40) geeft informatie over Pilatus in zijn Gezantschap aan Gaius. Dit laat zien dat de dreiging van Johannes 19:12 heel reëel was: Pilatus had zich uiterst ongevoelig betoond jegens de Joodse religie, en verschillende malen een opstand veroorzaakt (de Galileese massamoord, het ophangen van votief­schilden in Jeruzalem). Hij was hiervoor zwaar door keizer Tiberius berispt (hij moest de schilden onmiddellijk verwijderen), en stond dus niet in goede verhouding tot hem. Verder had hij als prefect maar 3000 man tot zijn directe beschikking, en kon zich dus geen grote onlusten veroorloven. We zien ook dat Pilatus uiteindelijk steeds het onderspit delft tegen de Joden: hij herroept zijn order hen af te maken; de schilden verdwijnen; het aquaduct wordt niet voltooid‥

((Toevoegen: Pilatus was een protegé van de in ongenade gevallen Lucius Aelius Seianus, en zat dus op de wipstoel))

Waarschijnlijk zien we hier een gevolg van in Lukas 23:7: hij kan Jezus niet legaal veroordelen, maar durft evenminl tegen de wens der Joden in te gaan, en nu hoopt hij dat Herodes Antipas de beslissing voor hem kan nemen. Zo hoopte hij twee vliegen in één klap te slaan: de verantwoordelijkheid voor de beslissing te ontlopen, en Herodes aan zijn kant te krijgen (bij een eventuele vrijspraak: tegenover de Joden).

((Hier ook Lukas 13:1 behandelen.))

Normaliter bleven de lijken van gekruisigden ettelijke dagen hangen, waarna de afgepikte karkassen in een naamloos (massa-)graf terecht kwamen. Op verzoek van belanghebbenden werd het lijk echter meestal ter beschikking gesteld. Pilatus, die net door de Joodse Raad gedwongen was, zal met plezier het lijk van Jezus aan Jozef hebben verschaft. Zijn houding blijkt ook duidelijk uit Johannes 19:19-22: in plaats van een legale beschuldiging schrijft Pilatus een tekst die de Joden tegen de haren instreek — hij wist dat ze hem om zo'n kleinigheid als een opschrift niet konden aanklagen zonder het risico te lopen zelf de ergernis van de keizer op te wekken — en het hielp meteen de relatie met zijn vrouw, die hem had gesmeekt van de veroordeling af te zien.