Absolute metafysicaꜛ
De structuur van het diepste zijn is niet afhankelijk van de beschouwer ervan. Als God voor mij bestaat bestaat die voor jou ook, en als er voor jou geen God bestaat bestaat die voor mij ook niet. Iemands overtuigingen omtrent het bestaan van hogere machten kunnen juist of onjuist zijn.
Het is nuttig hier een conventie omtrent het hoofdlettergebruikꜛ uit te leggen. Iets dat door zijn aard enig is wordt meestal door een grammaticale eigennaam aangegeven. Zo'n eigennaam (die niets met de eigen naam van dat iets te maken hoeft te hebben!) wordt geschreven met een hoofdletter. Is men bekend met het door die eigennaam aangeduide, dan wordt het lidwoord weggelaten. Zo zijn er talloze intranetten, maar slechts één Internet. „Op Internet las ik dat een intranet heel nuttig kan zijn”. Een ander bekend voorbeeld is de persoonsnaam: „Ik zie Jan”.
Op dezelfde wijze wordt gesproken van „een god” of „goden” als het theoretisch mogelijk is dat er meer zouden zijn. „De Olympische goden”. Een transcendente geest met de juiste qualificaties daarentegen wordt aangeduid met „God” omdat het ondenkbaar is dat er meer van zouden zijn.
Ook kan het nuttig zijn enige begripsomschrijvingen te geven.
- Religieꜛ
- Religieus is iedere primaire overtuiging. Geloof in rede, in het bestaan van een buitenwereld en van andere geesten, in het communisme, atheïsme, positivisme, de zekerheid dat vader altijd gelijk heeft, dat zwarte katten ongeluk brengen, al die overtuigingen zijn religieus. Geen mens kan zonder religie, want de laatste grond van het bestaan is raadselachtig.
- Godꜛ
- Een god is een wezen van een hogere orde, met een macht die op sommige punten boven die der natuurwetten gaat.
- Godsdienstꜛ
- Godsdienst is het zich betrekken op wezens van een hogere orde. Sommige (wijsgerige) religies kennen geen godsdienst (het zuivere Boeddhisme, sommige vormen van animisme). Meestal is godsdienst het dienen van een of meer goden; in het Christendom is het omgekeerd God die ons dient.
- Opperwezenꜛ
- Het — indien bestaand noodzakelijk unieke — Opperwezen is een God die de hoogste macht bekleedt, een macht die alle macht van andere wezens omvat. Zeusꜛ is geen opperwezen; de God van Abrahamꜛ wel, ondanks het bestaan van engelen.
((Niet af. Dit moet herwerkt worden; een betere indeling is de via negativa en de via analogicaꜛ. De via analogica stelt dat attributieve woorden waar toegepast op God niet hetzelfde betekenen als bij aardse toepassing, maar dat er wel een projectierelatie bestaat: de projectie van Gods liefde op het aardse domein is perfecte liefde zoals wij die kunnen begrijpen. Liefde zoals wij die kennen is als het ware een afschaduwing van de Goddelijke, voor ons onkenbare en onbegrijpelijke, liefde.))
- Tegenwerping (Argumenten ondeugdelijkꜛ):
- God bestaat niet, zoals duidelijk blijkt als je ondeugdelijk argumentꜛ na ondeugdelijk argument voor zijn bestaan bekijkt.
- Antwoord:
- Er bestaan inderdaad talloze ondeugdelijke argumenten voor het bestaan van God — en enkele hiervan worden ook in dit werkje weerlegd. Een fout in een argument voor vormt echter nog geen argument tegen. Ik kan een ondeugdelijk argument voor de stelling van Pythagoras geven, maar dat maakt die stelling geen spat minder waar.
- Er bestaan ook talloze ondeugdelijke argumenten tegen het bestaan van God — bewijst dat dat God wel moet bestaan?