Het is niet redelijk te geloven in de Bijbel. Tenslotte is veel in de Bijbel mythologischꜛ.
Antwoord:
In heel stricte zin is dat min of meer correct, want mythologieꜛ is het denken over mythenꜛ, en de Bijbel bevat een duidelijke stellingname tegenover mythisch materiaal, namelijk dat mythen onzin zijn, en dat we ons er niet mee bezig mogen houden.
Een mythe is een verhaal waarin natuurverschijnselen gepersonificeerd worden. De loop der seizoenen wordt als een jaarlijks sterven en terugkeren, of treuren en blij zijn gezien, zon, regen en wind worden gezien als persoonlijke machten, vruchtbaarheid is seksualiteit van goden en godinnen, en zo voort. De natuur kan worden beïnvloed door sympatische magie — tempelprostitutie levert een vruchtbare oogst; het offeren van ((‥))
In het Kanaän waar de Israëlieten aankwamen heerste een sterk mythisch wereldbeeld, met Baälsꜛ (Heren) en Astartesꜛ, en een hoofdboodschap van de Bijbel is dat de Israëlieten zich daar voor geen prijs mee mogen inlaten. Tegenover de mythische scheppingsverhalen van het oude Nabije Oosten zet de Bijbel een streng-minimalistisch scheppingsverhaal: God schiep het, en niets heeft zijn eigen godheid. Geen maangodin of zonnegod, geen nymf in de vruchtdragende boom of najade in de levenschenkende bron. Al die zogenaamde goden en godinnen der volkeren zijn machteloos, en in de Bijbel een voorwerp van spot.
Het feit dat een openbaring (inclusief de Bijbel) zichzelf als betrouwbaar poneert betekent niets.
Antwoord:
Het is waar dat daaruit niet logisch volgt dat ze ook betrouwbaar is, maar zoals we zagen is dat ook niet te verwachten. Het is een geval van samenhang en consequentheid. Merk op dat rede, herinnering, of waarneming zelfs dat niet hebben: ze kunnen hun eigen of elkaars betrouwbaarheid niet staven, terwijl openbaring hen wel kan staven.
Overigens, geloven in de onfeilbaarheid van de Bijbel omdat de Bijbel dat zelf zegt, is geen cirkelredeneringꜛ. Ik geloof niet in de onfeilbaarheid der brieven van mijn Moeder. Toch, als ze in een van haar brieven een citaat zet, en erbij zegt dat dat een accurate weergave is, geloof ik dat. Het punt is, dat een basaal vertrouwen in de oprechtheid van de schrijvers genoeg is als startpunt. Verder is geloof in een deel van de Bijbel genoeg, als dat deel zegt dat de rest onfeilbaar is.
Als de Bijbel werkelijk van God kwam zou ze wel een beter uitgeschreven theologie, wijsbegeerte en toekomstvoorspelling hebben. Het ratjetoe aan Bijbeltekstꜛ dat we nu hebben is niet helder, niet toegankelijk en niet georganiseerd.
Antwoord:
Als een geleerde een artikel schrijft is dat voor leken ook vaak niet toegankelijk, maar een goed artikel biedt de informatie in de meest bruikbare vorm aan. Naderhand kunnen anderen die informatie op andere wijze presenteren in leerboeken op allerlei niveau, polulair-wetenschappelijke artikelen, niewsberichten, en zo voort. Op gelijke wijze is de informatie uit de Bijbel toegankelijk in talloze afgeleide werken — maar tegelijk is de Bijbel zelf ook toegankelijk voor bijna allen, ondanks de zeer geavanceerde theologische waarheden die er in staan (en die door anderen in veel minder toegankelijke werken systematisch gepresenteerd worden). Daarnaast biedt de Bijbel voedsel voor de ziel (troost, opbeuring, aansporing, reprimande), biedt ze liederen en poëzie, verhalen, en noem maar op. Het is moeilijk een meer gecomprimeerde en toegankelijke vorm te bedenken waarin de enorme hoeveelheid inhoud die de Bijbel biedt aangeboden zou kunnen worden.
De Bijbel leidt ook op: een kind kan de verhalen uit Genesis lezen en zinvol begrijpen. Al lezend, studerend, en groeiend komt men uiteindelijk bij de geavanceerde theologie van Paulus, of de diepe symboliek van de Openbaring van Johannes.