Het prijzen

De lofprijs vertelt onze kant van de zaak: wat die geloofde daden en eigenschappen van God ons waard zijn. Vaak zien we dat die prijs een belofte van meer lof inhoudt.

Psalmen 21:14
Verhef U, o Here, in uw kracht, wij willen uw sterkte met psalmen bezingen.
Psalmen 22:23
Ik zal uw naam aan mijn broeders verkondigen, in het midden der gemeente zal ik U lofzingen.
Psalmen 35:18
Dan zal ik U loven in een grote gemeente, onder een geweldige schare U prijzen.
Psalmen 61:9
Dan wil ik uw naam voor immer psalmzingen, terwijl ik dag aan dag mijn geloften betaal.
Psalmen 71:14-16
Maar ik zal bestendig hopen en al uw lof vermeerderen; mijn mond zal uw gerechtigheid vertellen, de ganse dag uw heil, want ik weet de maat daarvan niet. Ik zal de machtige daden des Heren Heren verkondigen, uw gerechtigheid vermelden, de uwe alleen.

In Israël was de vanzelfsprekende plaats hiervoor de tempel.

Psalmen 23:6z
ik zal in het huis des Heren verblijven tot in lengte van dagen.
Psalmen 26:6-7
Ik was mijn handen in onschuld, en maak de omgang om uw altaar, o Here, terwijl ik luide een loflied doe horen, en al uw wonderen vertel.
(Doordat Hebreeuwse werkwoorden geen tijdsaanduiding zoals de onze in zich hebben, is niet altijd zeker of er over het verleden of over de toekomst gesproken wordt.)

Onder het Oude Verbond zijn natuurlijk ook altaaroffers mogelijk (zie Leviticus 7:12-15).

Psalmen 27:6z
daarom wil ik in zijn tent offeren offers met geschal, ik wil zingen, ja psalmzingen de Here.
Psalmen 66:13-15
Ik zal met brandoffers uw huis binnengaan, mijn geloften zal ik U betalen, waartoe mijn lippen zich ontsloten, en die mijn mond sprak, toen ik benauwd was. Brandoffers van mestkalveren zal ik U brengen, met de offergeur van rammen ik zal runderen met bokken bereiden. sela

Maar God heeft liever een offer van de lippen.

Psalmen 69:31-32
Ik zal de naam van God prijzen met een lied, Hem verheerlijken met een lofzang; dat zal de Here meer behagen dan een rund, dan een stier met horens en hoeven.

De combinatie kan ook: lofoffers plus lofzang.

Psalmen 100:1a
Een psalm bij het lofoffer.
Psalmen 107:22
dat zij lofoffers offeren en zijn werken met gejubel vertellen.
Psalmen 116:17-19
Ik zal U lofoffer brengen en de naam des Heren aanroepen. Mijn geloften zal ik de Here betalen in de tegenwoordigheid van al zijn volk, in de voorhoven van het huis des Heren in uw midden, o Jeruzalem. Halleluja.
(Zie ook Psalmen 116:13-14.)
Zie ook
Jeremia 33:11.

Onder het Nieuwe Verbond is de belijdenis het lofoffer.

Hebreeën 13:15
Laten wij dan door Hem Gode voortdurend een lofoffer brengen, namelijk de vrucht onzer lippen, die zijn naam belijden.