Wederzijdse beïnvloedingꜛ
- Tegenwerping (Wederzijdse beïnvloedingꜛ):
- René Descartesꜛ had gelijk: het lichaam beïnvloedt de geest, zodat die ervaringen kan hebben, en omgekeerd bestuurt de geest het lichaam.
- Antwoord:
- De zin „de geest bestuurt het lichaam” is echter problematisch, want we hebben slechts materieel-mechanische modellen van besturing. Tenzij we een petitio principii invoeren is die zin daarom betekenisloos (zie het lichaam). Maximaal kunnen we stellen dat ze wederzijds causaal zijn, en daarbij die causaliteit een onverklaard (en onverklaarbaar) mysterie laten.
- Als we een model kunnen maken van die beïnvloeding (zoals Eccles'ꜛ psychonsꜛ, geestelijke deeltjes die invloed op ons brein uitoefenen) kunnen we dat model bij de natuurkunde trekken — het geestelijke van die deeltjes heeft dan geen betekenis, we kunnen het model immers geheel beschrijven in mechanische termen.
- Tegenwerping (Rede geborgd door wederzijdse beïnvloedingꜛ):
- Het is waar dat epifenomenale rede niet betrouwbaar is, maar onder wederzijdse beïnvloeding maken onze overtuigingen deel uit van de causale keten, en worden dus door het evolutionaire proces geoptimaliseerd.
- Antwoord:
- Geoptimaliseerd voor overleving. Stel, stimulus X veroorzaakt overtuiging Y, en overtuiging Y gedrag Z. Als Z een gepaste reactie is op X zal deze causale keten geselecteerd worden, en als Z een ongepaste reactie is zal die keten weggeselecteerd worden. De inhoud van Y, of het waar zijn van Y doen daarbij niets ter zake. Als ik bij het zien van een tijger de overtuiging krijg dat stenen drijven op water, en die overtuiging veroorzaakt mijn vluchten, dan zal die keten door natuurlijke selectie verkozen worden. Ons lichaam zit vol dergelijke indirecte causale ketensꜛ, die „rationeel gezien” veel beter hadden kunnen worden gestructureerd. ((Ergens voorbeelden van „biological kluges” toevoegen, en van hier daarheen verwijzen.))
- En dat vluchten zou ons ook geen overtuiging te vluchten geven, dus we zouden de irrationaliteit nooit ontdekken.
- Een operationelere manier om dit te stellen is als volgt: individuen die een keten van X naar Z hebben worden geselecteerd. Door aselecte mutaties worden allerlei verbindingen wel of juist niet gelegd. Er zijn allerlei knopen beschikbaar, waaronder overtuigingen, geestelijke knopen. Het eerste individu met een keten verdringt de andere — maar die keten hoeft niet via een overtuiging te lopen, of via precies één overtuiging, en al helemaal niet via een overtuiging die iets te maken heeft met de buitenwereld die stimulus X veroorzaakt.
- ((Redeneren komt evolutionair lang na het hebben van overtuigingen, dus te laat om bovenstaande fout te corrigeren. Ons lichaam neemt veel complexe beslissingen zonder enige overtuiging, zoals ademhaling.))
- En dat vluchten zou ons ook geen overtuiging te vluchten geven, dus we zouden de irrationaliteit nooit ontdekken.
((Te doen.))
Dit wordt soms ook interactionismeꜛ genoemd.
Materiële beïnvloeding van materie is net zo onbegrijpelijk als inwerking door een geest. „Maar we hebben dagelijks talloze voorbeelden van zulke beïnvloeding!” Zeker, maar als de theorie der wederzijdse beïnvloeding waar is hebben we ook dagelijks talloze voorbeelden van geesten die materie beïnvloeden.
Wederzijdse beïnvloeding strijdt met het principe van Natuurkundige causale afsluitingꜛ — het principe dat natuurkundige gevolgen natuurkundige voldoende oorzaken hebben. Dit beginsel speelt een grote rol in het naturalisme.