Verklaart anthropie zichzelf?
- Tegenwerping (Anthropisch beginselꜛ):
- Alleen in een heelal waarin intelligent leven is zal de vraag gesteld worden waarom we in zo'n heelal leven. Er is geen mysterie, want als het heelal anders was geweest zou die vraag niet gesteld zijn. Het simpele feit dat die vraag wel gesteld wordt beantwoordt haar dus al.
- Neem bijvoorbeeld de leeftijd van het heelal: als het heelal een factor tien jonger was geweest zouden er onvoldoende atomen zwaarder dan helium zijn geweest, en bij een factor tien ouder zouden er geen stabiele planeetsystemen zijn geweest. Ongelofelijk: wij zitten in een heelal dat precies de juiste leeftijd heeft!
- Antwoord:
- Eerst even dat leeftijd-voorbeeld: het heelal doorloopt alle leeftijden, dus het is niet verwonderlijk dat de „juiste” leeftijd bereikt wordt. Het heelal doorloopt echter niet alle lichtsnelheden of massa's van het electron. ((Uitwerken: dit antwoord slaat de zoektocht naar de oorzaak van die leeftijd (terecht) dood. Een veel-wereldenargument slaat op die wijze alle wetenschappelijke zoektochten dood.
- Er is een theorie dat het heelal in de fase van superexpansie door quantumfluctuaties lokale variaties in de natuurconstanten kreeg: voor een reiziger zouden de natuur„constanten” continue functies in de tijd zijn.))
- Het is waar dat als er niets was de vraag „Waardoor is er iets in plaats van niets?” niet gesteld zou worden — enerzijds omdat de vraag niet juist zou zijn (er zou niet iets zijn), en anderzijds omdat ze niet stelbaar zou zijn (er zou niemand zijn om haar te stellen). Evenzo zou de vraag „Waardoor is het heelal zo dat intelligent leven mogelijk is?” niet gesteld worden als het heelal niet zo was — weer om dezelfde twee redenen: de vraag zou niet juist èn niet stelbaar zijn.
- Dit is eenvoudigweg een uitbreiding van het argument voor de prioriteit van bestaan over niet-bestaan. Maar het simpele feit dat die twee redenen steeds samengaan is nog geen antwoord.
- Ook de vraag „Waardoor spreek ik Nederlands?” zou ik niet stellen als ik die taal niet sprak, en weer om dezelfde twee redenen: de vraag zou niet juist zijn, en ik zou haar niet kunnen stellen (omdat het nou eenmaal een vraag in het Nederlands is). Desalniettemin heeft de vraag nu ik haar wel kan stellen betekenis, en een antwoord. Het antwoord kan verwijzen naar mijn ouderlijk gezin en de plaatsen waar ik opgroeide, naar taalgrenzen en taalontwikkeling, naar leervermogen en de sociale aanleg van mensen. Allerlei andere dergelijke vragen (bijvoorbeeld „Waardoor kan ik praten?”) kunnen ook zinvol beantwoord worden.
- Op gelijke wijze betekent het samengaan van juistheid en stelbaarheid van die eerdere vragen niet dat er geen zinvol antwoord mogelijk zou zijn.
- ((Het anthropisch principe vooronderstelt ook dat wij „typisch” zijn. Als heel andere levensvormen mogelijk zijn, wordt — even het probleem met het woord „ik” negerend — de vraag: „Hoe komt het dat ik leef in een heelal met deze parameters — en ik dus van dit type leven ben? Ik had ook een heel andere levensvorm in een heelal met andere parameters kunnen zijn.”.))
- Er is een theorie dat het heelal in de fase van superexpansie door quantumfluctuaties lokale variaties in de natuurconstanten kreeg: voor een reiziger zouden de natuur„constanten” continue functies in de tijd zijn.))
Deze vorm van stoplapanthropieꜛ lijkt op slechte religieuze metafysica: alles wat onverklaarbaar is wordt aan God (of in dit geval het anthropisch principe) toegeschreven. Uiteindelijk is dat de doodsteek van de wetenschap. Het komt overeen met de bewering dat je niet verbaasd moet zijn als je door een peloton soldaten gefusilleerd wordt en dan ontdekt dat je nog leeft. Per slot van rekening is dat het enige dat je zou kunnen ervaren na die exercitie. (John Leslieꜛ)
(Ik gebruik stoplapanthropie in plaats van gatenanthropieꜛ (anthropy of the gapsꜛ), want die laatste term klopt niet helemaal: die gaten worden niet gebruikt om het bestaan van het principe te bewijzen — God of the gapsꜛ is een slecht apologetisch argument, geen metafysisch.)
((Het anthropisch principe is op zich valide en waardevol. Een eigen pagina geven onder „Rede”, met voorbeelden van gevallen waarin het nuttig gebruikt wordt, zoals het uiterst onwaarschijnlijke feit dat juist ik besta, uit alle mogelijke combinaties van zaad- en eicellen — en dan ook laten zien dat het een raadsel open laat. Dit voorbeeld van ons bestaan, ondanks de enorme onwaarschijnlijkheid dat generatie op generatie steeds de juiste spermatozoïde de race won, wordt verduisterd doordat niet enkel wij winnaars zijn, maar in een verzameling van onafhankelijke winnaars leven, en dat winnaar-zijn dus een vanzelfsprekend gegeven lijkt. Naast dat raadsel is er „Waarom ben ik ik?”.))