De Canon

Een kanoniek boek is een boek dat tot de Bijbel behoort. Verschillende kerken hebben daarbij verschillende lijsten van erkende boeken — canons. De vraag naar de kanoniciteit van bepaalde (delen van) Bijbelboeken is een speciaal geval van het herkennen van ware en valse profeten.

De Kanon Muratori (genoemd naar de ontdekker, Ludovico Antonio Muratori, de oudst bekende lijst van erkende Nieuw-Testamentische boeken, stamt uit ongeveer 190 na Christus.

Enige kanonproblemen.

Marcus 16:9-20
De oudste handschriften eindigen met vers 8. Blijkbaar was dit onbevredigend, want al spoedig ziet men allerlei einden toegevoegd, waarvan een „kort einde” en een „lang einde” populair worden. Deze passage is het lange einde, met een complex Grieks dat zeer sterk afwijkt van het uiterst sobere en eenvoudige Grieks van Marcus, en niet tot de kanon behoort.
Johannes 7:53-8:11
In de oudste handschriften staat deze pericoop hier niet, maar staat los, in Lukas, of aan het eind van Johannes. Waarschijnlijk is het geen oorspronkelijk onderdeel van het Johannesevangelie, maar een losse tekst (die wel deel uitmaakt van de kanon). De huidige plaatsing breekt helaas de eenheid van de grote argumentatie van Johannes 7:14-8:59. Het Grieks is dat van Lukas, en het evangelie van Lukas heeft de maximale lengte voor een boekrol — mogelijk is het een deel dat door kopiïsten verwijderd is om de tekst op de rol te laten passen, en dat toen op de (kortere) Johannesrol is bijgeschreven.

Een boek dat niet kanoniek is heet een apocrief boek. Waar apocriefe boeken vaak valselijk op naam van een kanonauteur worden gezet pogen kanonieke boeken misverstanden omtrent het auteurschap juist te vermijden. Zo zijn de verzen Johannes 21:24-25 waarschijnlijk toegevoegd door de schrijvers van Johannes 21 om de valse indruk weg te nemen dat ook dit hoofdstuk ook uit de pen van Johannes zou zijn gevloeid. Het hoofdstuk is wel geschreven naar het getuigenis van Johannes de evangelist.

Mogelijk worden apocriefe boeken geciteerd in Johannes 7:38, 1 Korinthiërs 2:9 en Jakobus 4:5. Zie ook Judas.

De tekst in Lukas 11:49 slaat waarschijnlijk niet op een schriftverwijzing, maar op een directe ingeving van de Heilige Geest. Deze passage toont namelijk dat de kanon van het Oude Testament al gesloten was.

Genesis 4:8z
Toen zij nu in het veld waren, stond Kaïn tegen zijn broeder Abel op en doodde hem.
2 Kronieken 24:20-22a
Toen vervulde de Geest Gods Zekarja, de zoon van de priester Jojada, en hij ging tegenover het volk staan en zeide tot hen: Zo zegt God: waarom overtreedt gij de geboden des Heren en wilt gij niet voorspoedig zijn? Omdat gij de Here verlaten hebt, heeft Hij u verlaten. Maar zij maakten een samenzwering tegen hem en stenigden hem op bevel van de koning in de voorhof van het huis des Heren. Koning Joas hield de trouwe hulp, die zijn vader Jojada hem betoond had, niet in gedachtenis, maar doodde zijn zoon.
Jeremia 26:20-23
Nu was er ook een man, die als profeet optrad in de naam des Heren, Uria, de zoon van Semaja, uit Kirjath-Jearim; die profeteerde tegen deze stad en tegen dit land geheel zoals Jeremia. Maar toen koning Jojakim met al zijn machtigen en al de vorsten zijn woorden hoorde, trachtte de koning hem te doden. Uria vernam het en werd bevreesd en hij nam de vlucht en kwam in Egypte. Daarop zond koning Jojakim enige mannen naar Egypte, Elnathan, de zoon van Achbor, en enige mannen met hem, naar Egypte; zij haalden Uria uit Egypte en brachten hem tot koning Jojakim, en deze liet hem met het zwaard ter dood brengen en zijn lijk op de begraafplaats van het gewone volk werpen.
Mattheüs 23:35
opdat over u kome al het rechtvaardige bloed, dat vergoten werd op de aarde van het bloed van Abel, de rechtvaardige, tot het bloed van Zacharias, de zoon van Berekja, die gij vermoord hebt tussen het tempelhuis en het altaar.
Lukas 11:50-51a
opdat van dit geslacht afgeëist worde het bloed van al de profeten, dat vergoten is sinds de grondvesting der wereld, van het bloed van Abel tot het bloed van Zacharias, die omgebracht is tussen het altaar en het tempelhuis.

Jezus geeft de tekstueel eerste en laatste moord uit de Tenach (2 Kronieken is het laatste boek in de Joodse volgorde), zoals wij zouden zeggen „van Genesis tot Openbaring„. Chronologisch is de moord op Uria later.

De Nieuwtestamentische geschriften werden verdeeld in de Homologoumena en de Antilegomena. Een homologoumenon is een boek waarover van oudsher overeenstemming heeft bestaan. Een antilegomenon is een boek dat weerstand heeft ondervonden, weersproken is. De antilegomena zijn Hebreeën, 2 Johannes, 3 Johannes, 2 Petrus, Jakobus en Openbaring. De twistvraag was hierbij of die boeken inderdaad geschreven waren door de opgegeven schrijvers. Zo was Hebreeën anoniem, noemde de auteur van 2 en 3 Johannes zichzelf „oudste” en niet „apostel”, citeerde het boek Judas apocriefe boeken ‥

Het woord κανων betekent eigenlijk staf (waarschijnlijk verwant met het Frans canne en het Engels cane), en vandaar maat­staf, standaard, richt­snoer (in overdrachtelijke betekenis), richt­lijn, regel (om te volgen). Het komt in de Bijbel voor in 2 Korinthiërs 10:13, 2 Korinthiërs 10:15-16 en Galaten 6:16. (In sommige handschriften komt het ook voor in Filippenzen 3:16, maar dat is nagenoeg zeker een latere toevoeging.)