Externe argumenten voor vroegheid
het Nieuwe Testament is goeddeels binnen enige decennia na de beschreven gebeurtenissen geschreven door ooggetuigen. De meeste gebeurtenissen uit de klassieke oudheid kennen we slechts uit geschriften van mensen die generaties later leefden en schreven. Van Mattheüs en Lukas weten we dat ze gebruik hebben gemaakt van nog oudere bronnen, die dus nog korter na de beschreven gebeurtenissen te boek zijn gesteld.
Zie ook de interne criteria voor vroegheid.
- Tegenwerping (Late evangeliënꜛ):
- De canonieke evangeliën zijn laat geschreven.
- Antwoord:
- Hier volgt één argument om dit te weerleggen; verderop volgen er meer.
- Onderzoek door de Israëiet Tal Ilanꜛ leverde uitgebreide lijsten van de relatieve populariteit van Joodse namen in verschillende gebieden aan het begin van onze jaartelling. De Britse Nieuwtestamenticus Richard Bauckhamꜛ heeft deze lijsten gecorreleerd aan de frequentielijsten van de verschillende Evangeliën. Voor de canonieke Evangeliën is de correlatie met de lijst voor Palestina frappant: de top-10 van de Evangeliën is punt voor punt gelijk aan die voor Palestina. Correlatie met de lijsten voor Egypte en elders waren laag of negatief. De verschillende apocriefe evangeliën correleerden niet met de lijst voor Palestina. Populariteit van namen verandert snel. Veel meer in hun artikelen.
- ((Toevoegen: pagina over de Evangelieschrijversꜛ.))
- Onderzoek door de Israëiet Tal Ilanꜛ leverde uitgebreide lijsten van de relatieve populariteit van Joodse namen in verschillende gebieden aan het begin van onze jaartelling. De Britse Nieuwtestamenticus Richard Bauckhamꜛ heeft deze lijsten gecorreleerd aan de frequentielijsten van de verschillende Evangeliën. Voor de canonieke Evangeliën is de correlatie met de lijst voor Palestina frappant: de top-10 van de Evangeliën is punt voor punt gelijk aan die voor Palestina. Correlatie met de lijsten voor Egypte en elders waren laag of negatief. De verschillende apocriefe evangeliën correleerden niet met de lijst voor Palestina. Populariteit van namen verandert snel. Veel meer in hun artikelen.
Boeken zijn ouder dan hun citaten, en bijna alle boeken van het Nieuwe testament worden rond de eeuwwisseling al geciteerd door de drie belangrijkste pastorale schrijvers van die tijd:
- Mattheüs
- Clemens (ca.95), Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- Marcus
- Clemens (ca.95), Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- Lukas
- Clemens (ca.95), Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- Johannes
- Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- Handelingen der Apostelen
- Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- Romeinen
- Clemens (ca.95), Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- 1 Korinthiërs
- Clemens (ca.95), Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- 2 Korinthiërs
- Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- Galaten
- Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- Efeziërs
- Clemens (ca.95), Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- Filippenzen
- Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- Kolossenzen
- Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- 1 Thessalonicenzen
- Ignatius (ca.107)
- 2 Thessalonicenzen
- Polycarpus (ca.110)
- 1 Timotheüs
- Clemens (ca.95), Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- 2 Timotheüs
- Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- Titus
- Clemens (ca.95), Ignatius (ca.107)
- Filemon
- Ignatius (ca.107)
- Hebreeën
- Clemens (ca.95), Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- Jakobus
- Clemens (ca.95), Ignatius (ca.107)
- 1 Petrus
- Clemens (ca.95), Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- 2 Petrus
- Ignatius (ca.107)
- 1 Johannes
- Ignatius (ca.107), Polycarpus (ca.110)
- 2 Johannes
- 3 Johannes
- Ignatius (ca.107)
- Judas
- Openbaring van Johannes
- Ignatius (ca.107)
(In overeenstemming met de traditie over het leven van Clemens Romanusꜛ hebben we de brief van Clemensꜛ hier op 95 gedateerd, maar interne evidentie (zoals een verwijzing naar de tempeldienst als nog bestaand) duidt op een datum vóór het jaar 70. Ook externe evidentie duidt op een zeer vroege datum: zo heeft de Namense vertalingꜛ in het Latijn nog niet de later gebruikelijke namen voor de kerkelijke functionarissen.)