De stijlfiguur der litotes

Een litotes legt nadruk door het omgekeerde te ontkennen. Dat omgekeerde kan een bijvoeglijk naamwoord zijn.

2 Koningen 4:3
Toen zeide hij: Ga heen, vraag buitenshuis vaten van al uw buren, ledige vaten; laat het er niet weinige zijn.
Mattheüs 13:58
En Hij deed daar niet vele krachten wegens hun ongeloof.
Johannes 2:12
Daarna daalde Hij af naar Kafarnaum, Hij, zijn moeder en zijn broeders en zijn discipelen, en zij bleven daar niet vele dagen.
Handelingen 1:5
Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze.
Handelingen 12:18
En toen het dag geworden was, kwam er geen kleine opschudding onder de soldaten, wat er toch met Petrus geschied was.
Handelingen 15:2
En toen er van de zijde van Paulus en Barnabas geen gering verzet en tegenspraak tegen hen ontstond, droegen zij Paulus en Barnabas en nog enigen van hen op zich tot de apostelen en oudsten te Jeruzalem te begeven naar aanleiding van dit geschil.
Handelingen 17:12
Velen dan van hen kwamen tot het geloof, en van de aanzienlijke Griekse vrouwen en mannen niet weinigen.
Handelingen 19:23
En omstreeks dat tijdstip ontstond er geen geringe opschudding inzake de weg.
Handelingen 19:24
Want iemand, genaamd Demetrius, een zilversmid, die zilveren Artemistempels vervaardigde, verschafte aan de mannen van het vak niet weinig inkomsten.
Handelingen 26:26z
dit is immers niet in een uithoek geschied.
1 Korinthiërs 1:26
Ziet slechts, broeders, wat gij waart, toen gij geroepen werdt: niet vele wijzen naar het vlees, niet vele invloedrijken, niet vele aanzienlijken.
1 Korinthiërs 11:30
Daarom zijn er onder u velen zwak en ziekelijk en er ontslapen niet weinigen.

Niet iedere ontkenning is een litotes. Soms is de ontkenning bedoeld als contrast.

1 Kronieken 4:27a
En Simi had zestien zonen en zes dochters; zijn broeders echter hadden niet vele zonen.
1 Korinthiërs 4:15a
Want al hadt gij duizenden opvoeders in Christus, gij hebt niet vele vaders.

Ook kan de ontkenning deel uitmaken van een andere stijlfiguur — in de voorbeelden hieronder een ontkennende rhetorische vraag.

Job 10:20a
Zijn de dagen mijns levens niet weinige?
2 Kronieken 28:10z
Is er ook bij u geen grote schuld tegen de Here, uw God?