Ερωταωꜛ
Ερωταω, vragen vanuit een gelijke of hogere positie, vergelijkbaar met in het Nederlands een gebiedende wijs gevolgd door „wil je?”, bijvoorbeeld „Doe dit even, wil je?”. Letterlijk is het: zijn Ερως, begeerte, uiten.
Voor een vergelijking met αιτεω zie bidden.
Nog ongesorteerd.
- Mattheüs 15:23
- Hij echter antwoordde haar geen woord, en zijn discipelen kwamen bij Hem en vroegen Hem, zeggende: Zend haar weg, want zij roept ons na.
- Mattheüs 16:13
- Toen Jezus in de omgeving van Caesarea Filippi gekomen was, vroeg Hij zijn discipelen en zeide: Wie zeggen de mensen, dat de Zoon des mensen is?
- Mattheüs 21:24
- Jezus antwoordde en zeide tot hen: Ik zal u ook een vraag stellen en indien gij Mij daarop antwoord geeft, zal Ik u ook zeggen, krachtens welke bevoegdheid Ik deze dingen doe.
- Marcus 4:10
- En toen Hij met hen alleen was, vroegen zij die in zijn omgeving waren met de twaalven. Hem naar de gelijkenissen.
- Marcus 7:26
- Deze vrouw was een Griekse, een syrofenicische van geboorte. En zij vroeg Hem de boze geest uit haar dochter te drijven.
- (In sommige vertalingen is de tweede zin Marcus 7:27a.)
- Lukas 4:38
- Daarna stond Hij op en ging van de synagoge naar het huis van Simon. De schoonmoeder van Simon nu was bevangen door zware koorts en zij riepen zijn hulp voor haar in.
- Lukas 5:3
- Hij ging in een van de schepen, dat van Simon, en vroeg hem de zee in te gaan, niet ver van de oever. En Hij zette Zich neder en leerde de scharen van het schip uit.
- Lukas 7:3
- Toen hij van Jezus hoorde, zond hij enige oudsten der Joden tot Hem met het verzoek te komen en zijn slaaf in het leven te behouden.
- Lukas 7:36
- Een der Farizeeën nodigde Hem om bij hem te komen eten; en Hij kwam in het huis van de Farizeeer en ging aanliggen.
- Lukas 8:37
- En de gehele bevolking van de streek der Gerasenen vroeg Hem, of Hij van hen wilde weggaan, want zij waren door grote vrees bevangen. En Hij ging in het schip en keerde terug.
- Lukas 9:45
- Maar zij begrepen dit woord niet en het was voor hen verborgen, zodat zij het niet verstonden. En zij durfden Hem niet naar dit woord vragen.
- Lukas 11:37
- Terwijl Hij sprak, nodigde een Farizeeer Hem om bij hem te komen eten. En Hij kwam binnen en ging aanliggen.
- Lukas 14:18-19
- En zij begonnen zich allen opeens te verontschuldigen. De eerste zeide tot hem: Ik heb een akker gekocht en ik moet die noodzakelijk gaan bezien; ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd. En een ander zeide: Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga die keuren; ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd.
- Lukas 14:32
- En zo niet, dan zendt hij, als de ander nog veraf is, een gezantschap en vraagt om de vredesvoorwaarden.
- Lukas 16:27
- Doch hij zeide: Dan vraag ik u, vader, dat gij hem naar het huis van mijn vader zendt,
- Lukas 19:31
- En indien iemand u vraagt: Waarom maakt gij het los? zegt dan: De Here heeft het nodig.
- Lukas 20:3
- Hij antwoordde en zeide tot hen: Ik zal u ook een vraag stellen: Zegt Mij:
- Lukas 22:68
- en al zou Ik u vragen, gij zoudt toch niet antwoorden.
- Johannes 1:19
- En dit was het getuigenis van Johannes, toen de Joden uit Jeruzalem priesters en Levieten tot hem zonden om hem te vragen: Wie zijt gij?
- Johannes 1:21
- En zij vroegen hem: Wat dan? Zijt gij Elia? En hij zeide: Ik ben het niet. Zijt gij de profeet? En hij antwoordde: Neen.
- Johannes 1:25
- En zij vroegen hem en zeiden tot hem: Waarom doopt gij dan, indien gij de Christus niet zijt, noch Elia, noch de profeet?
- Johannes 4:31
- Intussen vroegen zijn discipelen Hem, zeggende: Rabbi, eet.
- Johannes 4:40
- Toen dan de Samaritanen tot Hem kwamen, verzochten zij Hem bij hen te blijven; en Hij bleef daar twee dagen.
- Johannes 4:47
- Toen deze hoorde, dat Jezus uit Judea naar Galilea gekomen was, ging hij tot Hem en verzocht Hem te komen en zijn zoon te genezen; want deze lag op sterven.
- Johannes 5:12
- Zij vroegen hem: Wie is de mens, die tot u gezegd heeft: Neem op en ga uws weegs?
- Johannes 8:7
- Doch toen zij Hem bleven vragen, richtte Hij Zich op en zeide tot hen: Wie van u zonder zonde is, werpe het eerst een steen naar haar.
- Johannes 9:2
- En zijn discipelen vroegen Hem en zeiden: Rabbi, wie heeft gezondigd, deze of zijn ouders, dat hij blind geboren is?
- Johannes 9:15
- Opnieuw vroegen hem ook de Farizeeën, hoe hij ziende was geworden. En hij zeide tot hen: Hij legde slijk op mijn ogen, ik wies mij, en nu kan ik zien.
- Johannes 9:19
- en zij vroegen hun en zeiden: Is dit uw zoon, van wie gij zegt, dat hij blind geboren is? Hoe kan hij dan nu zien?
- Johannes 9:21
- maar hoe hij nu zien kan, weten wij niet, en wie zijn ogen geopend heeft, wij weten het niet; vraagt het hemzelf, hij heeft zijn leeftijd, hij zal voor zichzelf spreken.
- Johannes 9:23
- Daarom zeiden zijn ouders: Hij heeft zijn leeftijd, vraagt het hemzelf.
- Johannes 12:21
- dezen dan gingen tot Filippus, die van Betsaida in Galilea was, en vroegen hem en zeiden: Heer, wij zouden Jezus wel willen zien.
- Johannes 16:5
- En nu ga Ik heen tot Hem, die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat Gij heen?
- Johannes 16:19
- Jezus bemerkte, dat zij Hem iets wilden vragen en zeide tot hen: Redeneert gij hierover met elkander, dat Ik zeide: Nog een korte tijd en gij ziet Mij niet en nogmaals een korte tijd en gij zult Mij zien?
- Johannes 16:30
- Nu weten wij, dat Gij alles weet en niet nodig hebt, dat iemand U vraagt; hierom geloven wij, dat Gij van God zijt uitgegaan.
- Johannes 17:9
- Ik bid voor hen; niet voor de wereld bid Ik U, maar voor hen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn van U,
- Johannes 17:15
- Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor de boze.
- Johannes 17:20
- En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven,
- Johannes 18:19
- De hogepriester dan vroeg Jezus naar zijn discipelen en naar zijn leer.
- Johannes 19:31
- De Joden dan, daar het Voorbereiding was en de lichamen niet op sabbat aan het kruis mochten blijven (want de dag van die sabbat was groot) vroegen Pilatus, dat hun benen gebroken en zij weggenomen zouden worden.
- Johannes 19:38
- En daarna vroeg Jozef van Arimatea, een discipel van Jezus, maar in het verborgen uit vrees voor de Joden, aan Pilatus het lichaam van Jezus te mogen wegnemen; en Pilatus stond het toe. Hij kwam dan en nam zijn lichaam weg.
- Handelingen 10:48
- En hij beval hen te dopen in de naam van Jezus Christus. Toen verzochten zij hem nog enige dagen te blijven.
- Handelingen 16:39
- en zij kwamen het hun verzoeken, en toen zij hen de gevangenis uitgeleid hadden, vroegen zij hun de stad te verlaten.
- Handelingen 18:20
- Hun verzoek echter om langer te blijven willigde hij niet in,
- Handelingen 23:18
- Deze nam hem mede en bracht hem bij de overste en zeide: Paulus, de gevangene, heeft mij geroepen, en verzocht deze jongeman bij u te brengen, daar hij u iets te zeggen heeft.
- Handelingen 23:20
- En hij zeide: De Joden hebben afgesproken om van u te begeren, dat gij Paulus morgen voor de Raad brengt, daar deze op een bepaald punt nauwkeuriger over hem wil worden ingelicht.
- Filippenzen 4:3
- Ja, ik vraag ook u, mijn trouwe metgezel: wees haar behulpzaam. Want zij hebben tezamen met mij in de prediking van het evangelie gestreden, naast Clemens en mijn overige medearbeiders, wier namen staan in het boek des levens.
- 1 Thessalonicenzen 4:1
- Voorts dan, broeders, vragen wij en vermanen wij u in de Here Jezus, dat gij, zoals gij van ons vernomen hebt, hoe gij moet wandelen en Gode behagen, zoals gij ook inderdaad wandelt, dat nog meer doet.
- 1 Thessalonicenzen 5:12
- Wij verzoeken u, broeders, hen, die onder u zich moeite getroosten, die u leiden in de Here en u terechtwijzen, te erkennen,
- 2 Thessalonicenzen 2:1
- Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van onze Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem,
- 2 Johannes 5
- En nu vraag ik u, vrouwe, niet alsof ik u een nieuw gebod zou schrijven, maar hetgeen wij van den beginne gehad hebben: dat wij elkander liefhebben.