Apocriefe evangeliën

Niet alle vroege verslagen van het leven van Jezus en de vroege kerk werden aanvaard als absoluut betrouwbaar. In de tweede eeuw werden vele verzonnen verhalen geschreven, maar ook de eerste eeuw heeft enkele overgebleven verslagen opgeleverd. Voor zover deze teksten (in Duitse vertaling) voorkomen in Berger & Nord, „Das neue Testament und frühchristliche Schriften”, volgen we hun datering (let wel: van de tekst, niet van de gevonden handschriften!).

Papyrus Oxyrhynchos 840
60-65 na Christus. Een fragment van een evangelie. Jezus wordt door de opperpriester aangesproken omdat Hij door de tempel loopt zonder Zich gereinigd te hebben. „Bent u dan rein?”, vraagt Jezus hem. Ja, zegt de priester, ik ben rein want ik heb mij ritueel gewassen. Hierop roept Jezus uit dat niet het schrobben van de buitenkant iemand rein maakt, want dat doen de hoeren ook.
Papyrus Oxyrhynchos 1224
60-65 na Christus. Twee korte fragmentjes, één in betekenis overeenkomend met Mattheüs 9:10-12: „Toen de schriftgeleerden, Farizeeën en priesters Jezus zagen, waren zij boos dat Hij met zondaren aanlag aan tafel. Jezus hoorde het echter, en zei: Zij die gezond zijn hebben de arts niet nodig‥”. Het andere luidt „‥en bidt voor uw vijanden. Want wie niet tegen u is is voor u. Wie heden ver is, zal morgen nabij zijn‥”.
Fajjoem­fragment
60-65 na Christus. Op een papyrus die mogelijk in Fajjoem gevonden is.
Toen zij volgens het gebruik gegeten hadden, sprak Jezus „Gij zult allen in deze ene nacht struikelen. Zo staat het in de Schrift: ‚De herder zal ik slaan, en zijn schapen zullen verstrooid worden.’”. Toen sprak Petrus: ‚Ook als allen struikelen: ik niet’. Toen antwoordde Jezus ‚Eer de haan tweemaal gekraaid heeft zul je me driemaal verloochenen’.”
Fragment van de overspelige vrouw
vóór 70 na Christus. In de meeste moderne Bijbels opgenomen als Johannes 7:53-8:11, maar veeleer van Lukas.
Thomas­evangelie
70-80 na Christus. Een collectie aan Jezus toegeschreven uitspraken, waarvan er vele ook bekend zijn uit de kanonieke evangeliën, maar ook teksten als deze: „(114) Simon Peter said to him, ‚Let Mary leave us, for women are not worthy of life.’ Jesus said, ‚I myself shall lead her in order to make her male, so that she too may become a living spirit resembling you males. For every woman who will make herself male will enter the kingdom of heaven.’”.
Papyrus Egerton 2
75 na Christus. Vier fragmenten uit één of meer evangeliën. Het eerste komt min of meer overeen met Johannes 5:39-47, het tweede verhaalt de genezing van een melaatse, het derde verhaalt de gebeurtenis van Mattheüs 22:17-18, en het vierde (over een verborgen zaad?) is zo fragmentarisch dat het niet goed te begrijpen is.
Papyrus Berlijn 11710
75 na Christus. „Nathanael beleed en sprak ‚Rabbi Heer, U bent de Zoon van God’. Daarop sprak de Rabbi Jezus ‚Nathanael, verblijf in de zonnenschijn’. Nathanael antwoordde: ‚Rabbi, Heer, Gij zijt het Lam Gods, en zo delgt U de zonden der wereld uit”. Toen sprak de Rabbi Jezus‥”
Koptisch fragment uit Straatsburg
75 na Christus. Fragmenten uit een evangelie, die waarschijnlijk tussen het avondmaal en het verraad in Gethsemane geplaatst moeten worden. Enige zinnen uit een gebed van Jezus en wat lering aan zijn discipelen.
Lange einde bij het Marcusevangelie
75 na Christus. In veel moderne Bijbels opgenomen als Marcus 16:9-20.
Petrus­evangelie
75 na Christus. Een beschrijving van het sterven en opstaan van Jezus die overeenkomt met de kanonieke evangeliën, maar daar allerlei verfraaiïngen aan toevoegt.
Freer-­logion
75 na Christus. Dit is een kort fragment dat in het Freermanuscript en in sommige Latijnse vertalingen volgt op Marcus 16:14, dus in het lange einde. De discipelen verdedigen zich daarin tegen het verwijt van ongeloof.
Papyrus Caïro
90 na Christus. Een snippertje tweezijdig beschreven papyrus, met op de voorzijde de aansporing aan Jozef om met Maria naar Egypte te vluchten, en op de achterzijde de aankondiging aan Maria dat ook Elizabeth zwanger is. In beide gevallen met toevoegingen boven de informatie uit de kanonieke evangeliën.
Evangeliefragment uit de Handelingen van Paulus
90 na Christus. In een Koptisch handschrift van de Handelingen van Paulus bevindt zich ook een fragment waar Jezus Zijn werken aan de leerlingen opsomt en hun vraagt Hem te geloven. Opvallend is dat Filippus boos op Jezus wordt omdat Die niet duidelijk genoeg zegt wat het grotere werk is dat Hij nog zal doen.