Machtsbeperking

Als de verschillende willen niet gelijk op lopen kunnen ze niet alle overeenkomen met de toestand van de wereld (Marten Toonder werkte dit uit in zijn Olivier Berendinus Bommelstrip over het land Goesting). Dit kan opgelost worden door de invloed van die willen op de wereld te beperken. In die gevallen wereld kunnen personen (waaronder een eventuele transcendente geest) tegengestelde wilsbeslissingen nemen — de oude vraag over wat er gebeurt als verschillende Christenen om tegengestelde zaken bidden.

Nog een mogelijkheid is dus de beperking van de reikweidte van ieders macht. Iedere wil heeft macht over een beperkt deel van de wereld, en in veel gevallen gebeurt dus niet wat iemand wil.

Hier is ieder verantwoordelijk voor het deel waar hij macht over heeft.

Daar een eventuele transcendente geest ab initio alle macht heeft, betekent dit in dat geval een zelfbeperking door die geest van zijn almacht. Die geest is daarmee verantwoordelijk voor de gevolgen van Zijn zelfbeperking.

((Christelijk voorkwam die zelfbeperking dat de mens direct in de buitenste duisternis terechtkwam, dus dat deed goed. God heeft om onzentwil Zijn grip op de wereld verminderd, en ook wij allen hebben maar weinig grip op de wereld (de vloek uit Genesis 3:17). Het belangrijkste gebed is „Uw wil geschiede”, want momenteel gebeurt dat niet. Natuurlijk kwaad is verklaarbaar als er meer willen zijn dan de menselijke; het Christendom leert een duivel en demonen. De preciese grens van Gods zelfbeperking vereist studie.))

Momenteel zijn uitspraken over God daardoor veeleer richtlijnen voor onszelf dan verifieerbare of falsifieerbare feiten.

Veel — soms zeer overtuigend klinkende — tegenwerpingen zijn gebaseerd op het misverstaan van de enorme mate waarin de wereld gevallen is.

Tegenwerping (Liefde van God blijkt nergens uit):
God houdt van ons, zegt men. Waar blijkt die liefde dan uit? Betekent dat dat ik gevrijwaard ben van pijn, oorlog, ziekte? Als iemand mij een verzekeringspolis wil verkopen, dan geloof ik dat die polis goed voor mij is als zij bepaalde risico's afdekt — anders is het een polis zonder dekking, een waardeloze polis. Een liefde van God die niet verhindert dat kinderen lijden, kleine kinderen die nog niet eens weten van goed en kwaad onder afschuwelijke pijn sterven, waarin is dat meer dan een waardeloze liefde?
Antwoord:
((Te doen))
Onze eerste taak is niet de problemen van lijden en kwaad te begrijpen, maar er wat aan te doen (Jezus' les in Johannes 9:3). We moeten vooral niet het kwaad goedpraten om „God te redden”, dat gaat richting zonde tegen de Heilige Geest, en was wat Jobs vrienden deden. In plaats van Job te steunen in zijn lijden begonnen ze God te rechtvaardigen. Jobs zonde, God aan te klagen vanuit zijn onverstand, was kleiner dan die van zijn vrienden, die God verdedigden vanuit hun onverstand — maar het was nog steeds zonde. De juiste houding is het erkennen van dat onverstand, maar dat gaat ons moeilijk af.
Dat God het lijden van kinderen niet wil blijkt uit Jona 4:11.