Conceptualiteitꜛ
Een heel natuurlijke interpretatie ziet superpositieꜛ als meer algemene begrippen. De superpositie van een levende kat en een dode kat is eenvoudigweg een „levende of dode kat”. Concepten gedragen zich als klassieke natuurkundige objecten als ze specifiek genoeg zijn — dat wil zeggen: als iedere mogelijke meting aan het concept bepaald is.
Zulke concepten zijn als onze gedachten: „fruit” is minder bepaald dan „appel”, en als we van een stuk fruit de kleur of smaak willen bepalen wordt het vanzelf een appel (of een andere vrucht).
((Te doen.))
Diederik Aerts'ꜛ potentie- en conceptinterpretatieꜛ (bij voorbeeld in A Potentiality and Conceptuality Interpretation of Quantum Physicsꜛ) maakt grote stappen in die richting. Volgens Aerts bestaan verenigingen van objecten als algemenere concepten, en bevat Schrödingers contraptie zo'n niet-specifiek concept: een „levende of dode kat”. Dus waar de klassieke leer zou stellen dat (∃x:Levend(x)) ∨ (∃x:Dood(x)), stelt de quantenphysica dat ∃x: Levend-of-dood(x). Het unieke „ding” in de contraptie is een „levende of dode kat”. Klassieke objecten zijn eenvoudigweg concepten die voldoende specifiek zijn om in alle meetbare opzichten uniek te zijn. Dit is te vergelijken met een dagdroom die we hebben, hoewel we niet alle onderdelen geheel gespecificeerd hebben (zeg: ik droom dat ik de weg vraag, maar droom niet specifiek de kleur van de schoenen van de vriendelijke voorbijganger die me helpt).
Zie ook dit.
Inmiddels blijkt ook de speciale relativiteitstheorieꜛeen natuurlijk uitvloeisel van een conceptuele interpretatie.