Als iets bestaat doordat God het droomt of denkt, dan bestaan alle mogelijke werelden werkelijk — want God denkt ook die.
Antwoord:
Dit probleem is (in een iets andere context) behandeld door Hendrik van Gentꜛ. die het zinvolle terminologische onderscheid tussen esse essentiaeꜛ, esse existentiaeꜛ, en res secundum opinionemꜛ invoerde. De entes essentiae omvatten alle waarlijk mogelijke zaken, waaronder de entes existentiae, de werkelijk bestaande. De res secundum opinionem omvatten alle fantasiezaken, die in het algemeen geen entes essentiae zijn.
((Te doen. Als ik droom dat iemand van een eenhoorn droomt, bestaat die eenhoorn enkel als gedachte in mijn droomwereld, maar als werkelijkheid in de hare. In het geval dat God zèlf aan een niet-werkelijke toestand denkt ligt de zaak anders, maar dan spreken we over het ontisch niveau van God.))