De accusativus cum infinitivoꜛ
De accusativus cum infinitivo is in het Nederlands niet geheel onbekend, maar wordt veel minder toegepast dan in het Latijn of Grieks. Bij een ACIꜛ wordt in plaats van een bijzin met „dat” het werkwoord in de onbepaalde wijsꜛ (infinitivusꜛ) gezet, en het onderwerp in de vierde naamvalꜛ (accusativusꜛ), vandaar de naam.
Nederlandse voorbeelden zijn: „Ik zie hem kijken” in plaats van „Ik zie dat hij kijkt”, of „Elk meent zijn uil een valk te zijn” in plaats van „Elk meent dat zijn uil een valk is”.
Vooral de indirecte redeꜛ (oratio obliquaꜛ) wordt bijna altijd in de vorm van een ACI gegoten.
((Te doen.))