Het klaagliedꜛ
Een speciaal liedgenre is het klaagliedꜛ (qinaꜛ). Vaak begint dit met het kenmerkende „echa”ꜛ, dat met ‚ach, hoe’ꜛ vertaald kan worden, en dit is ook de Hebreeuwse naam van het BijbelboekKlaagliederen. Qinoth hebben een kenmerkend metrum: strofen van twee regels, elk van beide verdeeld in twee helften die ieder weer twee benadrukte lettergrepen hebben.
- Genesis 50:10
- En toen zij gekomen waren bij de Doornen-dorsvloer aan de overzijde van de Jordaan, hielden zij daar een grote en zeer plechtige rouwklacht, en hij liet over zijn vader zeven dagen rouw bedrijven.
- (Wordt hetzelfde woord gebruikt in Deuteronomium 34:8?)
- 2 Samuël 1:12
- En zij weeklaagden, weenden en vastten tot de avond over Saul, over zijn zoon Jonatan, over het volk des Heren en over het huis Israëls, omdat zij door het zwaard gevallen waren.
- (Rouwklachtꜛ is mispedꜛ, ook in Esther 4:3, Psalmen 30:11, Jesaja 22:12, Jeremia 6:26, Jeremia 48:38, Ezechiël 27:31, Joël 2:12, Amos 5:16-17, Micha 1:8, Zacharia 12:11. Afgeleid van saphadꜛ, weeklagenꜛ, dat zo'n 30x voorkomt.)
- (Zie ook 2 Samuël 1:17.)
- (Rouwklachtꜛ is mispedꜛ, ook in Esther 4:3, Psalmen 30:11, Jesaja 22:12, Jeremia 6:26, Jeremia 48:38, Ezechiël 27:31, Joël 2:12, Amos 5:16-17, Micha 1:8, Zacharia 12:11. Afgeleid van saphadꜛ, weeklagenꜛ, dat zo'n 30x voorkomt.)
- 1 Koningen 14:13
- Dan zal geheel Israël over hem weeklagen en hem begraven, want (van het huis) van Jerobeam zal deze alleen in een graf komen, omdat in Jerobeams huis in hem alleen iets goeds gevonden wordt voor de Here, de God van Israël.
- 1 Koningen 14:18
- En men begroef hem, en geheel Israël rouwklaagde over hem naar het woord des Heren, dat Hij gesproken had door de dienst van zijn knecht, de profeet Achia.
- Jeremia 9:17-18
- Zo zegt de Here der heerscharen: Let op, roept de klaagvrouwen, dat zij komen, zendt tot de wijze vrouwen, dat zij komen, dat zij zich spoeden om over ons een weeklacht aan te heffen, zodat onze ogen van tranen vloeien en onze oogleden van water stromen.
- Zie ook Jeremia 9:20.
Zoals uit dit laatste vers blijkt waren er speciale klaagzangers, mannen en vrouwen.
- Amos 5:16z
- Men roept de landman op tot rouw en (verlangt) misbaar van hen die klaagzangen kennen.
- 2 Kronieken 35:25
- En Jeremia zong een klaagzang op Josia, en al de zangers en zangeressen gewaagden van Josia in hun klaagzangen, tot heden toe. Zij maakten hiervan een vaste gewoonte in Israël; zie, zij zijn geschreven in de Klaagzangen.
- (Dit gaat niet over het in de Bijbel opgenomen boek Klaagliederen, waarin geen lied op Josia voorkomt, maar dit vers heeft wel geleid tot een traditie die dat boek aan Jeremiaꜛ toeschreef.)
Klaagliederen.
- Jeremia 9:21-22
- Ezechiël 19:2z-14a
- Ezechiël 27:3z-9a
- Voortgezet in Ezechiël 27:25z-36.
- Ezechiël 28:12z-19
- Ezechiël 32:2z-15