De onschuld van Jezus
Niet alleen van Paulus, maar ook van Jezus moet de door de Romeinen erkende onschuld nadrukkelijk worden genoemd. Per slot van rekening handelt Paulus in naam van een door de Romeinen ter dood veroordeelde, dus hij heeft wat uit te leggen.
- Lukas 23:4
- Pilatus zeide tot de overpriesters en de scharen: Ik vind niets strafbaars in deze mens.
- Lukas 23:14-15
- Gij hebt deze mens bij mij gebracht als iemand, die het volk afvallig maakt en zie, ik heb Hem in uw tegenwoordigheid verhoord en in deze mens geen enkele grond gevonden voor datgene, waarvan gij Hem beschuldigt. En ook Herodes niet; want hij heeft Hem tot ons teruggezonden. En zie, er is niets door Hem bedreven, dat de dood verdient.
- Handelingen 23:22
- Hij zeide voor de derde maal tot hen: Wat heeft deze dan toch voor kwaad gedaan? Ik heb niets in Hem gevonden, waarop de doodstraf staat. Ik zal Hem dus geselen en dan loslaten!
- Handelingen 3:13
- De God van Abraham en Isaak en Jakob, de God onzer vaderen, heeft zijn knecht Jezus verheerlijkt, die gij hebt overgeleverd en verloochend ten overstaan van Pilatus, ofschoon deze oordeelde, dat men Hem moest loslaten.
- Handelingen 13:28
- en hoewel zij geen grond voor doodstraf konden vinden, hebben zij Pilatus gevraagd Hem ter dood te brengen;
- Zie ook
- Handelingen 23:20.