?, winde-orde

Polemoniaceae, vlambloemfamilie

Convolvulaceae, windefamilie

Calystegia, kelkwinde

Naamgeving
Grieks „kalux”, ‚bloemkelk’, en „stegein”, ‚bedekken’, daar de schutbladen, in tegenstelling tot bij de gewone winde, de kelk bedekken. De Nederlandse naam verwijst naar hetzelfde feit.
Calystegia sepium, haagwinde
Naamgeving
Engels: larger bindweed.

Solanaceae, nachtschadefamilie

Veel soorten bevatten extreem giftige alkaloïden.
Geschiedenis
Voor de aardappel kende men in de Oude Wereld geen eetbare nachtschaden. (En de Jodenkers dan?)

Solanum, nachtschade

Naamgeving
Latijn < „solari”, ‚troosten’, ‚verzachten’, verlichten’ (vanwaar ons ‚soelaas’). Vanwege de pijnstillende werking van de zwarte nachtschade. De Nederlandse naam is afgeleid van „nachtschaduw”, een verwijzing naar de demon die belichaamd zou zijn in de zwarte nachtschade Engels: nightshade.
solanum lycopersicum, tomaat
Naamgeving
Engels: tomato.
Geschiedenis
De tomaat burgerde slechts langzaam in in Europa, doordat men zich de vergiftigingen met aardappelbessen nog goed herinnerde.
solanum dulcamara, bitterzoet
Naamgeving
Engels: bittersweet, nightshade.
solanum nigrum, zwarte nachtschade
Naamgeving
Engels: black nightshade.
Legende
De plant zou de belichaming zijn van een demon die andere boze geesten, in het bijzonder nachtmerries, verre hield.

Capsicum, Spaanse peper

Dit geslacht omvat ook de paprika.
Naamgeving
Van het Grieks „kaptò”, „kapsis”, ‚inslikken’? In dat geval mogelijk verwant met ons ‚happen’.
Geschiedenis
Dit geslacht komt geheel uit Amerika.
Capsicum annuum, Spaanse peper
Naamgeving
Deze plant heeft niets met peper te maken, behalve een overeenkomst in scherpte. Voor het ‚Spaanse’ zie de geschiedenis.
Geschiedenis
De Spanjaarden hebben deze plant als eersten uit Amerika naar Europa gebracht. De Nederlanders hebben de Spaanse peper ingevoerd in Indonesie, waar het sindsdien als sambal een onlosmakelijk bestanddeel van de lokale keuken vormt.

Nicotiana, tabak

Bevat het uiterst giftige nicotine, dat ook gemakkelijk door de huid opgenomen wordt. Nu verboden als insecticide. Niet te verwarren met nicotinezuur, dat een belangrijke vitamine is. Siertabak geurt alleen ʼs nachts sterk, en lokt zo nachtvlinders.
Naamgeving
Naar de heer van Nicot (zie hieronder). Engels: tobacco.
Nicotiana tabacum, tabak
Geschiedenis
Jean Villemain (1530-1600), heer van Nicot en Frans gezant aan het Portugese hof, heeft, waarschijnlijk in 1560, de daarom naar hem genoemde „Herba Nicotiniana” in Frankrijk ingevoerd.
Nicotiana rustica, boerentabak

Physalis, Jodenkers

Naamgeving
Ik denk dat de naam verband houdt met Grieks „phusè”, ‚blaasbalg’, „phusallis”, ‚blaas’, „phusalos”, ‚zich opblazende pad’, maar ik heb geen informatie kunnen vinden. Zowel HHT als HO geven het accent op de ‚y’, maar BW en NOM op de ‚a’. De ‚a’ is op zich kort, maar als „phusallis” de onderliggende vorm is zou de lettergreep door de dubbele ‚l’ toch lang worden. De precieze etymologie is dus bepalend hier. Engels: winter-cherry.
Physalis alkekengi, Jodenkers
Naamgeving
Ook wel ‚kleine lampionplant’ genoemd.

Atropa, wolfskers

Wekt wanen.
Naamgeving
Genoemd naar de schikgodin Atropos; zie de legende. Ook ‚doodkruid’ geheten. Engels: dwale, deadly nightshade.
Atropa belladonna, wolfskers
Naamgeving
HHT, BH en BW hebben geen, HO en NOM wel een verbindingsstreepje in ‚bella-donna’. Zie de geschiedenis.
Geschiedenis
Vrouwen in Italië plachten wolfskerssap in haar ogen te druppelen. Dit verlamde de irisspieren, waardoor de pupil wijd open ging staan, en de ogen zeer donker werden. Dit werd als schoon gezien, vandaar „bella donna”, ‚mooie vrouw’.
Gebruik
Nog steeds wordt het sap op deze wijze gebruikt voor oogonderzoek. Als ‚atrovent’ in de handel tegen asthma (spierverslappende werking).
Legende
Volgens de Grieken werden de levens der mensen beheerst door de drie schikgodinnen: Clotho, die de levensdraad spon, Lachesis, die de aan iedere mens toegemeten tijd langs de draad afmeet, en Atropos, de ‚onwrikbare’ of ‚onvermijdelijke’, de kleinste maar meest vreeswekkende der drie schikgodinnen: zij is het die de levensdraad der mensen doorknipt als hun tijd daar is.

Hyoscyamus, bilzekruid

Naamgeving
De Griekse naam „huos-kuamos”, ‚bilzekruid’, komt van „hus”, ‚varken’, en „kuamos”, ‚boon’ De herkomst van de Nederlandse naam is onduidelijk; vergelijkbare namen zijn terug te vinden in Slavische talen. Engels: henbane.
Hyoscyamus niger, bilzekruid

Scopolia, scopolia

Naamgeving
Mij onbekend.
Scopolia anomala, scopolia
Niet inheems: uit Nepal en de Himalaya.

Datura, doornappel

Naamgeving
De naam is Sanskriet en Arabisch, mogelijk van het Perzisch „tatula”, ‚steken’. Engels: thorn-apple.
Datura stramonium, doornappel
Bevat tropaanalkaloïden, waaronder L- en S-hyosciamine en scopolamine.
Gebruik
Verhindert de spiersamentrekking, en helpt dus bij asthma, krampen, en de ziekte van Parkinson.

Hydrophyllaceae, bosliefjesfamilie

Boraginaceae, ruwbladigen

Cynoglossum, hondstong

Naamgeving
Grieks „kunoglòssos”, ‚met een tong als een hond’, van „kuòn”, ‚hond’, en ‚glòssa’, tong. De textuur van het blad zou doen denken aan de tong van een hond.
Cynoglossum officinale, hondstong
Bevat een op curare lijkend vergif, dat het centrale zenuwstelsel verlamt. Dit verdwijnt bij correct langdurig drogen. Verder alkaloïden zoals cynoglossine, consolidine en een beetje inuline. De plant ruikt naar rattenurine.
Geschiedenis
Werd al 7000 geleden op Syrische kleitabletten als artsenij genoemd.

Borago, bernagie

Naamgeving
„Borago” was de middeleeuwse naam voor deze plant.
Borago officinalis, bernagie
Interessant bestuivingsmechanisme, zie HHT, blz.827.
Naamgeving
Ook wel komkommerkruid (in Vlaanderen: augurkekruid) genoemd, daar de jonge eetbare spruiten naar komkommer smaken.
Gebruik
De blauwe bloemen werden vroeger veel gebruikt ter feestelijke versiering van gerechten.

Anchusa, ossetong

In de penwortel zit een rode kleurstof, die door de Grieken al gebruikt zou zijn, onder meer voor het schminken. Verder bevat de plant alkaloïden (cynoglossine, consolidine, allantoïne), choline, slijmstoffen en looistoffen.
Naamgeving
„Anchusa” zou een Griekse plantennaam zijn die ‚rode kleurstof’ betekent; ik heb die echter niet kunnen vinden.
Anchusa officinalis, ossetong

Symphytum, smeerwortel

Bestuiving net als bij bernagie.
Naamgeving
Grieks „sumphuoo”, ‚aaneen laten groeien’, vanwege de wondhelende werking. De naam smeerwortel verwijst naar het gebruik.
Symphytum officinale, smeerwortel
Bevat kankerverwekkende stoffen. Verder alkaloïden (cynoglossine, inuline, asparagine). Allantoïne.
Naamgeving
Ook heelkruid genoemd.
Gebruik
Allantoïne bevordert de groei van bindweefsel, botten, kraakbeen, en werkt dus wondhelend. De fijngewreven verse wortel werd uitwendig op wonden e.d. toegepast, en bevordert de epitheelvorming. Vroeger werden er ongelofelijke genezende krachten aan toegeschreven, tot zelfs het zetten en helen van botbreuken aan toe.

Pulmonaria, longkruid

Bestuivingsdimorfie, en bestuiving door meeldraden die op een andere hoogte staan dan de stempel lukt minder goed.
Naamgeving
Het Latijnse „pulmonarius”, ‚long-’, van „pulmo”, ‚long’, zo genoemd naar het gebruik.
Gebruik
Vroeger voor longaandoeningen, volgens de signatuurleer: door de vlekken lijkt het blad enigszins op longweefsel.
Pulmonaria officinalis, longkruid

Lithospermum, parelzaad

Naamgeving
Grieks „lithos”, ‚steen’, en „sperma”, ‚zaad’; zo genoemd hetzij naar de hardheid van de zaden, hetzij naar het gebruik tegen nierstenen.
Lithospermum officinale, glad parelzaad

Alkanna, Alkanna

Alkanna tinctoria, Alkanna
Gebruik
De rode kleurstof in de wortel lost op in vet, en werd gebruikt om zalf mee te kleuren