Antwoorden

Alle immanente antwoorden lijden aan één van de twee grote problemen van het immanentisme. Het mindere probleem is de verdubbeling, die slechts tegen Ockham ingaat; het zwaardere is dat van het dilemma, dat direct terug te voeren valt op de halfslachtigheid van het immanente model zelf: geen solipsisme, maar ook geen transcendente geest.

((Te doen.))

Op een pagina „Causaliteit”:

Tegenwerping (Onveroorzaakte God onmogelijk):
Alles wat bestaat heeft een oorzaak (en nog wel een die causaal aan dat bestaande voorafgaat); God heeft geen oorzaak; derhalve bestaat God niet.
Antwoord:
In zekere zin is dat juist. Alles in deze wereld heeft een oorzaak, en God als ongeschapene kan dan ook geen bestaande in deze wereld zijn. God, als oorzaak van deze wereld in zijn geheel, bestaat niet in de wereld. Wij weten dat een dromer een droom kan veroorzaken, dat een oorzaak dus buiten de wereld kan liggen — en wij hebben totaal geen reden te geloven dat een droom zonder een dromer kan bestaan.

Momenteel slechts bij het immanent dilemma aangestipt: de leugenaarsparadox versus de waarheidssprekersprodox laat zien dat onbetrouwbaarheid wel, maar betrouwbaarheid niet vast te stellen is. Zowel de leugenaar als de waarheidsspreker zullen „ik spreek de waarheid” zeggen.

Immanent kunnen wij de buitenwereld (of zelfs het bestaan ervan) niet kennen, dus het overeenkomstbegrip van waarheid is onhoudbaar, want oncontroleerbaar: we kunnen nooit weten of een bewering met de onkenbare werkelijkheid overeenkomt, en op voorhand is zo'n overeenkomst zeer onwaarschijnlijk. De immanentist is dus gedwongen tot een ander waarheidsbegrip, zoals het samenhangsbegrip van waarheid. Het probleem daarmee is dat dat niet eenduidig is, en betekent dat wat ik over de wereld zeg eigenlijk niet over de wereld gaat, maar slechts over mijn voorstelling daarvan: mijn beweringen zijn waar als ze met een (waarschijnlijk onjuiste maar wel) samenhangende voorstelling overeenkomen.

Met dergelijke criteria het immanentisme „waar” zijn, ook al is er objectief een transcendente geest.