Geloofsbronnen

Er zijn veel andere bronnen voorgesteld die tot geloof in een leven na de dood zouden hebben kunnen leiden.

Tegenwerping (Overlevings­voordeel):
Het leven na de dood als geloof is evolutionair te begrijpen: als sterven slechts annihilatie inhoudt verliest het zijn verschrikking, en zullen mensen de gelegenheid pijnloos te sterven aangrijpen als die zich voordoet. Een geloof in een somber schimmenrijk of een afschrikwekkend oordeel zal mensen hiervan weerhouden, en zo het voortbestaan van de soort bevorderen, en dus bevordert evolutie zulk geloof.
Antwoord:
Het is waar dat de meeste volkeren in een somber leven na de dood geloven: een bestaan als schimmen, reïncarnatie, noem maar op. Juist het Christelijk geloof echter leert dat men zeker kan zijn van een eeuwig leven in onvoorstelbare vreugde, en Christenen hebben dan ook altijd met vreugde de marteldood aanvaard. Volgens deze theorie zou het Christendom dus nooit succesvol hebben kunnen zijn.
Tegenwerping (Angst voor dood):
De mens wil zijn sterfelijkheid niet aanvaarden, en verzint uit vrees voor dood een geloof dat de dood niet het einde is.
Antwoord:
Doodsangst lijkt mij inderdaad een factor in het moderne occultisme, met geen hel, maar wel een hemel waarin men zijn verwanten weer terugziet in licht en vrede. De meeste traditionele geloven kennen ofwel een somber schimmenbestaan, ofwel reïncarnatie zonder die geluksgarantie.
Tegenwerping (Rechts­gevoel):
Hemel en hel zijn evenals reïncarnatie uitvindingen om ons rechtsgevoel te bevredigen en moeilijke vragen over ongewroken onrecht te beantwoorden.
Antwoord:
In de Bijbel worden de moeilijke vragen over de voorspoed van de goddelozen vooral in het Oude Testament gesteld, zonder dat daar naar hemel of hel wordt verwezen ten antwoord. Het Nieuwe Testament, dat die twee heel duidelijk leert, impliceert meteen dat als Hitler zich tussen het overhalen van de trekker en het sterven aan die zelfmoord bekeerd heeft, hij eeuwig in de hemel zal leven. Welk rechtvaardigheidsgevoel wordt hier bevredigd? In tegendeel: Christenen moeten, vaak met grote moeite een hogere vorm van recht-binnen-liefde leren om dit te begrijpen — en uiteindelijk te leven.
Tegenwerping (Slaap):
In eerste opzicht lijkt de dood een extreme vorm van slapen. Ook Jezus zegt van een gestorven meisje dat ze slaapt, en we zeggen nog altijd „Rust zacht”. Bij de slaap hoort een overgang naar een andere (droom-)wereld, dus wat is begrijpelijker dan dat de primitieve mens hetzelfde dacht van de dood?
Antwoord:
Dat klinkt als een niet implausibele verklaring voor het geloof in een Walhalla, de Eeuwige Jachtvelden, de Koran-hemel, en zo voort — alle herkenbare droomwerelden.
((Te doen.))