Jezusꜛ
Het Nieuwe Testament en de Toledoth Jeschu zijn het er over eens dat Jezus pretendeerde God te zijn. In de Toledoth Jeschu wordt hij afgebeeld als een extreem cynische persoon (zo zou hij zijn moeder het geheim van zijn afkomst ontfutseld hebben door toen ze over een kist gebogen stond die snel dicht te klappen, zodat haar borsten tussen kist en deksel beklemd raakten, en toen op het deksel te zijn gaan zitten en te zeggen dat hij er niet af zou komen totdat ze alles verteld zou hebben), die door toverij (hij zou een perkament met daarop de heilige naam van God uit de tempel ontvreemd en in zijn hiel genaaid hebben) zijn mirakelen bedreef; in het Nieuwe Testament wordt hij juist als een wijze, liefhebbende, maar tegelijk radicale heilige afgebeeld. Persoonlijk denk ik dat die Toledothverhalen een gevolg van de kift zijn, maar goed. Beide bronnen erkennen ʼs mans intelligentie, publieke leer, en aanspraken op goddelijkheid. Ik meen dat de die dan ook in grote lijnen voor waar mogen aannemen
Daarmee komen we dan weer bij hetzelfde dilemma: zou een intelligent man zich laten doodmartelen voor een bewuste leugen? Als Jezus had geweten dat hij niet goddelijk was, zou hij dat dan niet gewoon op een gegeven moment toe hebben gegeven, of gevlucht zijn? Waarom zo koppig zijn, die leugen vol te houden, en er het leven bij in te schieten? Als hij inderdaad die rechtvaardige wijze was die het Nieuwe Testament schildert, had hij dat leven dan kunnen baseren op zo'n heiligschennende leugen? En als hij de egoïstische cynicus was die de Toledoth Jeschu van hem maakt, had hij dan niet veel eerder eieren voor zijn geld gekozen? Hij moet wel in zijn goddelijkheid geloofd hebben — en daarmee vervalt meteen de Toledothversie, tenzij je wilt aannemen dat hij er van overtuigd was een cynische, wrede god te zijn.
Maar als Jezus zelf geloofde God te zijn, was dat dan een dwaling of de waarheid? Opgegroeid met het beeld van een volkomen transcendente God, die zelfs niet afgebeeld kon worden, de Schepper in die zelf buiten de schepping staat, kan een intelligente persoon dan serieus menen die God te zijn? Ja, natuurlijk. Psychiatrische inrichtingen bevatten tal van intelligente personen die menen God, Napoleon of een spiegelei te zijn. Maar was Jezus dan gek? Wat we weten van zijn leven wijst bepaald niet op die mogelijkheid (zelfs de Toledothversie niet — hooguit is die psychopathisch).
((Te doen:))
Jezus wordt door vier evangelisten en verschillende briefschijvers „samenhangend” beschreven — en dat zonder theorie. Zo is Zijn zelfbewustzijn kenmerkend.
- Zijn authoriteit: „Maar Ik zeg u‥”
- Meer dan de tempeléquipeꜛ (priester, Mattheüs 12:6), Jonaꜛ (profeet, Mattheüs 12:41, Lukas 11:32), Salomoꜛ (koning, Mattheüs 12:42, Lukas 11:31) is hier. (En impliciet in Johannes 4:12-14 en Johannes 8:53-58)
- Zijn claim van zondeloosheidꜛ.
- De claim dat Hij de Wet vervulde voor allen.
- Zijn claim plaatsvervangend voor ons te kunnen lijden en sterven.
Ook Zijn wonderdadenꜛ hebben die authentieke eigenheid.
- Er is nooit ritueelꜛ. Specifiek ontbreken de volgende zaken die zo kenmerkend waren en zijn voor wondergenezersꜛ.
- De wonderen zijn altijd uit liefdeꜛ en ontfermingꜛ. Bepaalde doelen ontbreken geheel.
- Ze zijn onbekrompen. Zondaarsꜛ, armenꜛ, vrouwenꜛ (zelfs één die, onrein door bloedvloeiing, Hem spontaan aanraakt), buitenlandersꜛ, de bezetterꜛ, allen helpt Hij.
Hij had nog een bijzondere eigenschap: enerzijds was Hij een typische „angry young man”, die schopte tegen de verkalkte instellingen van de gevestigde orde, maar anderzijds was Hij consequent dienstbaar, respectvol en constructief. Die twee zaken ziet men zelden in één persoon, maar bij Jezus vormen ze een harmonische eenheid.
- Tegenwerping (Genezingen door suggestieꜛ):
- Er waren (en zijn nog steeds) talloze wondergenezersꜛ, en naar steeds weer blijkt worden hun genezingen door suggestie verklaard, als het al niet door bedrog is.
- Antwoord:
- De wonderen zijn waarachtig. Blindheidꜛ kan hysterisch zijn, maar niet bij een blindgeboreneꜛ. Hysterieꜛ kan een verlammingꜛ verklaren, maar geen verschrompelde hand.
- Tegenwerping (Messiasverwachtingꜛ):
- De Joden verwachtten een messias, dus toen Jezus kwam waren ze maar al te bereid die messias in hem te herkennen. Historische precisie wordt dan al gauw secundair.
- Antwoord:
- Zowel vóór als na Jezus zijn er talloze messiaspretendentenꜛ opgestaan. Alle zijn verworpen, hun volgelingen teleurgesteld, en hun beweging verdwenen nagenoeg zonder historische sporen na te laten. Jezus is de enige die, ondanks grote tegenstand, en na zijn dood, een grote en blijvende beweging heeft doen ontstaan. Het is juist omgekeerd: de Joden (op een groep laaggeschoolden na: Johannes 7:49) waren sceptisch, en lieten zich maar met moeite overtuigen. Ze waren gewend legale claims nauwkeurig na te gaan en te bediscussiëren, en onjuistheden aan de kaak te stellen.