Thermodynamica

Het belangrijkste begrip in de themodynamica is het in principe informatiekundige begrip entropie of wanorde. De tweede hoofdwet der themodynamica stelt dat in een gesloten systeem de entropie altijd toeneemt. Deze hoofdwet der thermodynamica wordt daarom door natuurkundigen in de wandelgangen de „wet van behoud van ellende” genoemd — rendement is altijd minder dan 100%, en een perpetuum mobile is niet mogelijk. Hierop is het godsbewijs uit entropie gebaseerd, en een poging immanente tijd te verklaren.

Deze wet betekent ook dat bij een pulserend heelal iedere volgende puls groter moet zijn dan de vorige, of, terugkijkend, dat iedere vorige oscillatie kleiner was en korter duurde, met een eindige limiet: een eindige tijd (maar een feitelijk oneindig aantal pulsen) geleden had het heelal een absoluut beginpunt (zoals de regrediërende kinderen). Daarmee heeft ook een pulserend heelal waarin nieuwe pulsen lage entropie hebben (zoals ons heelal heeft) een begin in eindige tijd. Wel kan een dergelijk model een oneindige toekomst hebben.

((Te doen: de tweede hoofdwet betekent ook dat Pierre-Simon, marquis de Laplace ongelijk had: uit alle kennis over één moment van het heelal valt niet te berekenen hoe de toekomst er uit zal zien — die toekomst bevat immers meer entropie, informatie, dan dat ene moment. De bron van die extra informatie lijkt de quantenmechanica te zijn. Hetzij quantumgebeurtenissen bevatten een voluit willekeurig element, hetzij er zit inforatie in het systeem die niet gekend kan worden vóór een bepaald moment (zoals de preciese vorm van Bohms draaggolf). Onder Bohms interpretatie neemt de totale informatieinhoud niet toe, maar komt informatie vrij in de loop van de tijd, en die vrije informatie is de entropie.))