De symbolische profetische vervullingꜛ
Evenzo gebruikt Mattheüs aanhalingen uit de Schrift om een waarheid te poneren, en niet in eerste instantie om de toepasselijkheid van die aanhaling te claimen. Wie dit symbolisme niet begrijpt komt er al gauw toe Mattheüs (ten onrechte) te beschuldigen van het uit zijn context lichten van citaten.
- Mattheüs 1:22-23
- Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zeide: Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven, hetgeen betekent: God met ons.
- (Het Hebreeuws in Jesaja 7:14 spreekt niet over een maagd maar over een jong meisje, en deze profetie gaat over een gebeurtenis tijdens het leven van Achaz: binnen een paar jaar zullen zijn vijanden verdwenen zijn. De — ware — boodschap die Mattheüs hier overbrengt is: Jezus is God met ons.)
- Mattheüs 2:15z
- Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen.
- (Hosea 11:1 spreekt over Israël dat door Mozes uit Egypte geleid is, maar Mattheüs wil zeggen: Jezus is de Zoon van God.)
- Mattheüs 2:18
- Een stem is te Rama gehoord, geween en veel geklaag: Rachel, wenend om haar kinderen, weigert zich te laten troosten, omdat zij niet meer zijn.
- (De tekst in Jeremia 31:15 is een vreugdeboodschap: dit geween is ten onrechte, want de weggevoerde kinderen zullen terugkomen.)
- Mattheüs 8:17z
- Hij heeft onze zwakheden op Zich genomen en onze ziekten heeft Hij gedragen.
- (Jesaja 53:4 spreekt over het lijden van de Knecht des Heren. Mattheüs wil hier zeggen dat Jezus die Knecht is, en mogelijk ook aangeven dat die genezingen vooruitwijzen naar de grote genezing op Golgotha.)
- Mattheüs 13:35
- opdat vervuld zou worden het woord, gesproken door de profeet, toen hij zeide: Ik zal mijn mond opendoen met gelijkenissen, Ik zal verkondigen wat sinds de grondlegging der wereld verborgen gebleven is.
- (Jezus spreekt in gelijkenissen opdat slechts zij die doorvragen de betekenis zullen snappen. Psalmen 78:2 kondigt juist een heldere onderwijzing aan. Waarschijnlijk wil Mattheüs hier aangeven dat in Jezus Gods roemrijke daden, kracht en wonderen zichtbaar zijn — zie Psalmen 78:4.)
Vergelijk dit met de citaten voor de wegbereider, of het welonderbouwde citaat der schriftgeleerden over de geboorteplaats van de Christus.
- 2 Samuël 5:2z
- En de Here sprak tot u: Gij zult mijn volk Israël weiden en vorst over Israël zijn.
- Micha 5:1
- En gij, Betlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid.
- Micha 5:3
- Dan zal Hij staan en hen weiden in de kracht des Heren, in de majesteit van de naam des Heren, zijns Gods; en zij zullen rustig wonen, want nu zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde,
- Mattheüs 2:6
- En gij, Betlehem, land van Juda, zijt geenszins de minste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leidsman voortkomen, die mijn volk Israël weiden zal.