Wij worden gerechtvaardigd door het geloof
- Johannes 3:18a
- Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld;
- Johannes 3:36a
- Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven;
- Johannes 5:24a
- Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel,
- Handelingen 26:16-18
- Maar richt u op en sta op uw voeten; want hiertoe ben Ik u verschenen om u aan te wijzen als dienaar en getuige daarvan, dat gij Mij gezien hebt en dat Ik aan u verschijnen zal, u verkiezende uit dit volk en de heidenen, waarheen Ik u zend, om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht en van de macht van de satan tot God, opdat zij vergeving van zonden en een erfdeel onder de geheiligden zouden ontvangen door het geloof in Mij.
- Romeinen 3:21-22
- Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen, en wel gerechtigheid Gods door het geloof in Jezus Christus, voor allen, die geloven; want er is geen onderscheid.
- Romeinen 3:25-26
- Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel door het geloof, in zijn bloed, om zijn rechtvaardigheid te tonen, daar Hij de zonden, die tevoren onder de verdraagzaamheid Gods gepleegd waren, had laten geworden; om zijn rechtvaardigheid te tonen, in de tegenwoordige tijd, zodat Hijzelf rechtvaardig is, ook als Hij hem rechtvaardigt, die uit het geloof in Jezus is.
- Romeinen 3:27-28
- Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten. Door welke wet? Der werken? Neen, maar door de wet van geloof. Want wij zijn van oordeel, dat de mens door geloof gerechtvaardigd wordt, zonder werken der wet.
- Romeinen 3:30
- Indien er namelijk een God is, die de besnedenen rechtvaardigen zal uit het geloof en de onbesnedenen door het geloof.
- Romeinen 4:3-8
- Want wat zegt het schriftwoord? Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend. Nu wordt hem die werkt, het loon niet toegerekend uit genade, maar krachtens verplichting. Hem echter, die niet werkt, maar zijn geloof vestigt op Hem, die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid, gelijk ook David de mens zalig spreekt, aan wie God gerechtigheid toerekent zonder werken: Zalig zij, wier ongerechtigheden vergeven en wier zonden bedekt zijn. Zalig de man, wiens zonde de Here geenszins zal toerekenen.
Jezus toonde dit ook in voorbeelden
- Mattheüs 8:13
- En Jezus zeide tot de hoofdman: Ga heen, u geschiede naar uw geloof. En de knecht genas, juist op dat uur.
- Mattheüs 9:2
- En daar Jezus hun geloof zag, zeide Hij tot de verlamde: Houd moed, mijn kind, uw zonden worden vergeven.
- Mattheüs 9:22
- Maar Jezus keerde Zich om, zag haar en zeide: Houd moed, dochter, uw geloof heeft u behouden. En de vrouw was behouden van dat ogenblik af.
- Mattheüs 9:29
- Toen raakte Hij hun ogen aan en zeide: U geschiede naar uw geloof.
- Mattheüs 15:28
- Toen antwoordde Jezus en zeide tot haar: O, vrouw, groot is uw geloof, u geschiede gelijk gij wenst! En haar dochter was genezen van dat ogenblik af.