Zedekia

Zedekia had geprofeteerd dat de koningen van Israël en Juda de Arameeërs zouden verdelgen.

1 Koningen 22:11, 2 Kronieken 18:10
En Zedekia, de zoon van Kenaäna, had zich ijzeren horens gemaakt; hij zeide: Zo zegt de Here: hiermee zult gij Aram stoten totdat gij hen verdelgd hebt.
(Zie de symbolische betekenis van hoorns.)

Hij was echter onder de invloed van een leugengeest, zoals Micha duidelijk maakte.

1 Koningen 22:19-23
(Micha) zeide: Daarom, hoor het woord des Heren. Ik zag de Here op zijn troon zitten, terwijl het ganse heer des hemels aan zijn rechterhand en aan zijn linkerhand stond. En de Here zeide: wie zal Achab verleiden, zodat hij optrekt en sneuvelt te Ramot in Gilead? De een zeide dit en de ander dat. Toen trad er een geest naar voren en stelde zich voor de Here en zeide: ik zal hem verleiden. De Here vroeg hem: waarmede? Hij antwoordde: ik zal heengaan en een leugengeest worden in de mond van al zijn profeten. Toen zeide Hij: gij moet hem verleiden, en gij zult er ook toe in staat zijn; ga heen en doe het. Nu dan, zie, de Here heeft een leugengeest gegeven in de mond van al deze profeten van u, en de Here heeft onheil over u besloten.
2 Kronieken 18:18-22
(Micha) zeide: Daarom, hoort het woord des Heren. Ik zag de Here op zijn troon zitten, terwijl het ganse heer des hemels aan zijn rechterhand en aan zijn linkerhand stond. En de Here zeide: wie zal Achab, de koning van Israël, verleiden, zodat hij optrekt en sneuvelt te Ramot in Gilead? De een zeide dit en de ander dat. Toen trad er een geest naar voren, stelde zich voor de Here en zeide: ik zal hem verleiden. De Here vroeg hem: waarmede? Hij antwoordde: Ik zal heengaan en tot een leugengeest worden in de mond van al zijn profeten. Toen zeide Hij: gij moet hem verleiden en gij zult er ook toe in staat zijn; ga heen en doe het. Nu dan, zie, de Here heeft een leugengeest gegeven in de mond van deze profeten van u, en de Here heeft onheil over u besloten.

Zedekia wil echter niet geloven dat de geest die door hem sprak niet de Heilige Geest was. Hij wil dan ook meegaan in de strijd, en zal op die manier uit bittere ervaring leren dat hij op een leugengeest had vertrouwd.

1 Koningen 22:24-25, 2 Kronieken 18:23-24
Toen trad Zedekia, de zoon van Kenaäna, toe, sloeg Micha op de kaak en zeide: Hoe zou de Geest des Heren van mij geweken zijn om tot u te spreken? Maar Micha zeide: Dat zult gij zien op die dag, waarop gij van kamer tot kamer zult gaan om u te verbergen.