Informatiekundige theorie
In de pagina's hieronder worden de begrippen van de informatiekunde iets formeler beschreven. Kennis hiervan is voor het meeste dat volgt niet noodzakelijk, dus dit onderdeel kan zonder bezwaar worden overgeslagen door wie slechts een vluchtige indruk van het vakgebied zoekt.
In de informatietheorie spreken we over teksten, en teksten kunnen systematisch gegenereerd worden, bij voorbeeld van kort naar lang en daarbinnen alfabetisch: „A”, „B”, „C”, ‥, „Y”, „Z”, „AA”, „AB”, ‥, „AZ”, „BA”, ‥, „ZZ”, „AAA”, en zo voort. Binnen deze ordening heeft iedere tekst een opvolger, en we kunnen een programmaatje „OpvolgerVan” schrijven dat die opvolger geeft. Twee gebruiksvoorbeelden.
- OpvolgerVan „A”
- „B”
- OpvolgerVan „Z”
- „AA”
En zo voorts. Met dat programmaatje kunnen we ook een zoekprogramma „TekstMet” schrijven (met een hulpprogrammaathe „ZoekVanaf”.
- TekstMet Criterium:
- ZoekVanaf Criterium „A”
- ZoekVanaf Criterium Tekst:
- Als (Criterium Tekst), Produceer Tekst;
- Anders ZoekVanaf Criterium (OpvolgerVan Tekst).
Het is duidelijk dat als er een tekst is die aan Criterium voldoet, deze zal worden teruggegeven, en dat het programma anders eindeloos door zal blijven zoeken, want iedere tekst heeft weer een opvolger, zonder dat daar ooit een einde aan komt.