Onze voortdurende heiligingꜛ
Wij moeten heilig zijn (in Godgelijkheid).
- 2 Petrus 3:11-12
- Daar al deze dingen aldus vergaan, hoedanig behoort gij dan te zijn in heilige wandel en godsvrucht, vol verwachting u spoedende naar de komst van de dag Gods, ter wille waarvan de hemelen brandende zullen vergaan en de elementen in vuur zullen wegsmelten.
Dit is niet anders dan het Oudtestamentische gebod:
- Leviticus 20:7
- Heiligt u dan, en weest heilig, want Ik ben de Here, uw God.
Die heiligheidꜛ is het resultaat van een wordingsproces.
- Romeinen 6:22
- Maar thans, vrijgemaakt van de zonde en in de dienst van God gekomen, hebt gij tot vrucht uw heiliging en als einde het eeuwige leven.
- Openbaring 22:11
- Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; en wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd.
Enerzijds is het God die ons heiligt. (Uitwerken: daarnaast ook de heiliging doordat wij in Christus heilig zijn.)
- Johannes 17:17-19
- Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid. Gelijk Gij Mij gezonden hebt in de wereld, heb ook Ik hen gezonden in de wereld; en Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijnp in waarheid.
- 1 Korinthiërs 1:30-31
- Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing, opdat het zij, gelijk geschreven staat: Wie roemt, roeme in de Here.
- 1 Thessalonicenzen 5:23
- En Hij, de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Here Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te blijven.
Anderzijds hebben wij zelf een opdracht tot heiliging.
- Romeinen 12:1
- Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst.