Liefde vervult de Wetꜛ
Deze liefdeseis is dezelfde als die uit het oude verbond.
- Leviticus 19:18
- Gij zult niet wraakzuchtig en haatdragend zijn tegenover de kinderen van uw volk, maar uw naaste liefhebben als uzelf: Ik ben de Here.
- Deuteronomium 6:4-5
- Hoor, Israël: de Here is onze God; de Here is één! Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht.
Aanhalingen van de Koninklijke Wetꜛ uit het Oude Testament.
- Mattheüs 22:37-39
- Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- Marcus 12:29-31a
- Jezus antwoordde: Het eerste is: Hoor, Israël, de Here, onze God, de Here is één, en gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel en uit geheel uw verstand en uit geheel uw kracht. Het tweede is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- Lukas 10:27
- Hij antwoordde en zeide: Gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht en met geheel uw verstand, en uw naaste als uzelf.
En deze liefdesgeboden zijn het fundament van de Wet.
- Mattheüs 22:40
- Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.
- Marcus 12:31z
- Een ander gebod groter dan deze, bestaat niet.
- Zie ook
- Marcus 12:32-33, waar de schriftgeleerde dit erkent.
Vandaar dat liefde, eerst van God en dan van de naaste en zichzelf, de Wet vervult. Als Christenen hebben wij een nieuwe invulling van het verticale liefdesgebod.
- Mattheüs 10:37-38
- Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wie zijn kruis niet opneemt en achter Mij gaat, is Mij niet waardig.
Het horizontale, de tweede tafel der tien geboden, blijft ongewijzigd.
- Mattheüs 19:17z-19
- Maar indien gij het leven wilt binnengaan, onderhoud de geboden. Hij zeide tot Hem: Welke? Jezus zeide: Deze: Gij zult niet doodslaan, gij zult niet echtbreken, gij zult niet stelen, gij zult geen vals getuigenis geven, eer uw vader en uw moeder, en gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- (Het liefdesgebod wordt hier op één lijn gesteld met de tweede tafel der Tien Geboden. Het „en” kan gelezen worden als „kortom”)
- Romeinen 13:8-10
- Zijt niemand iets schuldig dan elkander lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld. Want de geboden: gij zult niet echtbreken, gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult niet begeren en welk ander gebod er ook zij, worden samengevat in dit woord: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. De liefde doet de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling der wet.
- Galaten 5:14
- Want de gehele wet is in één woord vervuld, in dit: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- Jakobus 2:8
- Indien gij echter de koninklijke wet vervult naar het schriftwoord: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf, dan doet gij wel.
Natuurlijk werd ook dit gebod verdraaid, alsof het enkel vrienden gold. Waarschijnlijk refereert de schriftgeleerde hieraan als hij Jezus naar de reikwijdte van het woord ‚naaste’ vraagt — en van Jezus hoort dat ook de erfvijand, de Samaritaan, daaronder valt. (Vandaar ook de richting van de vraag: Jezus wil hem ‚de Samaritaan is mijn naaste’ laten erkennen, niet ‚ik ben de naaste van de Samaritaan’.)
- Lukas 10:29
- Maar hij wilde zich rechtvaardigen en zeide tot Jezus: En wie is mijn naaste?
- Lukas 10:36-37
- Wie van deze drie dunkt u, dat de naaste geweest is van de man, die in handen der rovers was gevallen? Hij zeide: Die hem barmhartigheid bewezen heeft. En Jezus zeide tot hem: Ga heen, doe gij evenzo.
God zegent wie Hem liefhebben.
- Exodus 20:6
- en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden.
- (Gezien de context, en de herfrasering hieronder, zijn die duizenden waarschijnlijk geen personen maar geslachten.)
- Deuteronomium 7:9z
- de trouwe God, die het verbond en de goedertierenheid houdt jegens wie Hem liefhebben en zijn geboden onderhouden, tot in duizend geslachten;